Unité 4 La santé HV2D

BONJOUR et BIENVENUE HV2D!
Bonjour
et 
bienvenue!!
mercredi, le 28 février 2024
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BONJOUR et BIENVENUE HV2D!
Bonjour
et 
bienvenue!!
mercredi, le 28 février 2024

Slide 1 - Tekstslide

Unité 4 La santé

Slide 2 - Tekstslide

Aujourd'hui:
  • Prononcer apprendre 4
  • Réviser le vocabulaire de appr. 1 et 2
  • Corriger les devoirs
  • Faire une conversation sur la santé 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

l'épaule
les oreilles
le ventre
le nez
les dents
les yeux
la jambe
la tête

Slide 5 - Sleepvraag

pijn hebben (aan) = avoir mal (à)

Tu as mal au cou.
J'ai mal à la tête.
Il a mal à l'oreille.
Nous avons mal aux yeux. 

Let op!!
à + le > au
à + les > aux

Slide 6 - Tekstslide

Hoe zeg je?
Zij heeft buikpijn.
A
Elle a mal au genou.
B
Elle a mal au ventre.
C
Elle a mal à la genou.
D
Elle a mal aux ventre.

Slide 7 - Quizvraag

Hoe zeg je?
Wij hebben pijn aan onze voeten.
A
Nous avons mal au pied.
B
Nous avons mal à la jambe.
C
Nous avons mal aux pieds.
D
Nous avons mal aux jambes.

Slide 8 - Quizvraag

Hoe zeg je?
Jij hebt hoofdpijn.

Slide 9 - Open vraag

la santé
l'hôpital
le médicament
tomber malade
la maladie
le médecin
le mal
de gezondheid
het ziekenhuis
de dokter
ziek worden
de ziekte
het medicijn
de pijn

Slide 10 - Sleepvraag

Tu manges ___ de fruits? Je mange deux fruits par jour.
A
Quand
B
Comment
C
Combien
D
Pourquoi

Slide 11 - Quizvraag

Quel est ton fruit préféré? Moi, j'adore les .................................
A
poubelles
B
dos
C
laits
D
pommes

Slide 12 - Quizvraag

Maintenant:
  • Corrigez les devoirs (ex. 6 & 7) van nakijkblad
  • Faire: exercice de conversation 
  • Lr.: apprendre 4

Slide 13 - Tekstslide

Maak samen een Frans gesprek over 
La santé:

Eerst even opnieuw "kennismaken"

A1. Hoe heet je?
B1. Ik heet....

A2. Hoe oud ben je?
B2. Ik ben ... jaar (in het Frans met het werkwoord hebben!!!)

A3. Waar woon je?
B3. Ik woon in (à) ....


(Alles in het Frans!)





A4. Heb je broers en/of zussen?
B4. Ja, ik heb ..... /Nee, ik ben enig kind

A5. Tu es en bonne santé (gezond)? 
B5. Oui, je ....... /Non, ......

A6. Tu fais du sport? 
B6. Oui, je fais du/de la.....

A7. Tu dors bien (slaap je goed)? 
B7. Oui, je.... /Non, je ....

A8. Tu manges beaucoup de légumes et de fruits (groente en fruit)?
B8. Oui, je...../ Non, je ....

(Alles in het Frans!)

Slide 14 - Tekstslide

Kijk naar het volgende filmpje; 
Noteer twee soorten fruit die je lekker vindt en twee die je niet lekker vindt.
Begin je zin met ; j'aime .... en je déteste.....

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Au revoir!

Slide 17 - Tekstslide