Farmaceutisch rekenen P1 211029

Farmaceutisch rekenen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FARMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Farmaceutisch rekenen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel tabletten en welke sterkte lever je af?
Paracetamol CCL
mg da LX

Slide 2 - Open vraag

250 mg 60st
1. Reken om: 1050 g =
1.050.000.000 mcg

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Reken om: 256 mg = 
0,256g

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formule druppelgewicht
Massa in mg/ aantal druppels= gewicht van 1 druppel = druppelgewicht in mg/druppel

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Magische driehoek


Kruistabel 

1dr
5 dr
20 mg 
5 x 20 /1=100mg
20mg 
100mg
1dr
100x1/20=5dr

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.1 druppel vloeistof weegt 27 mg.
Hoeveel druppels komt overeen met 2,214 gram?

2214mg/27mg/dr=82dr

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.2,045 g water komt overeen met 96 druppels.
Wat is het druppelgewicht van wat in mg?

2045mg/96dr=21,30 mg/dr

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Percentage 
1% betekent 1/100 ste deel ofwel:
● 1 % g/g = 1 gram in 100 gram
● 1 % g/v = 1 gram in 100 ml
● 1 % v/v = 1 ml in 100 ml

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitwerking 
Gedeelte/geheel x100%=percentage

Geheel / 100%* x procent = gedeelte

Gedeelte / procent* x 100%= geheel 


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.Er bevindt zich 12 mg zout in 23 ml oplossing.
Bereken de concentratie in promille g/v


gedeelte in g/geheel in ml x 1000‰ 0,012g/23mlx1000‰=0,522‰

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6.Er bevindt zich 240 gram suiker in 7.5 liter oplossing.
Bereken de concentratie in procenten g/v.

gedeelte in g/geheel in ml x 100%
240g/7500mlx100%=3,2% g/v

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dichtheid 
De dichtheid van een stof geeft aan hoeveel een bepaald volume weegt. De dichtheid wordt als volgt aangegeven.
dichtheid (g/cm3) =massa (g) / volume (cm3) oftewel d = m / V
de eenheid is dan ook g/cm3 oftewel g/ml

De dichtheid van water is 1 g/ml; dus 1ml water weegt 1 g
De dichtheid van alcohol is 0,8 g/ml; 1ml alcohol weegt 0,8 g

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7.1 liter vloeistof weegt 850 gram.
Wat is de relatieve dichtheid?

massa in g/volume in ml =dichtheid
850g/1000ml=0,85

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.Wat is het gewicht van 25 ml stroop met een relatieve dichtheid van 1.04?
massa in g=dichtheidxvolume in ml 
1,04x25=26g

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Romeinse cijfers 
1 = I
5 = V
10 = X
50 = L
100 = C
500 = D
1000 = M

  • De opbouw van een Romeins cijfer verloopt altijd op de volgende manier; hoogste cijfer vooraan, dus eerst de duizendtallen, dan de honderdtallen, dan de tientallen en ten slotte de eenheden.
  • Zoals je ziet wordt elk symbool niet vaker dan drie keer gebruikt. dus niet VIIII maar IX
  • De getallen V, L en D worden nooit vaker dan een keer gebruikt, omdat daar ook andere symbolen voor zijn.
  • De I, X en C mogen vóór een hogere waarde staan om aan te geven dat je die hogere waarde moet verlagen:

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

9.Schrijf het volgende getal in Arabische cijfers
CLIV

154

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

10.
Schrijf het volgende getal in Romeinse cijfers:
98

XCVIII

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies