4.1-2 Nieuw leven 4V 2324

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
4.1 Nieuw leven
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
4.1 Nieuw leven

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Vragen
 1. (BINAS 86D) welke cellen die betrokken zijn bij de vorming van eicellen zijn diploïd?
2. (BINAS 86D) welke cellen die betrokken zijn bij de vorming van zaadcellen zijn haploïd?

Slide 4 - Tekstslide

Vragen
3. (BINAS 86B2) Nog vóór de geboorte ontwikkelen alle eicellen van een meisje zich tot een primaire oocyt. In welke celdelingsfase bevinden deze zich?
4. (BINAS 86A2) Waarom zit de kern van een zaadcel voorin de kop?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Doel 4.1
3. Je beschrijft het ontstaan van een zygote en de ontwikkeling van embryo tot foetus.
4. Je legt het belang uit van de placenta

Slide 7 - Tekstslide

Bevruchting

Slide 8 - Tekstslide

Bevruchting
De eicel komt door de
eisprong (ovulatie) uit de 
eierstok in de eileider.
De eicel wordt omgeven door
follikelcellen (voeding).
Zaadcellen komen in de eileider via de vagina en de baarmoeder.

Slide 9 - Tekstslide

Bevruchting
Zaadcellen maken contact met
eischil (zona pellucida)
Enzymen voor afbraak.

Slide 10 - Tekstslide

Bevruchting

->bevruchtingsmembraan


Kern van zaadcel + kern eicel = Bevruchte eicel = zygote.

Slide 11 - Tekstslide

Zygote
Eerst: klievingsdelingen,
geen plasmagroei


Door trilhaarcellen richting de baarmoeder

Slide 12 - Tekstslide

Blastula

Slide 13 - Tekstslide

Innesteling

Slide 14 - Tekstslide

9 dagen
Er ontstaan twee holtes: een amnionholte en een dooierblaasje (vormt de eerste bloedcellen).
De trofoblast vormt uitstulpingen, vlokken,
die het baarmoederslijmvlies
in groeien. Hierdoor wordt
de placenta gevormd.

Slide 15 - Tekstslide

Hormonen - HCG
Vanaf de innesteling geven de cellen van het trofoblast het hormoon HCG af. Dit hormoon
voorkomt dat er een menstruatie
start. 

Slide 16 - Tekstslide

16 dagen
De hechtsteel ontstaat vanuit cellen tussen de trofoblast en de kiemschijf. Deze hechtsteel vormt
de navelstreng.

Slide 17 - Tekstslide

31 dagen
Twee vruchtvliezen omgeven het embryo en de holte is gevuld met vruchtwater. Dit vangt 
schokken op.

Slide 18 - Tekstslide

Placenta





Gescheiden bloedsomlopen. Uitwisseling van stoffen: zuurstof, voedingsstoffen, afvalstoffen, koolstofdioxide.

Slide 19 - Tekstslide

Placenta





Twee navelstrengslagaders (van embryo -> placenta
Eén navelstrengader (van placenta -> embryo)

Slide 20 - Tekstslide

Embryo -> foetus 
Na 8 weken zijn alle organen aangelegd en heet het embryo een foetus.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Tekstslide

Doel 4.1
Je beschrijft het ontstaan van een zygote en de ontwikkeling van embryo tot foetus.
Je legt het belang uit van de placenta

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk
In de online methode/ boek
Kies een leerweg (default B).
Maak 4.1


Slide 25 - Tekstslide