les 4: kleurmethode en conceptmap

les 4: Hoe ontwikkel je je brein

kleurmethode en conceptmap
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
StudielesMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

les 4: Hoe ontwikkel je je brein

kleurmethode en conceptmap

Slide 1 - Tekstslide

                     Welkom!
              - jas: kapstok/kluis 
              - mond : leeg
              - telefoon:  kluisje
               - iPad: tas (grond)
               - deur dicht:  mond dicht

Slide 2 - Tekstslide

Startopdracht: Links + Rechts werken samen 
Je krijgt één woord en moet daar een creatief én logisch antwoord bij bedenken. Gebruik hierbij zowel je linkerhersenhelft (logisch denken) als je rechterhersenhelft (creativiteit).

Stap 1: Kies een van de volgende woorden:  Boom  Tijd  Water
Stap 2:
  •  Links: Geef een korte, logische definitie van het woord (max. 10 woorden).
  • Rechts:  Probeer  de betekenis van dat woord op jouw manier creatief weer te geven door  te tekenen, in een melodie te vangen, een originele vergelijking of metafoor voor dit woord te vinden, of .......
timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les weet je:

  1. De sterke punten en de valkuilen van je linker hersenhelft
  2. De sterke punten en de valkuilen van je rechterhelft 
  3. Hoe je de sterke punten van beide hersenhelften optimaal kunt benutten.
  4. Hoe het  werken met de kleurmethode en de conceptmap gebruik maakt van beide hersenhelften
  5. Hoe je een eerste begin kunt maken met het werken met de kleurmethode en de conceptmap.

Slide 4 - Tekstslide

timer
1:00
creatief
details
Taal
volgens vaste regels
luisteren
snel denken
Gericht op het geheel
emotie

Slide 5 - Sleepvraag

Hoe zat het ook al weer met de valkuilen?

Valkuil van teveel taaldenken 
versus 
Valkuil van teveel beelddenken

timer
1:00

Slide 6 - Tekstslide

Conclusie......
Maak goed gebruik van de sterke kanten van links en van die van rechts.





Eh.....wat had de hersenbalk (corpus callosum) daar ook alweer mee te maken?

Slide 7 - Tekstslide

Wat moet je met de leerstof kunnen doen als je het je "eigen" wilt maken?
  • hoofd- en bijzaken kunnen bepalen
  • begrijpen wat er staat
  • begrippen en definities kunnen plaatsen
  • begrijpen hoe alles wat je moet leren in elkaar
       grijpt/past.  Wat is het verband?

Slide 8 - Tekstslide

Afspraken kleurmethode en conceptmap
We pakken de leerstof alinea voor alinea aan.
1. het onderwerp/kernwoord : deze kleuren we roze
2.  de definitie daarvan : deze kleuren we groen
3. Uitwerking: dit kleuren we geel
4. Nog meer dingen die belangrijk zijn: blauw

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Pak je leerstof erbij
1. Probeer zelf eens met een groepje of het lukt om het onderwerp te vinden. (roze)
2. Bespreek of jullie het samen eens zijn
3. Probeer dan de definitie te vinden 
(zijn jullie het eens?) (groen)
4. Wat is de verdere uitwerking? (geel en blauw)
Heb je alles dat belangrijk is gekleurd?

Slide 11 - Tekstslide

Wat hebben we nu gedaan?
  1. tekst ingedeeld naar belangrijkheid en er betekenis aan gegeven (links: detail,  tekst, indelen, beredeneren)
  2. kleur gebruikt (rechts)
  3. Is dit handig? Ja, het geeft inzicht
  4. Is dit fijn leren? mwah......
  5. Wat zou het makkelijker maken en mist hier? Overzicht, plaatjes, verbindingen, totaalplaatje

Slide 12 - Tekstslide

Daarom maken we er nu een conceptmap van.....
kleurmethode en conceptmap

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
Probeer maar met je groepje:

  1. In het midden zet je de titel van de paragraaf. Eromheen teken je een simpele vorm in 1 lijn, die daar direct aan gelinkt is.
  2. Tel hoeveel alinea's er bij de paragraaf horen, zoveel lijnen moeten er aan je middendeel vast kunnen
  3. Elke alinea heeft zijn eigen kleur
  4. Maak met een nieuwe kleur een lijn aan de titel vast (naar schuin  rechts omhoog)
  5. Op de lijn schrijf je het onderwerp van de alinea (de lijn is net zo lang als de titel)
  6. Onder de lijn schrijf je de definitie van dat onderwerp
  7. Daaraan vast maak je de uitwerking met deelstrepen. Is er een werkwoord? 
Dat kun je fijn tekenen! Ook tastbare zaken kun je tekenen. Doe dat zo simpel mogelijk 
(pictogram?) Hoe gekker/opvallenderhoe beter....denk aan het roze olifantje....

Slide 14 - Tekstslide

Wat heb je
deze les
geleerd?

Slide 15 - Woordweb

Wat heb je deze les
van jezelf laten zien
waar je trots op bent?

Slide 16 - Woordweb

Wat heb je deze les
van een klasgenoot gezien
waar deze trots
op mag zijn?

Slide 17 - Woordweb

Slide 18 - Tekstslide