Je kan werken met de rekenregels: volgorde van bewerkingen
Slide 7 - Tekstslide
VK Volgorde bij berekening
Stappenplan
Haakjes
Machten (dus ook kwadraten en wortels)
Vermenigvuldigen en Delen (v.l.n.r)
Optellen en Aftrekken (v.l.n.r)
Help Mij Van Die Onvoldoendes Af!
Slide 8 - Tekstslide
Rekentrainer
Volgorde bewerkingen
timer
5:00
Slide 9 - Tekstslide
Doel
Theorie:
Je weet waarom je moet kiezen uit je behoeften.
Rekenvaardigheden:
Je kan werken met de rekenregels: volgorde van bewerkingen
Slide 10 - Tekstslide
Behoeften
Behoeften
basisbehoeften
Slide 11 - Tekstslide
Behoeften
Behoeften
basisbehoeften
(heb je nodig om te kunnen leven)
Slide 12 - Tekstslide
Behoeften
Behoeften
basisbehoeften
overige behoeften
(heb je nodig om te kunnen leven)
Slide 13 - Tekstslide
Behoeften
Behoeften
basisbehoeften
overige behoeften
Slide 14 - Tekstslide
Basisbehoeften
Overige behoeften
Slide 15 - Sleepvraag
kopen
Als je iets koopt, consumeer je.
Slide 16 - Tekstslide
kopen
Als je iets koopt, consumeer je.
Iemand die iets koopt, is een consument.
Slide 17 - Tekstslide
Goederen en diensten
Slide 18 - Tekstslide
Goederen en diensten
Een goed = tastbaar
Slide 19 - Tekstslide
Goederen en diensten
Een goed = tastbaar
Een dienst = niet tastbaar
Slide 20 - Tekstslide
Goederen en diensten
Een goed = tastbaar
Een dienst = niet tastbaar
Een dienst is iets dat een bedrijf of persoon doet voor een ander.
Slide 21 - Tekstslide
Een vliegreis kopen (vraag 6)
A
een goed
B
een dienst
Slide 22 - Quizvraag
Een duikmasker kopen (vraag 6)
A
een goed
B
een dienst
Slide 23 - Quizvraag
een film in de bioscoop zien (vraag 6)
A
een goed
B
een dienst
Slide 24 - Quizvraag
een broodje gezond kopen (vraag 6)
A
een goed
B
een dienst
Slide 25 - Quizvraag
Noodzakelijke en luxe behoeften
Let op: verschilt per persoon!
Slide 26 - Tekstslide
vraag 14: noodzakelijke of luxe behoefte?
noodzakelijke behoefte
Luxe behoefte
Slide 27 - Sleepvraag
Je kunt niet alles consumeren door:
Gebrek aan geld
Gebrek aan tijd
Slide 28 - Tekstslide
Je kunt niet alles consumeren door:
Gebrek aan geld
Gebrek aan tijd
Je moet dus kiezen wat je het belangrijkst vindt. Je moet prioriteiten stellen
Slide 29 - Tekstslide
Bekijk de bron. Stel: je bent 18 uur per week bezig bent met je hobby’s. Je sport 7 uur per week, je luistert 2 uur naar muziek, je bent 4 uur bezig met games en je besteedt 5 uur aan het uitgaan met vrienden.
Vul de ontbrekende gegevens van het cirkeldiagram in.
Vraag 23
Slide 30 - Tekstslide
Gebrek aan tijd (vraag 23)
opdr
Slide 31 - Tekstslide
Bekijk de bron. Stel: je bent 18 uur per week bezig bent met je hobby’s. Je sport 7 uur per week, je luistert 2 uur naar muziek, je bent 4 uur bezig met games en je besteedt 5 uur aan het uitgaan met vrienden.
Vul de ontbrekende gegevens van het cirkeldiagram in.
Vraag 23
Slide 32 - Tekstslide
Bekijk de bron. Stel: je bent 18 uur per week bezig bent met je hobby’s. Je sport7 uur per week, je luistert 2 uur naar muziek, je bent 4 uur bezig met games en je besteedt 5 uur aan het uitgaan met vrienden.
Vul de ontbrekende gegevens van het cirkeldiagram in.
Vraag 23
Slide 33 - Tekstslide
Bekijk de bron. Stel: je bent 18 uur per week bezig bent met je hobby’s. Je sport7 uur per week, je luistert 2 uur naar muziek, je bent 4 uur bezig met games en je besteedt 5 uur aan het uitgaan met vrienden.
Vul de ontbrekende gegevens van het cirkeldiagram in.
Vraag 23
Slide 34 - Tekstslide
Bekijk de bron. Stel: je bent 18 uur per week bezig bent met je hobby’s. Je sport7 uur per week, je luistert 2 uur naar muziek, je bent 4 uur bezig met games en je besteedt 5 uur aan het uitgaan met vrienden.
Vul de ontbrekende gegevens van het cirkeldiagram in.
Vraag 23
De blauwe sector betekent....
Je bent hiermee ... uur bezig.
Licht oranje = ..................
Je bent hiermee ...... uur bezig.
Slide 35 - Tekstslide
Behoeften verschillen door:
budget (hoeveel heb je te besteden)
leeftijd
geslacht
de invloed van vrienden en klasgenoten
de invloed van familie
de invloed van reclame
Slide 36 - Tekstslide
Doel
Theorie:
Je weet waarom je moet kiezen uit je behoeften.
Rekenvaardigheden:
Je kan werken met de rekenregels: volgorde van bewerkingen
Slide 37 - Tekstslide
BK
Maken Hoofdstuk 1:
paragraaf 1
+ Rekentrainer
+ Leren Hoofdstuk 1:
paragraaf 1
KGT
Huiswerk 6 september
Slide 38 - Tekstslide
Nabespreking
Hoe is het gegaan? Wat ging goed? Wat vond je moeilijk? Welke vragen heb je nog?