Binas TW1
1 / 23
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat zegt het atoomnummer? Het aantal ...
A
protonen
B
neutronen
C
elektronen
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waar vind je de neutronen en waar zijn ze gelijk aan?
A
Rond de kern, gelijk aan de massa
B
In de kern, gelijk aan de massa
C
Rond de kern, gelijk aan (massagetal - atoomnummer)
D
In de kern, gelijk aan
(massagetal - atoomnummer)
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk atoomsoort en welk isotoop is dit?
A
zuurstof
O-14
B
koolstof
C-14
C
stikstof
N-14
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de elektronenconfiguratie van Aluminium
A
27
B
2,8,17
C
13
D
2,8,3
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Laat de leerlingen zien waar de valentie-elektronen zich bevinden in een atoom. Leg uit dat de valentie-elektronen bepalen hoe het atoom zich chemisch gedraagt.
Hoeveel valentie-elektronen heeft koolstof?
A
2
B
4
C
6
D
geen
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Het massagetal is gelijk aan de atoommassa
A
JA
B
NEE
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Van chloor bestaan in de natuur twee isotopen: Cl-35 en Cl-37. Zoek in Binas van deze isotopen het voorkomen in de natuur (%) op en bereken de gewogen gemiddelde atoommassa van chlooratomen.
Slide 14 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Hoe heet het als door overbemesting algen het andere leven in een sloot verstikken?
A
cradle-to-cradle
B
verzuring
C
stikstofdepositie
D
eutrofiering
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk element heeft de grootste impact op zoetwatereutrofiering?
A
Magnesium
B
Nikkel
C
Indium
D
Goud
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Vond je dit nuttig?
Nee, ik wist eigenlijk alles al.
Nee
Beetje
Ja
Ja heel erg
Slide 21 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Denk je dat de toets goed gaat komen?
😒🙁😐🙂😃
Slide 22 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Welke vragen uit de oefentoets wil je graag nog bespreken?
Slide 23 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
