Herhaling par 2 deel 1

Herhaling
Paragraaf 2
De Oost en de VOC
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herhaling
Paragraaf 2
De Oost en de VOC

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Sleepvraag

Waarom is het Suezkanaal belangrijk?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Video

Waar konden de schepen hun voorraden aanvullen?
A
India
B
Zuid Amerika
C
Indonesië
D
Zuid Afrika

Slide 6 - Quizvraag

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 7 - Woordweb

Val van Antwerpen:
A
1568
B
1576
C
1579
D
1585

Slide 8 - Quizvraag

Welke gevolg had de Val van Antwerpen voor Amsterdam?

A
Nieuwe oorlog met Spanje
B
Minder handel voor Amsterdam
C
Meer handelaren naar de Republiek
D
Meer handel voor Amsterdam

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

Naar welk werelddeel varen de bedrijven?
WIC
VOC

Slide 11 - Sleepvraag

Sleep de woorden/jaartallen in het juiste vakje
VOC
VOC
VOC
WIC
WIC
WIC
slaven
Specerijen
Azië
1621
1602
suiker en koffie

Slide 12 - Sleepvraag

Welke 3 zinnen zijn juist?
Juist
Onjuist

De VOC werd in 1602 opgericht.

De VOC handelde met Portugal en Spanje.

Alleen de VOC mocht in Indië handelen.

De VOC zorgde voor grote welvaart.

Slide 13 - Sleepvraag

Welke producten horen bij de VOC?
VOC

Slide 14 - Sleepvraag

Hieronder staan vier zinnen die te maken hebben met het einde van de VOC. Geef van elke zin aan of het  een oorzaak of een gevolg is van het einde van de VOC. Sleep de zinnen naar de juiste plek.







Oorzaken
Gevolgen
De VOC had grote concurrentie vanEngeland.
Door de vierde Nederlands-Engelse oorlog had de VOC geen inkomsten meer.
De VOC voerde een slecht financieel beleid.
De bezittingen van de VOC kwamen in handen van de Nederlandse staat.

Slide 15 - Sleepvraag

VOC
WIC

Slide 16 - Sleepvraag

Welke factoren maken van Nederland een grootmacht?

Slide 17 - Open vraag

In welk jaar werd de VOC opgericht?
A
1602
B
1638
C
1619
D
1688

Slide 18 - Quizvraag

Hoe onderhoud Nederland relaties met andere landen?

Slide 19 - Open vraag

De VOC had een aantal rechten. Wat zijn rechten van de VOC?
A
De VOC mocht oorlog voeren
B
De VOC mocht verdragen sluiten
C
De VOC mocht forten bouwen
D
De VOC mocht als enige handel drijven met Azië

Slide 20 - Quizvraag

Wat zijn de belangrijkste inkomsten van Nederland?

Slide 21 - Open vraag

Hoe behoudt Nederland zijn handelsmacht?

Slide 22 - Open vraag


VOC staat voor
A
Vereniging Oost-Indische Compagnie
B
Verenigde Oost-Indie Compagnie
C
Verenigde Oost-Indische Compagnie
D
Verenigde Oost-Indische Campagne

Slide 23 - Quizvraag