Injecteren deel 2

Intramusculair injecteren
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Intramusculair injecteren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
De student kan ..
injectieplaatsen benoemen
verschil loodrechttechniek en rangeertechniek beschrijven


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar prik je met IM injecteren?
A
ader
B
bot
C
huid
D
spier

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Injectie I.M.


in het spierweefsel
loodrechttechniek 90 graden
rangeertechniek

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

armspier: 2 vingers onder zijkant sleutelbeen. 
dijbeenspier: hand in lies en hand boven knie, injecteren aan buitenzijde
bilspier rugzijde: bovenste buitenste kwadrant. bovenkant bilnaad horizontale lijn en dan door de helft
bilspier buikzijde: hand op heupbot, duim wijst naar been, wijsvinger spreiden. tussen wijs en middelvinger

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveelheid injectievloeistof
armspier: max. 2ml
dijbeenspier: max. 5 ml
bilspier rugzijde: max. 4 ml
bilspier buikzijde: 3 ml

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Injectietechniek
loodrechttechniek 90 graden
rangeertechniek 90 graden

Bloedvatcontrole (behalve bij bilspier buikzuide)

Slide 8 - Tekstslide

Rangeertechiek gebruik je om te voorkomen dat medicatie terug stroomt in het onderhuidse weefsel. Kan pijn of beschadiging veroorzaken
Rangeertechniek
loodrechttechniek
huid 2-3 cm opzij trekken
voorkomen terugvloeien medicatie

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

bij welke injectie kan je 45 en 90 graden injecteren
A
intramusculair
B
subcutaan
C
intraveneuze
D
insuline injecteren

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar gebruik je dit voor?
A
Intramusculair injecteren
B
subcutaan injecteren
C
rangeertechniek
D
injecteren insuline

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarvoor dient de rangeertechniek bij het i.m. injecteren?
A
niet terugvloeien medicatie
B
minder beschadiging aan huid
C
niet lekken van bloed
D
rangeertechniek gebruik je bij s.c. injectie

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarvoor dient het terugtrekken van de zuiger bij I.M. injectie
A
controle of de naald in de spier zit
B
controle of de naald in een bloedvat zit
C
controle toegankelijkheid naald
D
Dit doe je alleen bij subcutane injectie

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

verpleegkundig rekenen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Berekenen druppelsnelheid 

Vast gegeven:   
• 1 ml = 20 druppels
• 1 liter = 1000 ml




Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Berekenen druppelsnelheid
Hoe bereken je de hoeveelheid ml per uur.  

Als er een bepaalde hoeveelheid liters in de som staat zet je deze eerst om in de hoeveelheid ML.  
Het aantal ML deel je door het aantal UUR.
Dus als in een som staat 2 liter is dit 2000 ml als er 1,5 liter staat is dit 1500 ml etc. 

De som voor het berekenen van de hoeveelheid ml per uur is 
het aantal ml delen door het aantal uur (ml : uur = de hoeveelheid ml per uur)

Bijvoorbeeld. Een cliënt krijgt sondevoeding via een pomp. De client krijgt 2 liter in 24 uur. 
Op hoeveel ml per uur stel je de pomp in. 

Het aantal ml = 2 liter = 2000 ml Het aantal uur = 24 

ml : 24 = 83,33 ml per uur. Deze rond je af naar 83 ml per uur 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Berekening druppels per minuut
Hoe bereken je het aantal druppels per minuut

Aantal ml x 20 druppels delen door aantal uur x 60

We gebruiken de som van hierboven. Dat betekent
2 liter is 2000ml en het aantal uur is 24

2000 ml x 20 druppels = 40.000
24 uur x 60 = 1.140

40.000 : 1140 = 35,09 is 35 druppels per minuut

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Berekenen zuurstof


Flessen (cilinders kom je meestal tegen in 5 liter 10 liter of 15 liter zuurstof) 
De druk uitgedrukt in Bar wordt aangegeven op de manometer

 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Berekenen van zuurstof
Het bereken van zuurstof

Druk (bar) x de inhoud van de fles (cilinder) = het aantal liters dat in de fles zit

Aantal liters : op het voorschrift van de cliënt = het aantal minuten zuurstof in de fles

Het aantal minuten reken je terug in het aantal uur = de uitkomst hoeveel uur je nog met een fles kan doen


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Berekenen van zuurstof
Voorbeeldsom

Een cliënt krijgt 4 liter zuurstof per uur.  

Heeft een tank van 10 liter op de manometer staat 75 atmosfeer  
Hoeveel uur zit er nog in de tank

75 bar x 10 liter = 750 liter zuurstof in de fles  

Berekenen van het totale aantal minuten 

750 (aantal liter in de fles) : 4 liter zuurstof (voorschrift van de client) = 187,5 minuten zuurstof in de fles

187,5 terugrekenen naar het aantal uur 

187,5 uur is 3 uur en 7,5 minuten  

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week 18 juni
Huiswerk
maken opdrachten rekenen zuurstof en druppelsnelheid

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies