7.4 Hoe komt het Rijk rond?

7.4 Hoe komt het Rijk rond? 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

7.4 Hoe komt het Rijk rond? 

Slide 1 - Tekstslide

7.4 Hoe komt het Rijk rond?
Deze les:
  • Wat de rijksbegroting is
  • Wat de gevolgen zijn van een begrotingstekort
  • Wat voor belastingen je als burger aan het rijk betaald
  • Draagkracht beginsel
  • Profijtbeginsel

Slide 2 - Tekstslide

Wat heb je tijdens het maken van het huiswerk geleerd / gelezen over dit onderwerp?

Slide 3 - Woordweb

Rijksbegroting
In de rijksbegroting staat hoeveel geld elk ministerie het komende jaar mag uitgeven en welke inkomsten het Rijk verwacht. 

Slide 4 - Tekstslide

Miljoenennota
Kostprijsverhogende belastingen. Deze betaal je aan de leverancier en die betaald het aan de overheid. Bijvoorbeeld accijns en btw.
Onder andere inkomsten van het Rijk vallen de sociale premies en de niet-belastingen. Voorbeelden van niet-belastingen zijn aardgasbaten, winst uit staatsbedrijven en boetes.
Miljoenennota is een toelichting op de rijksbegroting, waarin de regering uitlegt welke keuzes zij gemaakt heeft. 

Nadat 1e en 2e kamer de miljoenennota hebben goedgekeurd, mag de regering de plannen uitvoeren. 

Slide 5 - Tekstslide

Miljoenennota
Kostprijsverhogende belastingen. Deze betaal je aan de leverancier en die betaald het aan de overheid. Bijvoorbeeld accijns en btw.
Onder andere inkomsten van het Rijk vallen de sociale premies en de niet-belastingen. Voorbeelden van niet-belastingen zijn aardgasbaten, winst uit staatsbedrijven en boetes.
Begrotingstekort: Er wordt meer uitgegeven dan dat er aan inkomsten zijn. 
Begrotingsoverschot: Wanneer de inkomsten hoger zijn dan de uitgaven
Is er denk je een begrotings tekort of overschot?

Slide 6 - Tekstslide

De miljoenennota is een:
A
uitkering
B
toelichting op de financiële begroting
C
toelichting op de rijksbegroting
D
een briefje van 1 miljoen

Slide 7 - Quizvraag

Waar was in 2020 sprake van?

A
Begrotingsktekort
B
Begrotingsoverschot

Slide 8 - Quizvraag

Een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven voor het komende jaar.
A
Rijksbegroting
B
Miljoenennota

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

Staatsschuld
De staatsschuld is het totaal aan leningen dat de overheid op een bepaald moment heeft.
Doordat de overheid in alle jaren met een begrotingstekort geld heeft geleend, is een staatsschuld ontstaan.
Die schuld daalt als de overheid aflost op de leningen. Over de staatsschuld betaalt de overheid ieder jaar rente.

Slide 11 - Tekstslide

Directe en indirecte belasting...
Indirecte belastingen (kostprijsverhogende)
- BTW
- Accijns


Directe belastingen
-Loon en inkomstenbelasting
-Vennootschapsbelasting (wat bv's en nv's over hun winst betalen)





Slide 12 - Tekstslide

Accijns 
Accijns:
Extra belasting op tabakswaren, brandstof en alcohol.

Doel: Minderen van de consumptie.

Slide 13 - Tekstslide

7.4 Hoe komt het Rijk rond?
Wie heeft de meeste draagkracht?

Slide 14 - Tekstslide

7.4 Hoe komt het Rijk rond?
Draagkrachtbeginsel:
  • wie in staat is veel te betalen, moet in verhouding ook meer betalen

Slide 15 - Tekstslide

7.4 Hoe komt het Rijk rond?
Profijtbeginsel
  • Je betaalt als je ergens gebruik van maakt
  • Voorbeelden: bpm, wegenbelasting, brandstof

Slide 16 - Tekstslide

Loonbelasting is een ... belasting.
A
directe
B
indirecte

Slide 17 - Quizvraag

BTW is een voorbeeld van :
A
directe belasting
B
indirecte belasting
C
rutte belasting
D
alle antwoorden zijn onzin

Slide 18 - Quizvraag

Belasting over inkomen, winst en vermogen is
A
Indirecte belasting
B
Directe belasting

Slide 19 - Quizvraag

Wat is geen directe belasting
A
Inkomstenbelasting
B
Accijns
C
Vennootschapsbelasting
D
Btw

Slide 20 - Quizvraag

Bereken directe belasting inkomsten als percentage van totale inkomsten van het rijk.
A
35,1%
B
35,2%
C
2,8%
D
184,2%

Slide 21 - Quizvraag

Je bent meer gaan verdienen, maar netto komt er bijna niets meer bij. Door welk beginsel kan dit komen?
A
Draagkachtbeginsel
B
Profijtbeginsel
C
Afzetterijbeginsel

Slide 22 - Quizvraag

Nakijken
Zie PowerPoint:)

Slide 23 - Tekstslide