3hv Grammatica zinsdelen - Samentrekking

Samentrekkingen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Samentrekkingen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
XJe kunt samentrekkingen op verschillende niveaus herkennen en gebruiken.
(woordniveau, zinsniveau, woordgroepsniveau)

XJe weet hoe je een foutieve samentrekking (zinsniveau) kunt herkennen

Slide 2 - Tekstslide

Het park
Tijdens de middaguren en avonduren is het druk in het park. Jonge mensen lopen een rondje en oudere mensen ook. Zij doen dit om even een frisse neus te halen. 
Op koude dagen en op regenachtige dagen is het wel wat rustiger. 

Slide 3 - Tekstslide

Het park
Tijdens de middag- en avonduren is het druk in het park. Jonge mensen lopen een rondje en oudere ook. Zij doen dit om even een frisse neus te halen. 
Op koude en regenachtige dagen is het wel wat rustiger. 
Door woorden of zinsdelen weg te laten, kun je korter formuleren. 

Slide 4 - Tekstslide

Samentrekking
Dit betekent eigenlijk gewoon 'korter schrijven' of 'woord(en) weglaten'.
landsgrenzen en provinciegrenzen   ->   
lands- en provinciegrenzen
nationale wedstrijden en internationale wedstrijden  ->                              nationale en internationale wedstrijden
Marius reed te hard en Marius kreeg daarom een boete. -> 
Marius reed te hard en kreeg daarom een boete.


Slide 5 - Tekstslide

Samentrekking
Voorwaartse: het gezamenlijke deel wordt genoemd in het eerste deel en weggelaten in het laatste deel
  • een goedkope armband en een dure armband
  • een goedkope armband en een dure
Achterwaartse: het gezamenlijke deel wordt genoemd in het laatste deel en weggelaten in het eerste deel
  • in voorspoed en tegenspoed
  • in voor- en tegenspoed

Slide 6 - Tekstslide

Marius reed te hard en kreeg daarom een boete.
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 7 - Quizvraag

Samentrekking
Een samentrekking kan voorkomen op drie niveaus.
  1. woordniveau: je laat een deel van het woord weg en plaatst een streepje (-)
  2. woordgroepsniveau: je laat één of meer woorden weg
  3. zinsniveau: je laat één of meer zinsdelen weg

Slide 8 - Tekstslide

Samentrekking: voorbeelden


zinsniveau:

Je laat één of meer zinsdelen weg

Nienke gaat op de fiets en Noud op de scooter
Wij schaatsten en onze kinderen sleeden in die strenge winter elke dag.

Slide 9 - Tekstslide

Leest Daniel eigenlijk liever jeugd- of volwassenliteratuur?
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 10 - Quizvraag

Ik spaar al jaren cartoons uit het buitenland en strips uit Nederland.
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 11 - Quizvraag

Gebruikt u altijd katoenen of papieren zakdoekjes?
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 12 - Quizvraag

Gebruikt u altijd katoenen of papieren zakdoekjes?
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 13 - Quizvraag

Foutieve samentrekking
Waarom is de samentrekking ijs- en bruine beren onjuist? 

Slide 14 - Tekstslide

Foutieve samentrekking
Waarom is de samentrekking ijs- en bruine beren onjuist? 
ijsberen
(woordniveau) 
bruine beren
(woordgroep) 

Slide 15 - Tekstslide

een oude lamp en een nieuwe
vanille- en aardbeienijs
Ik zit op voetbal en John ook.
Je verdient en krijgt een goed cijfer
Woordniveau
Woordgroepniveau
Zinsniveau

Slide 16 - Sleepvraag

Jongens verstoren eerder de les en stuurt de docent daarom vaker weg.
A
Correcte samentrekking
B
Foutieve samentrekking

Slide 17 - Quizvraag

Mijn ouders verheugden zich al en ik ook.
A
Correcte samentrekking
B
Foutieve samentrekking.

Slide 18 - Quizvraag

Mijn ouders verheugden zich al en ik verheugde mij ook heel erg.
A
Correcte samentrekking
B
Foutieve samentrekking

Slide 19 - Quizvraag

Aan de slag
Aftekenen 3.3
Leesboeken doorgeven

Weektaak 3.4 grammatica
samentrekking

Aftekenen: woe na carnaval 

Slide 20 - Tekstslide