In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Klas 2
Hoofdstuk 4 Kopen een kunst
4.5 De beste keuze
Slide 1 - Tekstslide
Lesprogramma
Terugblik (kort!)
Nakijken
Uitleg 5. De Beste keuze
Maken opgaven blz 120 t/m 123 (= HUISWERK)
Slide 2 - Tekstslide
Terugblik les 4.4
Slide 3 - Tekstslide
HerhalingLeerdoelen 4.4
Ik kan uitleggen wat de vraag naar en aanbod van een product is.
Ik kan uitleggen wat de invloed is van vraag naar en aanbod op de prijs van een product is.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Als er veel vraag is..
A
daalt de prijs
B
stijgt de prijs
Slide 6 - Quizvraag
Wat is een markt ?
A
Dat is bijvoorbeeld de markt in het centrum, met kaas, groente en fruit.
B
De vraag van consumenten naar producten of diensten.
C
Het aanbod van goederen of diensten door bedrijven.
D
Zowel antwoord B als C is goed.
Slide 7 - Quizvraag
Wat is een evenwichtsprijs?
A
De evenwichtsprijs is de prijs waarvoor geldt dat het aanbod gelijk is aan de vraag.
B
De evenwichtsprijs is is de prijs die een consument moet betalen als inkoopprijs.
C
De evenwichtsprijs is is de prijs die overblijft nadat de bedrijfskosten eraf zijn gehaald.
D
De evenwichtsprijs is is de prijs die de consument meer betaald bij veel aanbod.
Slide 8 - Quizvraag
Hoeveel skipakken worden er gevraagd bij een prijs van €900,- ?
A
100
B
300
C
900
Slide 9 - Quizvraag
Hoeveel skipakken worden er aangeboden bij een prijs van €300,- ?
A
100
B
300
C
900
Slide 10 - Quizvraag
Vraag
De hoeveelheid van een product die de consumentensamen willen kopen.
- smaak
- inkomen
- reclame
- mode
Aanbod
De hoeveelheid die de ondernemers samen willen verkopen.
- omvang bedrijf (hoe groot?)
- kennis
- ervaring
Slide 11 - Tekstslide
Vraag in de grafiek
Belangrijk voor de vraag is de prijs:
Hoge prijs --> lage vraag
Lage prijs --> hoge vraag
Slide 12 - Tekstslide
Aanbod in de grafiek
Belangrijk voor het aanbod is de prijs:
Hoge prijs --> aanbod hoog
Lage prijs --> aanbod laag
Slide 13 - Tekstslide
Markt
Alle vraag en aanbod bij elkaar noemen we de markt.
Bijvoorbeeld: Alle vraag en aanbod van bloemen bij elkaar noemen we de markt voor bloemen. Andere voorbeelden de huizenmarkt, de energiemarkt en de markt voor telefoonproviders.
Slide 14 - Tekstslide
conclusie
naarmate de prijs hoger wordt zijn er minder vragers.
Doordat geen geld voor het product en/of geen geld voor over, het wordt te duur of misschien ook geen interesse.