klas 4: module niet-werkwoordspelling

klas 4 module niet-werkwoordspelling
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

klas 4 module niet-werkwoordspelling

Slide 1 - Tekstslide

Wat moet ik weten/ kunnen?
  • Ik weet wanneer ik wel en wanneer ik geen hoofdletter moet schrijven
  • Ik weet hoe ik zelfstandige naamwoorden in het meervoud moet schrijven
  • Ik weet hoe ik samenstellingen moet schrijven; met of zonder tussenletter
  • Ik weet wanneer ik welke leestekens moet gebruiken
  • Ik weet wanneer ik het koppelteken en het trema moet gebruiken

Slide 2 - Tekstslide

gebruik hoofdletters
  • begin van de zin
  • bij eigennamen: Kai, Steenpad, Volkskrant, Amsterdam, mevrouw Van den Bosch, Jasmijn van Velsen
  • bij namen van (religieuze) feestdagen, vorstelijke personen en historische gebeurtenissen: Hemelvaart, Hare Majesteit, Eerste Wereldoorlog
  • woorden afgeleid van eigennaam: Marokkaanse bergen, het Duits
  • begin van een citaat: 'Weet jij misschien het antwoord?'
  • veel afkortingen: VARA, ANWB, WAO 

Slide 3 - Tekstslide

wanneer geen hoofdletter?
  • dagen, maanden, seizoenen, windstreken: vrijdag, mei, lente, oosten
  • samenstellingen met (religieuze) feestdagen: paasbrood, kerstvakantie
  • namen van tijdperken: ijstijd
  • merknamen die ZN  zijn geworden: colaatje, aspirientje
  • tweede deel van gesplitst citaat: 'Wacht even,' zei Marlies, 'mijn hondje gaat ook mee.'
  • veel afkortingen: mbo, havo, btw

Slide 4 - Tekstslide

jos in 't veld
de heer in 't veld
de heer j. in 't veld
A
Jos In 't Veld de heer In 't Veld de heer J. In 't Veld
B
Jos in 't Veld de heer In 't Veld de heer J. in 't Veld
C
Jos in 't Veld de heer in 't Veld de heer J. in 't Veld
D
Jos in 't Veld de heer in 't Veld de heer j. in 't Veld

Slide 5 - Quizvraag

Schrijf wel/ niet met een hoofdletter: noordoosten, fransman, tweede wereldoorlog, hbo, algemeen dagblad, september

Slide 6 - Open vraag

meervoud zelfstandig naamwoord

Slide 7 - Tekstslide

wat is het meervoud van: agenda, kopie, pygmee, podium, aardappel, porie, politicus, druif

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

maak een samenstelling van:
rijst + pap, beer + sterk, zon +paneel, beer + jacht

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

leestekens
  • punt, vraagteken, uitroepteken aan einde zin
  • komma: tussen twee PV's, tussen delen van een opsomming
'Ik houd van Netflixen, gamen, skiën en voetballen'
  • dubbele punt: voor opsomming, begin van een citaat

Slide 12 - Tekstslide

het citaat
  • Dori riep: 'Wacht op mij!'
  • 'Door jullie', zei Merwin, 'komen we te laat'.

Slide 13 - Tekstslide

gebruik van koppelteken
  • woorden die moeilijk leesbaar zijn
auto-ongeluk
  • tussen delen van aardrijkskundige namen
Noord-Brabant
  • in samenstelling met eigen naam
  • Vera de Jong- Bakker
  • in samenstellingen met cijfers, letters en andere tekens
40+-kaas, T-shirt

Slide 14 - Tekstslide

Welke antwoord is goed?
A
massa-artikel @teken jazz-zanger
B
100-jarige y-as modeartikel
C
assistent-bedrijfsleider btwtarief auto-onderdeel

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

schrijf de volgende woorden goed op: vacuum, reunie, elektricien, smeuig, tweeennegentig

Slide 17 - Open vraag