Diagnostische vragen maken
Gouden Regel 3: Leerlingen moeten binnen tien seconden antwoord kunnen geven
Deze gouden regel houdt direct verband met de tweede. Als leerlingen meer dan tien seconden moeten nadenken over een vraag, dan is de kans aanzienlijk dat er meer dan één vaardigheid of concept bij betrokken is, wat het moeilijker maakt om de precieze aard van eventuele misvattingen te achterhalen.
Gouden regel 4: Van elk onjuist antwoord moet je iets kunnen opsteken zonder dat de leerling het nader hoeft toe te lichten
Een belangrijk kenmerk dat diagnostische vragen onderscheidt van niet-diagnostischemultiplechoicevragen is dat de incorrecte antwoorden heel, heel zorgvuldig zijn gekozen om specifieke misvattingen aan het licht te brengen. Vaak worden deze omschreven als ‘afleiders’, hoewel ik dit geen goede term vind; die term roept al snel beelden op van ‘instinkers’. Wanneer een van de leerlingen een bepaald antwoord kiest, moet dat jou iets vertellen.