Herhaling thema zintuigen

Herhaling thema zintuigen
Maak een keus:

* Mee doen in Lessonup
* Diagnostische toets maken
* Zelfstandig leren
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaling thema zintuigen
Maak een keus:

* Mee doen in Lessonup
* Diagnostische toets maken
* Zelfstandig leren

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
* Je bent voorbereid voor de toets en je kunt de geleerde theorie toepassen in opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Jenna heeft een splinter in haar vinger. De splinter zit niet diep. Haar moeder haalt de splinter eruit met een naald. Tijdens het verwijderen van de splinter voelt Jenna geen pijn. Ook gaat het wondje dat door de naald is ontstaan niet bloeden. Leg uit waarom het verwijderen van een splinter geen pijn doet.

Slide 3 - Open vraag

In welk deel van de tong liggen de smaakzintuigcellen?

Slide 4 - Open vraag

Welk deel van het oog zorgt voor bescherming van het oog?
A
Glasachtig lichaam
B
Vaatvlies
C
Hoornvlies
D
Harde oogvlies

Slide 5 - Quizvraag

wenkbrauw
traanklier
traanbuis
pupil
wimper
iris
ooglid
harde oogvlies

Slide 6 - Sleepvraag

Welk onderdeel van je oog zorgt ervoor dat je oog vochtig wordt?
A
De wenkbrauw
B
Je wimpers
C
De traanklier
D
Je ooglid

Slide 7 - Quizvraag

Een lichtstraal valt op het oog.

Zet de onderstaande onderdelen van het oog, waar deze lichtstraal achtereenvolgens doorheen gaat, in de juiste volgorde.

Lens
Hoornvlies
Glasachtig lichaam
Netvlies
Pupil

Slide 8 - Sleepvraag

Het boller of platter maken van de lens noemen we accomoderen. Als de lens plat is, dan.....
A
zien we van dichtbij scherp
B
zien we van veraf scherp
C
Dan is er veel lichtinval
D
Dan is er weinig lichtinval

Slide 9 - Quizvraag

De lens van het oog kan van vorm veranderen (accomoderen).
Marieke kijkt naar een kaars in de verte, welke "vorm" hebben haar lensbandjes en haar lens?
A
lensbandjes: strak lens: bol
B
lensbandjes: strak lens: plat
C
lensbandjes: slap lens: plat
D
lensbandjes: slap lens: bol

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de functie van de iris?
A
kleur geven aan het oog
B
Groter of kleiner worden
C
de hoeveelheid licht regelen die op het netvlies valt
D
de pupil groter of kleiner maken

Slide 11 - Quizvraag

In de afbeelding zie je een oog met een blauwe iris.
1. Is het bij dit oog licht of donker?
2. Welke spiertjes zijn aangespannen: lengte spiertjes of kringspiertjes?
A
1. licht 2.lengtespiertjes
B
1. licht 2.kringspiertjes
C
1. donker 2.lengtespiertjes
D
1. donker 2.kringspieetjes

Slide 12 - Quizvraag

Zet de juiste kenmerken bij de juiste zintuigcel.
Staafjes
Kegeltjes
Om de gele vlek
In de gele vlek
Hoge drempelwaarde
Lage drempelwaarde
Scherp zicht, kleur
Contrast, grijstinten

Slide 13 - Sleepvraag

Welk vlies in je oog voert voedingsstoffen naar je oog?
A
Het hoornvlies
B
Het netvlies
C
Het vaatvlies

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een adequate prikkel?
A
Dat is een prikkel waar een bepaald zintuig alleen gevoelig voor is waardoor er een impuls kan ontstaan. bijvoorbeeld: Licht voor het oog
B
Dat is een prikkel waar alle zintuigen op reageren.

Slide 15 - Quizvraag

Er wordt met een camera een foto gemaakt van een iris. Door het felle licht trekken de kringspieren zich samen. Verandert de grootte van pupil?
A
Nee
B
Ja, de pupil wordt groter
C
Ja, de pupil wordt kleiner

Slide 16 - Quizvraag

Hoe verloopt de pupilreflexboog?
A
Zintuigcellen - gevoelszenuw - hersenstam - bewegingszenuw - Irisspiertjes
B
Zintuigcellen - bewegingsszenuw - hersenstam - gevoelszenuw - Irisspiertjes
C
Zintuigcellen - bewegingsszenuw - grote hersenen - gevoelszenuw - Irisspiertjes
D
Zintuigcellen - gevoelszenuw - grote hersenen - bewegingszenuw - Irisspiertjes

Slide 17 - Quizvraag

Bij syndroom Sjogren zijn de traanklieren ontstoken en werken minder goed. Welk deel vh oog is hierdoor geïrriteerd?
A
Hoornvlies
B
Vaatvlies
C
Netvlies
D
Lens

Slide 18 - Quizvraag

Oogartsen gebruiken soms oogdruppels bij onderzoek van het oog. Door het samentrekken van spieren in de iris wordt de pupil groter als de oogdruppels in het oog worden gedruppeld. In de afbeelding worden twee typen spiertjes in de iris aangegeven.

Welke spieren trekken zich dan samen?
A
Alleen de Kringspier
B
Alleen de lengtespieren
C
Zowel de kringspier als de lengtespieren

Slide 19 - Quizvraag

                           is de                           prikkel voor het oog en geluid is de                           prikkel voor het              .   Dan wordt de prikkel in het                    omgezet in een         
adequate
 oor 
adequate
licht
Zintuig 
impuls 
geluid
Oog
oog
goede
goede

Slide 20 - Sleepvraag

zintuig
ligging
prikkel
zicht
gehoor
evenwicht
reuk
smaak
warmte
kou
druk
tast
oog
oor
tong
huid
huid
huid
huid
oor
neus
 licht
geluid
zwaarte kracht
geur
smaak
warmte
kou
druk
lichte aanraking

Slide 21 - Sleepvraag

Gele vlek
Blinde vlek
Heel veel kegeltjes en staafjes
Hiermee zie je heel scherp
Hiermee zie je niks
Hier zit de oogzenuw

Slide 22 - Sleepvraag

Bij het ouder worden kunnen er door veranderingen in het glasachtig lichaam scheurtjes ontstaan in het netvlies. Er kan dan vocht tussen het netvlies en het vaatvlies komen. Dit wordt een netvliesloslating genoemd. Het deel van het netvlies dat losgelaten is, kan niet meer goed functioneren. Wanneer een netvliesloslating niet wordt behandeld, kan dat leiden tot slecht zien of zelfs tot blindheid.
Brahim en Coby maken een werkstuk over oogafwijkingen en bespreken samen de gevolgen van een netvliesloslating.
Brahim beweert: “Als gevolg van een netvliesloslating kan de lens niet meer accommoderen.”
Coby beweert: “Als gevolg van een netvliesloslating kunnen lichtprikkels niet meer goed omgezet worden in impulsen.”

A
Geen van beide beweringen is juist.
B
Alleen de bewering van Coby is juist.
C
Alleen de bewering van Brahim is juist
D
Zowel de bewering van Brahim als van Coby is juist.

Slide 23 - Quizvraag

De neus is het gevoeligst voor ........ Dit noemen we dan de ...........
A
Geur - drempelwaarde
B
Licht - drempelwaarde
C
Geur - adequate prikkel
D
Licht - adequate prikkel

Slide 24 - Quizvraag

Waarom voel je niet de hele dag dat je kleren aan hebt?
A
Door motivatie
B
Door gewenning

Slide 25 - Quizvraag

Er komen geluidstrillingen in je oor.
In welke volgorde gaan de trillingen door de onderdelen van je oor?
A
trommelvlies - gehoorbeentjes - slakkenhuis
B
trommelvlies - slakkenhuis - gehoorbeentjes
C
gehoorbeentjes - trommelvlies - slakkenhuis
D
slakkenhuis - trommelvlies - gehoorbeentjes

Slide 26 - Quizvraag

Gehoorschade krijg je wanneer de
gehoorzintuigcellen in je oor beschadigen.
Waar zitten de gehoorzintuigcellen
in het oor?
A
in de gehoorgang
B
in het slakkenhuis
C
in het trommelvlies
D
in de gehoorzenuw

Slide 27 - Quizvraag

Wat is puntje 1
A
kriebelknopje
B
tastknipje
C
gevoelsknopje
D
tastknopje

Slide 28 - Quizvraag

De gehoorbeentjes geven geluidstrillingen door.
In welke volgorde geven deze botjes het geluid door van trommelvlies naar venster?
A
aambeeld-hamer-stijgbeugel
B
hamer-aambeeld-stijgbeugel
C
hamer-stijgbeugel-aambeeld
D
stijgbeugel-aambeeld-hamer

Slide 29 - Quizvraag

Het oor:
oorschelp
trommelvlies
slakkenhuis
gehoorbeentjes
gehoorzenuw
gehoorgang

Slide 30 - Sleepvraag

Wat is de functie van het trommelvlies?
A
geeft trilling door aan de hamer
B
geeft de trilling door aan het aambeeld
C
geeft de trilling door aan de stijgbeugel
D
geeft de trilling door aan het slakkenhuis

Slide 31 - Quizvraag

Wat vangen de zintuigcellen in je zintuigen op?
A
Impulsen
B
Zenuwen
C
Prikkels
D
Licht

Slide 32 - Quizvraag

Kate doet onderzoek naar de drempelwaarde voor zout. Voor haar onderzoek maakt ze drie verschillende zoutconcentraties en laat deze drinken door haar proefpersonen. Haar hypothese is: Alle zoutconcentraties uit het onderzoek worden waargenomen door de proefpersonen. Leg uit of de hypothese en conclusie van haar onderzoek hetzelfde zijn

Slide 33 - Open vraag

In een krant staat een stukje over een jongen die oorproblemen heeft. De jongen heeft een verstopping in de gehoorgang. Bij het krantenstukje is een tekening van een gezond oor te zien. Welke letter geeft het deel aan dat bij de jongen is verstopt?
A
T
B
Q
C
R
D
S

Slide 34 - Quizvraag

In een krant staat een stukje over een jongen die oorproblemen heeft. De jongen heeft een verstopping in de gehoorgang. Bij het krantenstukje is een tekening van een gezond oor te zien. Welke letter geeft het deel aan dat de keelholte verbindt met de trommelholte?
A
T
B
Q
C
R
D
S

Slide 35 - Quizvraag

De penis is gevoelig voor aanraking. Bij aanraking ontstaan in zintuigcellen in de huid van de penis impulsen. In welk deel van de huid bevinden deze zintuigcellen zich?
A
Opperhuid
B
Lederhuid

Slide 36 - Quizvraag

De penis is gevoelig voor aanraking. Bij aanraking ontstaan in zintuigcellen in de huid van de penis impulsen. Welke zintuigcellen worden door het aanraken van de penis geactiveerd?
A
Drukzintuigcellen
B
Tastzintuigcellen
C
Warmtezintuigcellen
D
Koude zintuigcellen

Slide 37 - Quizvraag