6.4 wetenschappelijke revolutie

1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
In deze paragraaf leer je hoe een nieuw wereldbeeld ontstond.
In deze paragraaf leer je welke ontwikkeling de wetenschap doormaakte.
In deze paragraaf leer je hoe wetenschap werd toegepast.

Naar deze paragraaf

Slide 2 - Tekstslide

De Nederlandse Republiek was bijzonder in de Gouden Eeuw omdat (kruis het foute antwoord aan!)
A
Zij geen koning had
B
Vrouwen ook mochten stemmen
C
Zij heel veel handel dreef
D
Er tolerantie was

Slide 3 - Quizvraag

Sleep de begrippen naar het juiste land
De 7 Nederlanden
Frankrijk in de 17e eeuw
Staten-Generaal 
De stadhouder en de raadspensionaris hebben veel gezag
Bijna alle adel woont bij de koning
Het goddelijk recht om te regeren
Republiek
Absolutisme
Grootsheid en Rijkdom
Gouden Eeuw

Slide 4 - Sleepvraag

Welke handel lag aan de basis van de economische groei van het gewest Holland?
A
De overzeese handel in specerijen en peper
B
Graanhandel met het Oostzeegebied
C
Nijverheid en innovatie in de scheepvaart
D
Gecommercialiseerde landbouw

Slide 5 - Quizvraag

sleep de begrippen naar het juiste tijdvak
Tijdvak 5
Tijdvak 6
De wetenschappelijke revolutie
Het absolutisme
Een wereldeconomie
De Nederlandse Opstand
1600 - 1700
1500 - 1600
De Gouden Eeuw van Nederland
De Reformatie
De Europese expansie
De renaissance

Slide 6 - Sleepvraag

Transatlantische driehoekshandel hield in
A
Dat men luxeproducten ruilde voor slaven en die slaven ruilde voor tabak/koffie
B
Dat men in een driehoek van Willem van Oranje, Johan van Oldenbarneveld en Baltasar Gerards handel dreef
C
Dat men uit Japan goud haalde, dat verkocht in Indonesië , daar luxeproducten kocht en dit in Japan weer verkocht
D
Dat de VOC en WIC handelden met de Nederlandse overheid

Slide 7 - Quizvraag

Absolutisme betekent dat
A
De koning alles beslist
B
Het parlement alles beslist
C
Het volk alles beslist
D
Kinderen alles beslissen

Slide 8 - Quizvraag

aan wie legt lodewijk XIV verantwoording af?
A
aan het leger
B
aan god
C
aan het volk
D
aan de adel

Slide 9 - Quizvraag

Wat is GÉÉN kenmerk van het absolutisme onder Lodewijk XIV?
A
Economische politiek van het mercantilisme
B
Bevorderen van de machtspositie van de adel
C
De hofcultuur van Versailles
D
Centralisatie van het landsbestuur

Slide 10 - Quizvraag

In de Republiek was de macht in handen van ....
A
Regering
B
Adel
C
Regenten
D
Koning

Slide 11 - Quizvraag

Generaliteitslanden zijn....
A
Gebieden die veroverd waren door de Republiek op Spanje
B
Bevriende buurlanden van de Republiek
C
Gebieden onder bewind van de VOC
D
De noordelijke gewesten

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Waarmee krijgen al deze onderzoekers te maken?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Welke periode gaf een impuls aan de wetenschappelijke revolutie en hoe?

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

NPO start: De gouden Eeuw
aflevering 'een nieuwe wetenschap'



Bekijk van 5.48 tot 26.18 dit fragment.

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Link

De Wetenschappelijke Revolutie was
A
Een tijd waarin vrouwen meer wetenschap gingen beoefenen.
B
Een tijd waarin wetenschap binnen 10 jaar heel erg veranderde.
C
Een tijd waarin wetenschap veranderde.
D
Een tijd waarin smartphones belangrijk werden.

Slide 35 - Quizvraag

Wat stelde Newton vast?
A
Natuurwetten gelden altijd en overal
B
Natuurwetten gelden niet altijd
C
Alle voorwerpen oefenen aantrekkingskracht uit op elkaar
D
Sommige voorwerpen hebben geen last van zwaartekracht

Slide 36 - Quizvraag

De Wetenschappelijke Revolutie was
A
Een tijd waarin vrouwen meer wetenschap gingen beoefenen.
B
Een tijd waarin wetenschap binnen 10 jaar heel erg veranderde.
C
Een tijd waarin wetenschap veranderde.
D
Een tijd waarin smartphones belangrijk werden.

Slide 37 - Quizvraag

Anatomie van insecten
Telescoop
Microscoop
Zon is middelpunt
sterren zijn planeten
Galileo
Kepler
Van Leewenhoek
Huygens
Swammerdam

Slide 38 - Sleepvraag

Hij kwam in conflict met de katholieke kerk, hij bouwde telescopen, hij ontdekte dat de maan het licht van de zon weerkaatste.... Wie o wie?
A
Copernicus
B
Gaileï
C
Huygens
D
Van Leeuwenhoek

Slide 39 - Quizvraag

Gebruik bron 1.
leg uit dat de ideeën van Robert Hooke bij dragen aan het ontstaan van de wetenschappelijke revolutie van de 17e eeuw .

Slide 40 - Open vraag

Gebruik bron 2.
Geef uit de tekst drie redenen hoe instellingen als het theatrum anatonicum bijdragen aan de wetenschappelijke revolutie.

Slide 41 - Open vraag

Bron 1 - De natuurkundige Robert Hooke publiceert in 1665 een boek met zijn waarnemingen over de natuur. Over de relatie tussen vuur en zuurstof schrijft hij:


Het lijkt redelijk om te denken dat er niet zoiets bestaat als een vuurelement, dat een vlam doet opstijgen, maar dat die schijnende tijdelijke massa die wij 'vlam' noemen, niets anders is dan een mengsel van lucht en vluchtige, zwavelhoudende delen van afbreekbare of brandbare stoffen. 
Deze hypothese heb ik getracht te onderbouwen met een eindeloze hoeveelheid observaties en experimenten. 


Slide 42 - Tekstslide

Bron 2 - Beschrijving van het Theatrum anatomicus in de Universiteit van Leiden (gesticht door Willem van Oranje in 1575) door de Engelsman Thomas Penson (Leiden, 21 Juli 1587)
Bij binnenkomst ontving ieder van ons een in het Engels gedrukt boek met een beschrijving van elk voorwerp en de kenmerken van de diverse kasten en vitrines waarin zij waren uitgestald. Hier aanschouwde ik de wondere wereld van onze Schepper, zoals die door het vernuft van de mens zijn verzameld en samengebracht. (...) Ook troffen we allerlei vreemde stenen aan die in de hoofden en magen van diverse schepselen waren aangetroffen, evenals de eieren van slangen en krokodillen; voorts vreemde vliegen en spinnen; en Romeinse urnen van meer dan duizend jaar oud. Zo waren er nog talloze andere vreemde voorwerpen uit verschillende delen van de wereld (...). Nadat ik al die dingen aandachtig had bekeken, waarbij ik ze niet haastig voorbijliep maar weloverwogen en met de nodige overpeinzingen van het ene voorwerp naar het andere schreed, schafte ik het boek aan waarin de collectie beschreven staat.

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Link