grammatica Kapitel 4

persoonlijke voornaamwoorden
1e, 3e en 4e naamval zonder voorzetsels
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

persoonlijke voornaamwoorden
1e, 3e en 4e naamval zonder voorzetsels

Slide 1 - Tekstslide

Bij je toets mag je dit schema gebruiken. Maar hoe werkt het?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

wanneer vertaal je  mij als mir en wanneer als mich?

hiervoor moet je de zin ontleden!
1e nv ich = onderwerp
3e nv mir = meewerkend voorwerp
4e nv mich = lijdendvoorwerp

Slide 4 - Tekstslide

ontleden... maar hoe werkt het ook alweer?



Ich gehe ins Kino.  ik ga naar de bioscoop.
wie of wat gaat naar de bioscoop?  => IK (onderwerp dus 1e nv)

Der Verkäufer gibt mir das Handy.  de verkoper geeft mij het mobieltje
aan wie of wat  geeft de verkoper het mobieltje?  => aan  mij (meewerkend voorwerp dus 3e nv) 


Slide 5 - Tekstslide

Der Arzt operiert mich.  de arts opereert mij
wie of wat opereert de arts? => mij  (lijdend vw en dus 4env


Slide 6 - Tekstslide

Ich habe dir ein Eis gegeben.

Ich is.....
A
meewerkend vw 3e nv
B
onderwerp 1e nv
C
lijdend vw 4e nv

Slide 7 - Quizvraag

Ich habe dir ein Eis gegeben.

dir is....
A
meewerkend vw 3e nv
B
onderwerp 1e nv
C
lijdend vw 4e nv

Slide 8 - Quizvraag

Wir sehen _____ in der Pause
A
du
B
dir
C
dich

Slide 9 - Quizvraag

Ich besuche _________
A
er
B
ihm
C
ihn

Slide 10 - Quizvraag

Er schickt ___________ eine E-Mail
A
sie
B
ihr
C
sie

Slide 11 - Quizvraag

Martina hat __________ einen Tip gegeben.
A
ich
B
mir
C
mich

Slide 12 - Quizvraag

Meine Mutter trifft _________ beim Supermarkt.
A
ich
B
mir
C
mich

Slide 13 - Quizvraag

Und jetzt?
Slim stampen onderdeel E

Slide 14 - Tekstslide