Tijd van steden en staten

Tijd van steden en staten
Herhalen leerstof van hoofdstuk 6 ( 6.1 - 6.2 - 6.3)
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Tijd van steden en staten
Herhalen leerstof van hoofdstuk 6 ( 6.1 - 6.2 - 6.3)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat is geen kenmerk van de tijd van Steden en Staten?
A
De opkomst van steden
B
Het ontstaan van meer regels en wetten
C
De toename van het aantal boeren
D
De opkomst van staten

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een andere naam voor de tijd van Steden en Staten?
A
Oudheid
B
Vroege middeleeuwen
C
Late Middeleeuwen
D
Nieuwe tijd

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie verloren er macht in de tijd van steden en staten?
A
de hoge adel
B
de lage adel

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


De tijd van steden en staten was van...
A
750-1250
B
1250-1500
C
1000-1500
D
1500-1750

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurde er in de tijd van de steden en staten?
A
opkomst van de handel in de steden
B
Opkomst van het hofstelsel
C
Veroveringen door de Romeinen
D
Opkomst van leenstelsel

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voordeel en wat is een nadeel van een gilde? Sleep de vakjes
Voordeel van een gilde
Nadeel van een gilde
Het vak is beschermd tegen nieuwelingen
Geen concurrentie
Geen nieuwe producten
Het gilde zorgt voor elkaar
Overal is hetzelfde te koop
Geen concurrentie

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de goede combinaties tussen betekenis en begrip.
Betekenis
Begrip
Het recht van een stad op een eigen bestuur.
Tijd van steden en staten (1000-1500)
Beroep waarbij je producten met de hand maakt.
Vereniging van mensen met hetzelfde ambacht of beroep.
Groep steden die met elkaar samenwerkten om meer handel te krijgen
Hoofdkerk van een bisdom, het gebied dat een bisschop bestuurde.
stadsrechten
Late Middeleeuwen
ambacht
gilde
Hanze
kathedraal

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een gilde had drie 'rangen'. Zet de rangen op de juiste volgorde: dus eerst was je dit, dan werd je dit en dan dat)
Leerling
Gezel
Meester

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Herken jij het juiste gilde?
Sleep het juist beroep naar de juiste afbeelding
Schoenmakers-gilde
Slagers-gilde
Bakkers-gilde
Kleermakers-gilde

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitspraken over de gilden zijn juist? 
Sleep deze naar het vakje juist en sleep de overige naar het vakje onjuist.
juist
onjuist
Het gilde controleerde de kwaliteit van de producten.
De leden van het gilde hielpen elkaar als een lid van het gilde ziek was.
Het gilde had niets te zeggen over de werktijden.
De leden van het gilde hielpen elkaar als een lid van het gilde doodging.
Het gilde vervulde geen rol in het opleiden van nieuwe ambachtslieden.

Slide 11 - Sleepvraag

Bij elke fout ééń punt aftrek.
Dus 5 goed is 2 punten.
4 goed is 1 punt.
3 of minder goed is 0 punten.
Zet de woorden in de volgorde van hoe je begint totdat je gildemeester bent. 
1
2
3
4
5
6

Gildemeester


Leerling

Gezel

Meester

Proefstuk

Meesterproef

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep naar het juiste vak: Rood = Gilde. Geel = Stadsbestuur
Gilde
Stadsbestuur
Voorzitter rechtbank
Schepenen
Gezel
Hetzelfde loon en prijs
Meester
Betalen onderhoud aan kerken en stadsmuur
Schout

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke taak?
Gilde
Kerkdeuren maken.
Beelden maken voor in en buiten de kerk.
De muren metselen.
Een slot in de deur zetten.
Glas-in-loodramen maken.
Een klok voor in de toren gieten.
Welk gilde deed wat bij de bouw van een kathedraal?
Hieronder zie je een lijst met dingen die gedaan moeten worden voor de bouw van een kathedraal. Welk gilde doet wat?
slotenmakers
metselaars
klokkenmakers
timmerlieden
beeldhouwers
glasblazers

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Eerst
...toen
...toen
...toen
...toen
Toename bevolking
Ontginnen van landbouwgrond
IJzeren ploeg, paard en drieslagstelsel
overschotten worden verhandeld
Ontstaan van gilden

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met welke van deze activiteiten hielden de gilden zich bezig?
Activiteit van de gilden.
Geen activiteit van de gilden.
bedrijfsoprichting
feesten
Transport over water.
herendiensten
kwaliteit leveren
oogsten
opleiden
prijzen bepalen
weduwen verzorgen
werktijden bepalen

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Floris V was graaf van
A
Holland
B
Utrecht
C
Zeeland
D
Holland en Zeeland

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door wie werd Floris V vermoord?
A
door boeren
B
door een andere graaf
C
door stedelingen
D
door lagere edellieden

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat bouwde Floris V af?
A
Kasteel Muiderslot
B
Ridderpaal
C
Ridderzaal
D
Kasteel Wadbout

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent 'tol'?
A
Geld dat je leent
B
De groei van steden
C
Geld dat je betaalt om een weg, brug of rivier te gebruiken
D
Geld dat je geeft als Adel aan de boeren

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn stadsrechten?
A
Recht van een stad op eigen bestuur
B
Recht van een heer om een stad te besturen
C
Recht om een stad te bouwen
D
Recht om een stad in te nemen

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een stad kon stadsrechten krijgen.
Wat is GEEN stadsrecht?
A
De stad mocht zelf rechtszaken houden.
B
De stad mocht zelf belasting ophalen.
C
De stad mocht stadsmuren bouwen.
D
De stad hoefde de landheer niks meer te betalen.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat klopt niet over de Hanzesteden?
A
Kooplieden konden samen reizen.
B
In een andere Hanzestad betaal je minder belasting.
C
Kooplieden konden afspraken maken over de prijzen
D
In Nederland waren er geen Hanzesteden.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort wel bij de Hanzesteden?
A
aandelen
B
koggeschip
C
Amsterdam
D
goud en zilver

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was geen product waar Hanzesteden in handelen?
A
wol
B
graan
C
wijn
D
aardappelen

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de Hanzesteden naar de juiste plek
WEL Hanzesteden
GEEN Hanzesteden
Wierden
Zutphen
Almelo
Enschede
Rome
Kampen
Amsterdam
Zwolle
Deventer
Utrecht

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een romaanse kerk had
A
Grote ramen
B
Kleine ramen

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Romaans of Gotisch?
A
Romaans
B
Gotisch

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Romaans of Gotisch?
A
Romaans
B
Gotisch

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik ken de stof van H6
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Deze slide heeft geen instructies