,

h.5 Sociale media les 10

h.5 Sociale media
11 februari 2025
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

h.5 Sociale media
11 februari 2025

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doen we deze les?


  • We kijken terug naar opdracht 18 

  • We herhalen de theorie van h.3 en een deel van h.5;

  • We bespreken opdr. 26 en 27;

  • Jullie gaan aan de slag met de opdrachten uit het boek.




Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdr. 18 (blz.141)



De release komt op een moment dat minder 
mensen zich aansluiten bij de kerk. (alinea 5)

Waarom noemt de schrijver dit?







Slide 3 - Tekstslide

Het lijkt alsof de schrijver denkt dat de dalende cijfers van Nederlanders die zeggen godsdienstig te zijn, de reden is om de Emoji-Bijbel te maken. 
opdr. 18 (blz.141)

18.a Wat is toegankelijk?

18.c De release komt op een moment dat minder mensen zich aansluiten
        bij de kerk. (alinea 5)

        Waarom noemt de schrijver dit?

18.d Denk jij dat de Emoji-Bijbel inderdaad toegankelijk zal worden?
   (Vergelijk met het filmpje van de vorige opdracht).





Slide 4 - Tekstslide

Het lijkt alsof de schrijver denkt dat de dalende cijfers van Nederlanders die zeggen godsdienstig te zijn, de reden is om de Emoji-Bijbel te maken. 
Wat doen we deze les?
G1B


  • We herhalen de theorie van h.3 en een deel van h.5;
  • We bespreken opdr. 27;
  • Jullie gaan aan de slag met de opdrachten uit het boek.
  • laatste oefening debatteren: Mytilene
  • huiswerk vrijdag: opdr. 25, 26 en 27




Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijfdoelen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Titel: geeft vaak aanwijzingen waar de tekst over gaat.

-------------------------------
--------------------------------
  --------------------------------------------------------------

Tussenkopjes: geven vaak aanwijzingen
                   waar een alinea over gaat.
bron: waar een tekst vandaan komt
Alinea: klein deel van de tekst.
begint altijd op een nieuwe regel
afbeelding: plaatje, foto, grafiek
Titel, tussenkopjes, bronvermelding

Een titel vertelt vaak waar de tekst over gaat, maar kan je ook nieuwsgierig maken.

In langere teksten staan meestal tussenkopjes. Die geven aan waarover de volgende tekst gaat. Ze maken een tekst overzichtelijker.

Onderaan de tekst staat de bronvermelding. Deze geeft aan waar de tekst vandaan komt.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



1] Vroeger ging een enkele topsporter wel eens langs bij een sportpsycholoog, en dan het liefst 's avonds, als niemand hem zag. Geen voetballer of schaatser die er graag voor uitkwam dat hij hulp zocht omdat hij was vastgelopen. ‘Tegenwoordig is sportpsychologie hip’, vertelt Edith Rozendaal uit Alkmaar, een van de zeventig erkende sportpsychologen in Nederland. ‘Steeds meer topsporters laten weten dat ze begeleid worden door een sportpsycholoog.

Wat is de kernzin van deze alinea?

Totdat het weer lekker loopt

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat is de kernzin van de vorige alinea?
A
eerste zin
B
tweede zin
C
laatste zin

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Mijn nieuwe telefoon is groter en heeft meer opslagruimte. Bovendien is hij ook erg mooi.
Welke tekstverband herken je. Aan welke signaalwoorden kun je dat zien?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

  • Tekstverbanden en signaalwoorden


Opsomming
Je noemt verschillende dingen achter elkaar.
ook, verder, bovendien, nog, daarnaast, en, niet alleen ... maar ook, zowel ... als, ten eerste, ten tweede, vervolgens, ten slotte

 
Hardlopen heeft veel voordelen. Ten eerste is het een goedkope sport.
tegenstelling
Na een uitspraak beweer je meteen het tegengestelde.
maar, daarentegen, echter, integendeel, aan de ene kant ... aan de andere kant, daar staat tegenover, terwijl, toch

Deze telefoon heeft een groter scherm, maar de foto’s zijn minder goed.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies




'Waar ligt de grens tussen af en toe voor de lol vloggen, creatief een leuk zakcentje bijverdienen of echt onder druk commercieel bezig zijn?'

Geef twee voorbeelden uit het fragment.
27a Mijn dochter is vlogger

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



2 voorbeelden:

De optie 'onder druk commercieel bezig zijn' past het beste bij Jaylinn.
Jaylinn maakt reclame voor speelgoed en in speelgoedwinkels. Daardoor is zij commercieel bezig.
Aan de ontbijttafel blijven haar vader en moeder doorvragen hoe Jaylinn ervoor kan zorgen dat haar filmpjes beter bekeken worden. Daardoor lijkt het alsof ze onder druk werkt.
Hoe goed klopt jouw antwoord?



27a Mijn dochter is vlogger

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • 5.4  Sociale media (blz. 147 en verder) opdr. 26 + 27.
  • Maak woordenschat af (online 5 Sociale media)
  • Magister - leermiddelen - Op niveau - 5. Sociale media - woordenschat

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies