Herhalen: steden en staten

Herhalen: steden en staten
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhalen: steden en staten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer meerdere provincies samen één land wordt, noemen we dit ................................. .

Dit land werd vanuit één plek bestuurd, dit noemen we........................... .
Centralisatie
Staatsvorming

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als een land steeds meer als eenheid wordt bestuurd
Ontstaan en groei van steden.
Als een land steeds meer vanuit één plek wordt bestuurd
strijd over wie de hoogste macht heeft, de keizer of de paus
Brief waarin staat hoeveel geld een persoon heeft gestort op een bank. De Wissel kan bij een andere bank uitbetaald worden in geld. 
voorrechten van een stad
wissel
Stadsrecht
Investituurstrijd
Verstedelijking
Centralisatie
Staatsvorming

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

9. Sleep naar het juiste vak:
Dit is een sleepvraag.
Leenstelsel
Staatsvorming en centralisatie
Machtige adel
Ambtenaren
Huursoldaten
Afhankelijke vorst

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Burgemeester
Raadhuis
Schepenen
Hanze
Gilde

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schepenen
Schouten
bestuurslid en spraken recht
hoofd van de politie en justitie 

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Hanze
A
De meisjesnaam voor Hans
B
Een samenwerking tussen een groep handelaren.
C
Een apparaat wat je gebruikt voor de landbouw
D
Een oud handelsschip.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de woorden naar de goede plek!
De opkomst van handel en                                   die de basis legde voor het herleven van een                                             samenleving

De opkomst van de stedelijke                                  en de toenemende                                    van steden

Het conflict in de                       wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het                        behoort te hebben

De expansie van de                             wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van 

Het begin van staatsvorming en 

Ambacht
agrarisch-urbane
burgerij
zelfstandigheid
christelijke
primaat
christelijke
kruistochten
centralisatie

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

In het tijdvak 'Steden en Staten' heette de burgerij ook wel...
A
De eerste stand
B
De tweede stand
C
De derde stand
D
De vierde stand

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het gilde controleert de kwaliteit en de prijs van de producten die de gildeleden maken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat bleef hetzelfde en wat er veranderde er na het jaar 1000
Continuïteit 
Verandering
Gebruik ijzeren ploeg
Drieslagstelsel
Geloof speelt belangrijke rol
Standenmaat-schappij
Bevolking groeit
Ontginningen
Meeste mensen werken in landbouw
Paard als trekdier 

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verandering
Continuïteit
Leenheer
& Leenman
Handel

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de tijd van steden en staten was er dus een landbouwstedelijke samenleving, is dit een verandering of continuïteit
A
Verandering
B
Continuïteit

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is er sprake van verandering of continuïteit?

De vreemdelingen in Rome hielden vast aan hun eigen gewoonten en gebruiken.
A
verandering
B
Continuïteit

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Was verstedelijking een direct of indirect gevolg van het landbouwoverschot?
A
direct
B
indirect

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is geen kenmerk van de tijd van Steden en Staten?
A
De opkomst van steden
B
Het ontstaan van meer regels en wetten
C
De toename van het aantal boeren
D
De opkomst van staten

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een andere naam voor de tijd van Steden en Staten?
A
Oudheid
B
Vroege middeleeuwen
C
Late Middeleeuwen
D
Nieuwe tijd

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


De tijd van steden en staten was van...
A
750-1250
B
1250-1500
C
1000-1500
D
1500-1750

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voordeel en wat is een nadeel van een gilde? Sleep de vakjes
Voordeel van een gilde
Nadeel van een gilde
Het vak is beschermd tegen nieuwelingen
Geen concurrentie
Geen nieuwe producten
Het gilde zorgt voor elkaar
Overal is hetzelfde te koop
Geen concurrentie

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de goede combinaties tussen betekenis en begrip.
Betekenis
Begrip
Het recht van een stad op een eigen bestuur.
Tijd van steden en staten (1000-1500)
Beroep waarbij je producten met de hand maakt.
Vereniging van mensen met hetzelfde ambacht of beroep.
Groep steden die met elkaar samenwerkten om meer handel te krijgen
Hoofdkerk van een bisdom, het gebied dat een bisschop bestuurde.
stadsrechten
Late Middeleeuwen
ambacht
gilde
Hanze
kathedraal

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een gilde had drie 'rangen'. Zet de rangen op de juiste volgorde: dus eerst was je dit, dan werd je dit en dan dat)
Leerling
Gezel
Meester

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitspraken over de gilden zijn juist? 
Sleep deze naar het vakje juist en sleep de overige naar het vakje onjuist.
juist
onjuist
Het gilde controleerde de kwaliteit van de producten.
De leden van het gilde hielpen elkaar als een lid van het gilde ziek was.
Het gilde had niets te zeggen over de werktijden.
De leden van het gilde hielpen elkaar als een lid van het gilde doodging.
Het gilde vervulde geen rol in het opleiden van nieuwe ambachtslieden.

Slide 22 - Sleepvraag

Bij elke fout ééń punt aftrek.
Dus 5 goed is 2 punten.
4 goed is 1 punt.
3 of minder goed is 0 punten.
Zet de woorden in de volgorde van hoe je begint totdat je gildemeester bent. 
1
2
3
4
5
6

Gildemeester


Leerling

Gezel

Meester

Proefstuk

Meesterproef

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep naar het juiste vak: Rood = Gilde. Geel = Stadsbestuur
Gilde
Stadsbestuur
Voorzitter rechtbank
Schepenen
Gezel
Hetzelfde loon en prijs
Meester
Betalen onderhoud aan kerken en stadsmuur
Schout

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Eerst
...toen
...toen
...toen
...toen
Toename bevolking
Ontginnen van landbouwgrond
IJzeren ploeg, paard en drieslagstelsel
overschotten worden verhandeld
Ontstaan van gilden

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met welke van deze activiteiten hielden de gilden zich bezig?
Activiteit van de gilden.
Geen activiteit van de gilden.
bedrijfsoprichting
feesten
Transport over water.
herendiensten
kwaliteit leveren
oogsten
opleiden
prijzen bepalen
weduwen verzorgen
werktijden bepalen

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn stadsrechten?
A
Recht van een stad op eigen bestuur
B
Recht van een heer om een stad te besturen
C
Recht om een stad te bouwen
D
Recht om een stad in te nemen

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een stad kon stadsrechten krijgen.
Wat is GEEN stadsrecht?
A
De stad mocht zelf rechtszaken houden.
B
De stad mocht zelf belasting ophalen.
C
De stad mocht stadsmuren bouwen.
D
De stad hoefde de landheer niks meer te betalen.

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de Hanzesteden naar de juiste plek
WEL Hanzesteden
GEEN Hanzesteden
Wierden
Zutphen
Almelo
Enschede
Rome
Kampen
Amsterdam
Zwolle
Deventer
Utrecht

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was geen product waar Hanzesteden in handelen?
A
wol
B
graan
C
wijn
D
aardappelen

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies