Presentatie Nederlands Grammatica Blok 5

nederlands
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Enkelvoudige zinnen
-  In enkelvoudige zinnen staat de persoonsvorm na het eerste zinsdeel of aan het begin van de zin.

Slide 2 - Tekstslide

Maak van deze zin een enkelvoudige zin: Ga jij je ouders toestemming vragen zodat je ook mee kunt naar Walibi?

Slide 3 - Open vraag

Vul het voegwoord in en benoem het. Ga jij je ouders toestemming vragen? Zodat je ook mee kunt naar Walibi?

Slide 4 - Open vraag

Samengestelde zinnen
-  In de delen van samengestelde zinnen staat de persoonsvorm niet altijd op dezelfde plaats.

Slide 5 - Tekstslide

Maak van deze zin een samengestelde zin: Vandaag schijnt de zon. Morgen regent het de hele dag volgens de weerapp.

Slide 6 - Open vraag

Hoofd- en bijzinnen
-  Het deel van de samengestelde zin waarin de persoonsvorm het eerste of tweede zinsdeel is, noem je een hoofdzin.
- Het deel van de samengestelde zin waarin de persoonsvorm niet het eerste of tweede zinsdeel is, noem je een bijzin.

- Nevenschikkende voegwoorden verbinden altijd hoofdzinnen met elkaar.
- Onderschikkende voegwoorden verbinden altijd hoofd- en bijzin met elkaar.
- Onderschikkende voegwoorden kunnen ook aan het begin van een samengestelde zin voorkomen.

Slide 7 - Tekstslide

Hoofd- en bijzin
- Op de volgende dia komt een zin in beeld te staan. Benoem van die zin het voegwoord, het soort voegwoord (neven- of onderschikkend) en wat de hoofdzin is en wat de bijzin is.

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 1
Schrijf je antwoorden op een blaadje.

Benoem het voegwoord + het soort voegwoord, hoofdzin en bijzin.

Zin: Het windmolenpark voor de Noord-Hollandse kust heeft voor veel commotie gezorgd, waardoor de bouw erg is vertraagd.

Slide 9 - Tekstslide

Antwoord
- Voegwoord: waardoor
- Soort voegwoord: onderschikkend voegwoord
- Hoofdzin:  Het windmolenpark voor de Noord-Hollandse kust heeft voor veel commotie gezorgd
- Bijzin: de bouw erg is vertraagd.

Slide 10 - Tekstslide

Vraag 2
Schrijf je antwoorden op een blaadje.

Benoem het voegwoord + het soort voegwoord, hoofdzin en bijzin.

Zin: In de meivakantie ga ik heel hard studeren voor de repetitieweek, omdat ik dit jaar niet wil overdoen.

Slide 11 - Tekstslide

Antwoord
- Voegwoord: omdat
- Soort voegwoord: onderschikkend voegwoord
- Hoofdzin: In de meivakantie ga ik heel hard studeren voor de repetitieweek
- Bijzin: ik dit schooljaar niet wil overdoen.

Slide 12 - Tekstslide