Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)
Lessonup
Gebruik jeeigen naam(smiley/emoji mag)
Gebruik elke keer dezelfde naam!
timer
3:00
Rules!
We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, etc.
Eten, drinken of naar het toilet doen we zoveel mogelijk na de les of in de pauze
De telefoon blijft in de tas, broekzak (o.i.d) tenzij anders wordt aangegeven.
We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Vooraf
Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)
Lessonup
Gebruik jeeigen naam(smiley/emoji mag)
Gebruik elke keer dezelfde naam!
timer
3:00
Rules!
We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, etc.
Eten, drinken of naar het toilet doen we zoveel mogelijk na de les of in de pauze
De telefoon blijft in de tas, broekzak (o.i.d) tenzij anders wordt aangegeven.
We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden
Slide 1 - Tekstslide
Betrouwbaarheid
De vraag of je de informatie uit een bron kunt geloven (of de bron betrouwbaar is), is een probleem waarmee je bij het vak geschiedenis voortdurend te maken krijgt. Bronnen kunnen onjuiste informatie bevatten. Een schrijver kan informatie achtergehouden hebben, verdraaid hebben of verkeerd hebben uitgelegd. Er zijn vragen waarmee je de betrouwbaarheid kunt controleren.
1) Wanneer is de bron gemaakt?
2) Hoe is de maker van de bron aan zijn informatie gekomen
3) Wat is de bedoeling van de maker van bron?
Slide 2 - Tekstslide
Tijd
1) Wanneer is de bron gemaakt?
Wanneer iemand ooggetuige is geweest van bijvoorbeeld een veldslag, maar pas jaren later opschrijft wat hij allemaal heeft gezien, kan zijn geheugen hem in de steek laten. Over het algemeen geldt: hoe minder tijd er zit tussen de gebeurtenis en het maken van de bron, des te betrouwbaarder is de bron.
Slide 3 - Tekstslide
Tijdbalk 80 jarige oorlog (de opstand)
Slide 4 - Tekstslide
1) Wanneer vond de gebeurtenis op de linker afbeelding plaats?
2) Wanneer kwam dit boek uit?
Slide 5 - Tekstslide
Wanneer vond de gebeurtenis op de linker afbeelding plaats?
A
1566
B
1572
C
1575
D
1641
Slide 6 - Quizvraag
Wanneer kwam dit boek uit?
A
1575
B
1602
C
1619
D
1641
Slide 7 - Quizvraag
Op basis van tijd zou je zeggen dat deze bron betrouwbaar is?
A
Ja
B
Nee
Slide 8 - Quizvraag
Gebruik je boek (blz 42-43) Wanneer vond deze gebeurtenis plaats?
A
1576
B
1573
C
1568
D
1566
Slide 9 - Quizvraag
Maker
2) Hoe is de maker van de bron aan zijn informatie gekomen?
Was hij er zelf bij of heeft hij zijn informatie van iemand anders? Hoeveel schakels zitten er tussen het opschrijven van een gebeurtenis en die gebeurtenis zelf? Over het algemeen hoe minder tussenschakels, des te betrouwbaarder is de bron.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Deze prent komt uit 1568. Hoe waarschijnlijk is het dat de maker van de bron bij deze gebeurtenis aanwezig was?
A
Zeer waarschijnlijk
B
aannemelijk
C
Zeer onwaarschijnlijk
Slide 12 - Quizvraag
Op basis van de maker van bron. Zou je zeggen dat dit boek betrouwbaar is?
A
Ja, hij is waarschijnlijk bij alle gebeurtenissen aanwezig geweest
B
Redelijk, hij heeft deze verhalen waarschijnlijk gehoord van anderen
C
Nee, hij kan niet bij deze gebeurtenissen aanwezig zijn geweest
Slide 13 - Quizvraag
Bedoeling
3) Wat is de bedoeling van de maker van de bron?
Dit is de belangrijkste en lastigste vraag om te beantwoorden. Wild e maker zo goed mogelijk informeren of wil hij juist, met een bepaald doel, informatie achterhouden of verdraaien? Wil hij een boodschap overbrengen? Is hij zakelijk of overdrijft hij? Is hij neutraal of partijdig? Over het algemeen: hoe zakelijker en onpartijdiger des te betrouwbaarder de bron.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Wat zou de bedoeling van de maker zijn met deze afbeeldingen?
A
Informeren; zo goed mogelijk weergeven wat er echt gebeurde
B
Documenteren; in opdracht van iemand de feiten zo goed mogelijk op een rijtje zetten
C
Shockeren; de gebeurtenissen overdrijven om mensen ergens van te overtuigen
Slide 16 - Quizvraag
Op basis van de bedoelingen van de maker zou je zeggen dat het boek betrouwbaar is?
A
Ja, het geeft een waarheidsgetrouw beeld van de Spaanse overheersing
B
Nee, in de afbeeldingen is duidelijke de mening van de tekenaar te herkennen
Slide 17 - Quizvraag
Stel je wilt weten wat er echt gebeurde tijdens de de opstand. Is het boek de Spaense Tiranye hier dan geschikt voor?
(gebruik: tijd, maker en bedoeling in je antwoord)