Les 8. Cladogrammen en Evolutie aantonen
1 / 22
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Een bepaalde vorm van hemofilie berust op een afwijking van één enkel gen. Het allel voor deze vorm van hemofilie is recessief ten opzichte van dat voor normale bloedstolling. De frequentie van dit allel voor deze vorm van hemofilie is in een populatie 0,08. Twee ouders met normale bloedstolling uit de desbetreffende populatie krijgen een kind. Er wordt vanuit gegaan dat geen mutaties optreden.
Bereken nauwkeurig (zonder afrondingen) hoe groot de kans is dat dit kind deze vorm van albinisme heeft
Bereken nauwkeurig (zonder afrondingen) hoe groot de kans is dat dit kind deze vorm van albinisme heeft
Slide 2 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Herhaling. Eilanden stimuleren....
A
Sympatrische soortvorming
B
Allopatrische soortvorming
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Examenvraag:
Wie zijn het meest verwant?
Wie zijn het meest verwant?
A
Dwergherten - zwijnen
B
Giraffen - dwergherten
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Hoe kunnen biologen achter verwantschap komen?
Slide 9 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Homoloog of analoog?
A
Homoloog
B
Analoog
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe kan een bioloog er achter komen hoe lang geleden soorten al bestonden?
Slide 15 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Een bioloog heeft een fossiel gevonden uit (hij denkt) de ijstijd. Echter zijn er geen gidsfossielen. aanwezig. Hoe zou hij toch er achter kunnen komen hoe oud het fossiel is?
Slide 18 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Tekstslide
Elementen worden ingedeeld naar het aantal protonen in de atoomkern. En van alle elementen bestaan varianten met een verschillend aantal neutronen in de kern. Zo'n variant heet een isotoop.
Slide 21 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 22 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
