Dan twee makkelijke tussendoor
telwoord (tw) = geeft hoeveelheid of volgorde aan
TIEN fietsen hij werd
LAATSTE bij de wedstrijd.
voorzetsel (vz) = korte woordjes die een plek of tijdstip kunnen aangeven. Voorzetsels staan nooit in hun eentje in een zinsdeel
IN, VAN, OP, NAAST, TEGEN, MET, ...