In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Betrouwbaarheid van bronnen
Wanneer kun je een bron vertrouwen?
Slide 1 - Tekstslide
Aan het einde van de les...
Kun je aangeven of een bron betrouwbaar is of niet.
Slide 2 - Tekstslide
Bronnen zijn niet altijd betrouwbaar?
Nee dat zijn ze niet. Elke soort bron, tekst of afbeelding, kan onjuiste informatie bevatten. De maker kan informatie hebben achtergehouden, hebben verdraaid of verkeerd hebben uitgelegd.
Slide 3 - Tekstslide
Hoe weet je of een bron betrouwbaar is of niet?
Er zijn vragen waarmee je de betrouwbaarheid kunt controleren.
Slide 4 - Tekstslide
1. Wanneer is de bron gemaakt?
Iemand kan een veldslag hebben meegemaakt (ooggetuige), maar kan er pas jaren later over schrijven. Het kan hierdoor zijn dat hij zich niet alles meer goed herinnert!
Over het algemeen geldt dus: hoe minder tijd er zit tussen het maken van de bron en de gebeurtenis, des te betrouwbaarder is de bron.
Slide 5 - Tekstslide
2. Hoe komt de maker aan zijn informatie?
Was de maker van de bron er zelf bij of heeft hij de informatie van iemand anders?
Je moet jezelf afvragen hoeveel tussenschakels er zitten tussen het opschrijven van de bron en de gebeurtenis zelf.
Hoe minder tussenschakels hoe betrouwbaarder de bron.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
3. Wat is de bedoeling van de maker?
De moeilijkste vraag om te beantwoorden!
Wil de maker je zo goed mogelijk informeren of doet hij expres informatie achterhouden of verdraaien om een bepaald doel te bereiken?
Overdrijft hij of is hij zakelijk? Is hij partijdig of neutraal?
Hoe zakelijker of onpartijdiger, des te betrouwbaarder de bron.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Wat is volgens de bron de aanleiding van het bloedbad?
Slide 10 - Open vraag
Geef een argument vóór de betrouwbaarheid van de bron
Slide 11 - Open vraag
Geef een argument tegen de betrouwbaarheid van de bron.