Paragraaf 2: 'een leven lang leren

Jongeren
Een leven lang leren
Hoofdvraag : Hoe vind socialisatie plaats?
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare school

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Jongeren
Een leven lang leren
Hoofdvraag : Hoe vind socialisatie plaats?

Slide 1 - Tekstslide

Maar wat is socialisatie precies?



Slide 2 - Tekstslide

Socialisatie 
Het bewust of onbewust aanleren van normen, waarden en gewoonten die bij jou groep of samenleving horen. 

Slide 3 - Tekstslide

Op welke manier leren wij?
Eerst eens kijken naar de volgende vraag: "Op welke manier vindt socialisatie plaats?"

  1. informatie en aanwijzingen
  2. imitatie
  3. Ervaringen
  4. Experimenteren

Slide 4 - Tekstslide

Goed of fout gedrag?
Gedrag wordt voortdurdend door onze omgeving gezien en gecontroleerd

  • Dat heet: sociale controle, en betekent mensen in jouw omgeving letten op hoe je je gedraagt

  • Jouw omgeving laat zien of het jouw gedrag accepteert of niet, met sancties

Slide 5 - Tekstslide





Sanctie

Slide 6 - Tekstslide





Sanctie

Slide 7 - Tekstslide




Internalisatie



Aangeleerde normen en waarden zijn 
vanzelfsprekend geworden

Slide 8 - Tekstslide

Rolgedrag 
Ieder persoon heeft verschillende rollen in zijn leven. Je gedraagt je verschillend in verschillende situaties en omgevingen.

Welke rollen hebben jullie in je dagelijkse leven?
Bedenk er minimaal 3 per persoon.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Bij sociale controle:
A
letten mensen op hoe jij je gedraagt.
B
controleren mensen elkaars waarden.
C
verdedigt iedereen zijn belangen.
D
gaat het vooral om het afleren van aangeboren eigenschappen.

Slide 11 - Quizvraag

Een ander woord voor beloning en straf is …

Welk woord is weggelaten?
A
aangeleerd
B
eigenschap
C
sanctie
D
imitatie

Slide 12 - Quizvraag

Zijn de uitspraken juist of onjuist?

1. Boodschappen doen voor je buren is een positieve sanctie.
2. Sancties hebben te maken met sociale controle.
A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.

Slide 13 - Quizvraag

Als normen en waarden een vanzelfsprekend gedeelte van je gedrag zijn geworden, is er sprake van:
A
een sanctie.
B
sociale controle.
C
imitatie
D
internalisatie

Slide 14 - Quizvraag

Je identiteit is een combinatie van je ervaringen en je ...

Welk woord is of welke woorden zijn weggelaten?
A
aangeboren eigenschappen.
B
sociale controle.
C
aangeleerde eigenschappen.
D
kennis

Slide 15 - Quizvraag

Zijn de uitspraken juist of onjuist?

1. Met identiteit bedoelen we dat de internalisatie is afgerond.
2. Iemand zegt: “Ik ben gelovig.” Hij spreekt dan over zijn internalisatie.
A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.

Slide 16 - Quizvraag