Herhaling 1HVG - H6 Steden en staten
1 / 18
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wanneer meerdere provincies samen één land wordt, noemen we dit ................................. .
Dit land werd vanuit één plek bestuurd, dit noemen we........................... .
Centralisatie
Staatsvorming
Slide 2 - Sleepvraag
Als een land steeds meer als eenheid wordt bestuurd
Ontstaan en groei van steden.
Als een land steeds meer vanuit één plek wordt bestuurd
strijd over wie de hoogste macht heeft, de keizer of de paus
Gewapende tocht van christenen om land op niet-christenen te veroveren
voorrechten van een stad
Kruistocht
Stadsrecht
Investituurstrijd
Verstedelijking
Centralisatie
Staatsvorming
Slide 3 - Sleepvraag
Burgemeester
Raadhuis
Schepenen
Hanze
Gilde
Slide 4 - Sleepvraag
Wat heeft hebben steden te maken met de achteruitgang van het hofstelsel?
Slide 5 - Open vraag
Welk voordeel had de landsheer bij de verlening van stadsrechten
A
Hij ontving geld om het land te besturen en te verdedigen
B
Hij hoefde dit deel van het land niet meer te besturen
C
Hij kon gratis gebruik maken van de stad
D
Hij kreeg een eigen stadskasteel
Slide 6 - Quizvraag
Wat is Hanze
A
De meisjesnaam voor Hans
B
Een samenwerking tussen een groep handelaren.
C
Een apparaat wat je gebruikt voor de landbouw
D
Een oud handelsschip.
Slide 7 - Quizvraag
Sleep de woorden naar de goede plek!
De opkomst van handel en die de basis legde voor het herleven van een samenleving
De opkomst van de stedelijke en de toenemende van steden
Het conflict in de wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het behoort te hebben
De expansie van de wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van
Het begin van staatsvorming en
Ambacht
agrarisch-urbane
burgerij
zelfstandigheid
christelijke
primaat
christelijke
kruistochten
centralisatie
Slide 8 - Sleepvraag
In het tijdvak 'Steden en Staten' heette de burgerij ook wel...
A
De eerste stand
B
De tweede stand
C
De derde stand
D
De vierde stand
Slide 9 - Quizvraag
Het gilde controleert de kwaliteit en de prijs van de producten die de gildeleden maken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quizvraag
In de tijd van steden en staten was er een landbouwstedelijke samenleving, is dit een verandering of continuïteit
A
Verandering
B
Continuïteit
Slide 11 - Quizvraag
Is er sprake van verandering of continuïteit?
De vreemdelingen in Rome hielden vast aan hun eigen gewoonten en gebruiken.
De vreemdelingen in Rome hielden vast aan hun eigen gewoonten en gebruiken.
A
verandering
B
Continuïteit
Slide 12 - Quizvraag
Was verstedelijking een direct of indirect gevolg van het landbouwoverschot?
A
direct
B
indirect
Slide 13 - Quizvraag
Wat is een goede hulpvraag om de betrouwbaarheid van bronnen te controleren?
A
Wanneer is de bron gemaakt?
B
Wie heeft de bron gemaakt?
C
Waarom is de bron gemaakt?
D
Waarover gaat de bron?
Slide 14 - Quizvraag
Dit maakt een bron minder betrouwbaar...
A
De bron is in dezelfde tijd gemaakt als de gebeurtenis in de bron
B
De maker komt uit dezelfde tijd als de bron
C
De bron is lange tijd na de gebeurtenis gemaakt
D
De bron gaat over hetzelfde onderwerp als het onderzoek
Slide 15 - Quizvraag
Hier heb ik nog vragen over...
Slide 16 - Open vraag
Ik ga de toets goed maken!
Ik kan dit!
Ik kan dit!
A
Ja zekerrrrr!
B
Nog even leren...
C
Hebben we een toets?
D
Ik kijk liever bankzitters...
