Verdiepend keuzevak professioneel zelf

Verdiepend keuzevak professioneel zelf
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
D&PHBOStudiejaar 3

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Verdiepend keuzevak professioneel zelf

Slide 1 - Tekstslide

Professioneel zelf
= professioneel deel van jezelf

Bestaat uit:
- persoonlijke praktijktheorie
- kennisbasis
- expertisegebied 

Slide 2 - Tekstslide

Praktijktheorie
Persoonlijk: hoe werkt het voor jou?
- ervaringskennis
- patronen in je handelen
- deels onbewust (opvattingen, beelden, regeltjes e.d.)

Slide 3 - Tekstslide

Praktijktheorie
Opgebouwd uit:
1.  een deel hoe iemand denkt te handelen (espoused theory)
 = wat je in je hoofd hebt over hoe je je handelen vormgeeft en uitvoert (de bewuste/onbewuste opvattingen etc.
2. wat iemand in de praktijk laat zien/doet, waargenomen door anderen (theory in use)
Kan een verschil tussen zitten.
Espoused theory en theory in use vormen samen de praktijktheorie. Praktijktheorie wordt ook theory of action genoemd.
Bron: Argyris & Schön, (1974)

Slide 4 - Tekstslide

De plek van praktijktheorie op de lijn theorie vs praktijk
(bron: Ruijters, van Luijn, Wortelboer e.a., 2019).

Slide 5 - Tekstslide

De manier waarop espoused theory & theory in use samenkomen in action theory (bron: Ruijters, van Luijn, Wortelboer e.a., 2019).

Slide 6 - Tekstslide

Praktijktheorie
- Lastig om je praktijktheorie scherp te krijgen. Wat is dat dan precies wat jouw handelen stuurt?
- Hoe zorg je ervoor dat streven en handelen bij elkaar aansluiten?
- Hier zicht op krijgen lukt door in gesprek te gaan met 'professionele vrienden'.
(zie lesopdracht in PP)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Kennisbasis
= jouw persoonlijke kennis die onder je handelen ligt:
- inhoudelijke kennis
- kennis context
- zelfkennis

Slide 9 - Tekstslide

Inhoudelijke kennis
T-profiel van kennis (Weggeman, 2007):
In de poot: specialisme, verdiepende kennis;
In de dwarsbalk: verbreding via aanverwante gebieden.

Specialistische kennis is belangrijk voor jezelf en voor 
je beroepsgroep. Je voegt iets toe aan je vak.
Teveel algemene kennis heeft tot gevolg dat ontwikkeling
van jezelf en je vak tot stilstand komt.

Slide 10 - Tekstslide

Inhoudelijke kennis
Benutten van kennis gebeurt niet altijd optimaal:
- soms voelen een risico om de kennis te gebruiken (bijv sociale veiligheid, macht);
- soms 'vergeten'  we kennis te gebruiken (kopen goedkope kleding en kinderarbeid);
- gevoel dat je te weinig kennis hebt en niet durft te vertrouwen op je eigen deskundigheid.
= contextafhankelijk

Slide 11 - Tekstslide

Denkvragen inhoudelijke kennis
- Op welke modellen of inzichten grijp je in je werk graag terug?
- Voor welke theorieën of schrijvers ben jij 'allergisch'?
- Ben je een 'breedte' kenner of een 'diepte' kenner? Ben je altijd een van beiden geweest, ben je van breed naar diep gegaan of andersom?
- Wat doe jij om je vakkennis bij te houden?
- Wat heb je nodig om uit je kennis comfortzone te stappen? Wat wordt je 1e stap?
- Wanneer weet jij of je kennis echt genoeg is? Wanneer twijfel je daaraan en wat speelt er dan?

Slide 12 - Tekstslide

Contextkennis
- Je kennisbasis is altijd in ontwikkeling;
- Ontwikkeling kennisbasis is verbonden aan de ontwikkeling van je professie;
- Werkcontext is bepalend voor je contextkennis:
(professionele normen en waarden voor goed werk, verwachtingen, omgangsvormen e.d.)

Slide 13 - Tekstslide

Zelfkennis
Zelfkennis heeft te maken met je persoonlijk zelf, maar ontmoet hier het professioneel zelf: hoe goed ken jij jezelf als professional?

Slide 14 - Tekstslide

Zelfkennis
-Je materiële zelf: wat is van jou in je werk, waar zet je mijn voor?
- Je sociale zelf: in welke groepen beweeg jij je? Welke plek neem je daarin en hoe verhoud jij je tot anderen?
- Je spirituele zelf: hoe zet jij je werk in beweging? Hoe draagt je werk bij aan het realiseren van jezelf?

Wie je bent laat je zien in relatie met anderen. Voor betrouwbare zelfkennis heb je dus anderen nodig. Contact met anderen draagt dus bij aan kennis over je professionele zelfbeeld.

Slide 15 - Tekstslide

Zelfkennis: model van transactionele analyse
Transactionele analyse (TA):  theorie over persoonlijkheid, communicatie en verandering. Grondlegger is Canadese psychiater Eric Berne (1910-1970).  Hij ontwikkelde TA om persoonlijke ontwikkeling mogelijk te maken en gezonde relaties aan te kunnen gaan. 
Pijlers TA: geloof in zelfverantwoordelijkheid en in zelfsturend vermogen van mensen. TA is model dat handvatten biedt om complexiteit en diepgang van jezelf in relatie met anderen en jezelf in relaties met organisaties inzichtelijk te maken (persoonlijkheid, communicatie, verandering). Leidt tot persoonlijke en professionele ontwikkeling, helpt om zelfkennis te verkrijgen.



Slide 16 - Tekstslide

Transactionele Analyse 
Uitganspunten Transactionele Analyse zijn:
– mensen zijn OK: elke persoon is van waarde, van belang en heeft recht op gelijkheid en respect;
– mensen (met slechts enkele uitzonderingen, zoals degenen met een ernstige hersenbeschadiging) hebben de capaciteit om na te denken;
– mensen kunnen veranderen; zij kunnen eerdere beslissingen die zij namen, herzien.

Podcast over TA: 
https://open.spotify.com/episode/2CzoC60NMK0hFRs90XIehV?si=Tkt7abiDS_aIwefHzcPK4A&nd=1 

Slide 17 - Tekstslide

Expertisegebied
= dat onderwerp of deel van je werk waarin je meer weet dan vakgenoten of wat je beter kan dan je vakgenoten. Dat deel waarmee je kan bijdragen aan de ontwikkeling van je vakgenoten en/of je vak.

Dit vraagt:
- dat je actief bezig bent met je vakkennis
- je (nieuwe) kennis gebruikt (producten, inzichten, aanpak etc.): nieuwe ontwikkelingen uitdragen;
- je kennis en producten gebruikt om jouw vak -of die van collega's- te helpen om het vak beter uit te voeren;

Slide 18 - Tekstslide

Expert worden
'Experts are always made, not born' (K.A. Ericsson, 2006).

Expert worden kost moeite: energie en tijd.
Kan alleen bij oprechte interesse en als je talenten tot uiting kunnen komen;
Ontwikkeling of expertise verkrijgen gaat altijd om verkrijgen van nieuwe kennis en vaardigheden (competenties), maar juist ook om het een plek te geven in wie jij bent.

Slide 19 - Tekstslide

Wat helpt om expert te worden?
- positieve bekrachtiging, waardering en complimenten;
- veel en voortdurend oefenen;
- contact met anderen en eerlijke feedback;
- oprechte interesse;
- vrijheid;
- fouten mogen maken;
- openheid en authenticiteit;
- moeite doen: leren mag pijn doen.

(Rincón-Gallardo, 2017)

Slide 20 - Tekstslide

Nadenkvragen expertisegebied
- Waar ben jij echt goed in?
- Waar ben je anders in dan de norm?
- Waar ben je kritisch op?
- Hoe profileer jij je?
- Hoe kun jij je expertise(gebied) laten zien aan anderen? Lukt het je om aan anderen te vertellen waar je van bent?

Slide 21 - Tekstslide

Bronnen
Argyris C. & Schön D. (1974) Theory in practie. Increasing professional effectiveness. San Fransisco: Jossey-Bass.
Berne, E. (1957), Ego states in psychotherapy. American Journal of Psychotherapy, 11, 293-309.
Berne, E. (1961). Transactional Analysis Psychotherapy. New York: Grove Press.
Ruijters, M. C., & Simons, R.-J. (sd). Je binnenste buiten, over professionele identiteit in organisaties.
Ruijters, M., Luin, G. v., & Wortelboer, F. (2019). Mijn binnenste buiten. Werken aan je professionele identiteit. Amsterdam: Boom uitgevers.
https://ta-academie.nl/kennisbank/transactionele-analyse/
Weggeman M.(2007), Leiding geven aan professionals? Niet doen! Over kenniswerkers, vakmanschap en innovatie. Schiedam: Scriptum.

Slide 22 - Tekstslide