Tussenstop 1 + hen/hun 5OPBA

Tussenstop 1
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Tussenstop 1

Slide 1 - Tekstslide

Tussenstop 1
Test je kennis van DT: 
  • Ga naar smartschool:
  • vakken > Nederlands 5 OpBa > Oefeningen > Les 2 Taal voor een ... > Is het d, t of dt? Of tt of dd?

pg.58
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

pg.58

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Engelse werkwoorden
Werkwoorden die geleend zijn uit het Enwoordige tijd (streamt, streamen), -de(n) of -te(n) in de verleden tijd (streamde, mixte) en -d of -t in het voltooid deelwoord (gestreamd, gemixt).

  • Soms komt er dan een extra -e in het werkwoord voor: timen - ik time - jij/hij timet - timede - getimed.
  • Werkwoorden die in het Engels op een dubbele medeklinker eindigen, behouden die in het Nederlands als dat nodig is voor de uitspraak van de klinker die ervoor staat: baseballt - baseballde - gebaseballd . Als de dubbele medeklinker niet bepalend is voor de uitspraak van de klinker in de stam, vervalt die volgens de officiële regels altijd: grilt - grilde - gegrild, strest - streste - gestrest
pg.410

Slide 10 - Tekstslide

pg.58

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

pg.58

Slide 13 - Tekstslide

Engelse werkwoorden
Werkwoorden die geleend zijn uit het Enwoordige tijd (streamt, streamen), -de(n) of -te(n) in de verleden tijd (streamde, mixte) en -d of -t in het voltooid deelwoord (gestreamd, gemixt).

  • Soms komt er dan een extra -e in het werkwoord voor: timen - ik time - jij/hij timet - timede - getimed.
  • Werkwoorden die in het Engels op een dubbele medeklinker eindigen, behouden die in het Nederlands als dat nodig is voor de uitspraak van de klinker die ervoor staat: baseballt - baseballde - gebaseballd . Als de dubbele medeklinker niet bepalend is voor de uitspraak van de klinker in de stam, vervalt die volgens de officiële regels altijd: grilt - grilde - gegrild, strest - streste - gestrest
pg.411

Slide 14 - Tekstslide

Engelse werkwoorden
Werkwoorden die geleend zijn uit het Enwoordige tijd (streamt, streamen), -de(n) of -te(n) in de verleden tijd (streamde, mixte) en -d of -t in het voltooid deelwoord (gestreamd, gemixt).

  • Soms komt er dan een extra -e in het werkwoord voor: timen - ik time - jij/hij timet - timede - getimed.
  • Werkwoorden die in het Engels op een dubbele medeklinker eindigen, behouden die in het Nederlands als dat nodig is voor de uitspraak van de klinker die ervoor staat: baseballt - baseballde - gebaseballd . Als de dubbele medeklinker niet bepalend is voor de uitspraak van de klinker in de stam, vervalt die volgens de officiële regels altijd: grilt - grilde - gegrild, strest - streste - gestrest
pg.411

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Meer info?
Bekijk de theorie van de werkwoordspelling op pg.408

Slide 17 - Tekstslide

Test je kennis van DT: 
  • Ga naar smartschool:
  • vakken > Nederlands 5 OpBa > Oefeningen > Les 2 Taal voor een ... > Is het d, t of dt? Of tt of dd?

PV in de ott pg.408-409
timer
2:00
pg.59

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Test je kennis van DT: 
  • Ga naar smartschool:
  • vakken > Nederlands 5 OpBa > Oefeningen > Les 2 Taal voor een ... > Is het d, t of dt? Of tt of dd?

Inversie
 pg.410
timer
3:00
pg.59

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Test je kennis van DT: 
  • Ga naar smartschool:
  • vakken > Nederlands 5 OpBa > Oefeningen > Les 2 Taal voor een ... > Is het d, t of dt? Of tt of dd?

PV in ovt
 pg.408-409
timer
2:00
pg.60

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Test je kennis van DT: 
  • Ga naar smartschool:
  • vakken > Nederlands 5 OpBa > Oefeningen > Les 2 Taal voor een ... > Is het d, t of dt? Of tt of dd?

voltooid deelwoord pg.408-409
timer
2:00
pg.60

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Test je kennis van DT: 
  • Ga naar smartschool:
  • vakken > Nederlands 5 OpBa > Oefeningen > Les 2 Taal voor een ... > Is het d, t of dt? Of tt of dd?

imperatief pg.410
timer
2:00
pg.60

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Test je kennis van DT: 
  • Ga naar smartschool:
  • vakken > Nederlands 5 OpBa > Oefeningen > Les 2 Taal voor een ... > Is het d, t of dt? Of tt of dd?

Engelse ww'n pg.411
timer
2:00
pg.61

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Evaluatie:
AGENDA:

Toets
  • Toets van les 2 (taal voor een leerkracht, taal voor leerlingen) op ______________________

Slide 30 - Tekstslide

Boeken toe... Wedstrijdje!
Wie blijft er het langst in de competitie? 
Neem per 2 een bordje.
De leerkracht dicteert zinnen. Vervoeg het werkwoord.

Slide 31 - Tekstslide

(niet voor lln)
  1. Nu (vinden) vind ik het genoeg geweest!
  2. De leraar (beoordelen) beoordeelt de leerlingen meestal positief, maar vandaag (betreuren) betreurt hij de zwakke resultaten.
  3. Het (worden) wordt gelukkig weer beter weer.
  4. Dat (beloven) belooft spannend te worden.
  5. Het (gebeuren) gebeurt te vaak dat automobilisten fietsert niet goed gezien hebben.
  6. (Antwoorden) Antwoord jij altijd zo onbeleefd als jou iets gevraagd (worden) wordt?
  7. (Benijden) Benijdt de buurman jou om jouw nieuwe auto?
  8. Het is nog niet duidelijk wie de misdaad gepleegd heeft, maar blijkbaar (vermoeden) vermoedt de politie dat er een bende aan het werk is.
  9. Gisteren (landen) landde een vliegtuig met succes op het water. Alle inzittenden konden gered worden.
  10. Gelukkig (posten) postte ik dat kaartje nog net op tijd. Anders had ze geen enkel kaartje ontvangen voor haar verjaardag.
  11. De goochelshow was een groot succes. De kinderen (lachen) lachten de hele tijd.
  12. De krant (berichten) berichtte vorig jaar al over de toegenome armoede.

Slide 32 - Tekstslide

(niet voor lln deel 2)
  1. Hij heeft altijd (beweren) beweerd dat hij onschuldig was.
  2. Je hoeft niet boos te zijn, ze heeft het zo niet (bedoelen) bedoeld.
  3. Er is deze week weer veel (gebeuren) gebeurd dat ik je nog niet (vertellen) verteld heb.
  4. Heb jij je huiswerk al (maken) gemaakt?
  5. Hij heeft alle vragen goed (beantwoorden) beantwoord.
  6. (worden) Word nu toch eens volwassen!
  7. (staren) Staar niet zo naar die mensen.
  8. (zijn) Wees voorzichtig op de weg!
  9. (opwinden) Wind je niet zo op.
  10. Die trainer (coachen) coacht/coachte die turners al jaren.
  11. Mijn broer (skateboarden) skateboardde vroeger heel graag, maar nu (voleyballen) voleybalt hij een keer per week.
  12. Wanneer heb jij voor het laatste (scoren) gescoord?
  13. (deleten) Delete dat filmpje onmiddellijk!

Slide 33 - Tekstslide

Wat is hier fout?

Slide 34 - Tekstslide

Hun, hen of ze?

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

hen
Na een voorzetsel:
  • Ik geef de roos aan hen.

Als lijdend voorwerp:
  • Iedereen feliciteerde hen.

tip: Zij werden gefeliciteerd. 

Slide 37 - Tekstslide

hun
Als meewerkend voorwerp:
  • Ik geef hun de roos.
tip: "aan/voor" hen

Als bezittelijk voornaamwoord:
Het is hun roos.

Slide 38 - Tekstslide

Ik verwacht een reactie van ...
A
hen
B
hun

Slide 39 - Quizvraag

Hij schonk ... een kop koffie in.
A
hen
B
hun

Slide 40 - Quizvraag

Hij heeft ... ontslagen.
A
hen
B
hun

Slide 41 - Quizvraag

De mensen stonden om ... heen
A
hen
B
hun

Slide 42 - Quizvraag

De tranen stonden ... in de ogen.
A
hen
B
hun

Slide 43 - Quizvraag

Wat is hier fout?

Slide 44 - Tekstslide

Wat is hier fout?

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

... boeken moeten nog opgeruimd worden.
A
dit
B
dat
C
deze
D
die

Slide 48 - Quizvraag

... boek hier moet je gelezen hebben!
A
dit
B
dat
C
deze
D
die

Slide 49 - Quizvraag

Leerlingen ... deze regel kennen zullen goed voorbereid zijn voor het examen.
A
dit
B
dat
C
deze
D
die

Slide 50 - Quizvraag

Zie je ... huis daar?
A
dit
B
dat
C
deze
D
die

Slide 51 - Quizvraag

Wat is hier fout?

Slide 52 - Tekstslide