kader 1: ordening dieren

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Ordenen is
A
een groep verdelen met hetzelfde kenmerk
B
een levend wezen
C
dat er meerdere cellen zijn
D
dat dieren geen celwand hebben

Slide 2 - Quizvraag

wat zijn celkenmerken
A
het is een organisme
B
dat zijn bacteriën
C
dat is een celkern, celwand en bladgroenkorrels
D
dat ze zich samen kunnen voortplanten

Slide 3 - Quizvraag

Heeft een dier wel of geen celwand
A
wel
B
geen

Slide 4 - Quizvraag

Leerdoelen bs. 3+4+5
Je kunt:
  • Dieren indelen door te kijken naar het skelet en de symmetrie
  • Kenmerken en voorbeelden noemen van 6 groepen dieren

Slide 5 - Tekstslide

Dieren ordenen
Bij het ordenen van dieren zijn de belangrijkste kenmerken:

  1.  Het skelet; uitwendig skelet, inwendig skelet, geen skelet.
  2. De symmetrie (Kader); 

Slide 6 - Tekstslide

Skelet
Inwendig skelet --> Een skelet aan de binnenkant van een organisme

Uitwendig skelet --> Een skelet aan de buitenkant van een organisme, bijv een huisje van een slak

Slide 7 - Tekstslide

Het skelet

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

De symmetrie
Een symmetrisch dier is in twee gelijke helften te verdelen.

  1.  Tweezijdig symmetrisch: Deze dieren kun je maar op één manier in twee gelijke helften verdelen. 
  2. Veelzijdig symmetrisch. Deze dieren kun je op meerdere manieren in twee gelijke helften verdelen
  3. Niet symmetrisch

Slide 11 - Tekstslide

Symmetrie
- Een voorwerp is in twee gelijke helften te verdelen
Bijv. de mens (linker en rechter helft gelijk)

Tweezijdig symmetrisch --> op 1 manier in 2 gelijke helften
Veelzijdig symmetrisch --> op meerdere manier door de helft
Niet symmetrisch --> geen twee gelijke helften te maken

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Stammen van het dierenrijk

Iedere stam heeft zijn eigen kenmerken 

Deze kenmerken leer je per stam uit je hoofd




1. Sponsdieren
2. Neteldieren
3. Weekdieren
4. Stekelhuidigen
5. Geleedpotigen
6. Gewervelden

Slide 15 - Tekstslide

Geleedpotigen
De poten van geleedpotigen zijn geleed. Ze zijn opgebouwd uit kleine stukjes: de leden

Ook het lichaam is opgebouwd uit stukjes: de segmenten 

Slide 16 - Tekstslide

Geleedpotigen kun je verder indelen in vier groepen
• veelpotigen: elk segment heeft poten
• kreeftachtigen: 10 poten of meer poten
• spinachtigen (gifkakigen): 8 poten
• insecten (zespotigen): 6 poten

Slide 17 - Tekstslide

6 poten
8 poten
10 poten of meer poten
Elk segment heeft poten

Slide 18 - Tekstslide

Gewervelden
Gewervelden hebben een inwendig skelet
Een onderdeel van dit skelet is de wervelkolom, die is opgebouwd uit wervels 

Slide 19 - Tekstslide

De gewervelden kun je indelen in vijf groepen
  1. Vissen, 
  2. Amfibieën
  3. Reptielen
  4. Zoogdieren  

Slide 20 - Tekstslide

Wat is geen afdeling van het dierenrijk?
A
Geleedpotigen
B
Sponzen
C
Slakken
D
Weekdieren

Slide 21 - Quizvraag

welke stammen van het dierenrijk ken je?
A
gewervelden, neteldieren, wormen, weekdieren, stekelhuidigen, geleedpotigen
B
gewervelden, neteldieren, wormen, weekdieren, stekelhuidigen,
C
gewervelden, neteldieren, wormen, weekdieren, geleedpotigen
D
gewervelden, neteldieren, weekdieren, stekelhuidigen, geleedpotigen

Slide 22 - Quizvraag

Om het dierenrijk te ordenen gebruiken we het kenmerk:
A
Cellen
B
Huid
C
Skelet
D
Wervelkolom

Slide 23 - Quizvraag

Een van de stammen in het dierenrijk zijn de weekenddieren
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Welke 2 kenmerken gebruiken we om dieren in te kunnen delen?

Slide 25 - Open vraag

Opdrachten
Opdrachten 3.3: 1 t/m 3

Slide 26 - Tekstslide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 27 - Open vraag


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 28 - Open vraag

lees en maak de bs. 3+4+5
succes!!!

Slide 29 - Tekstslide