Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
3H - 610 - Samenvatting
Samenvatting Hoofdstuk 6
Op tafel
1 / 36
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
36 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Samenvatting Hoofdstuk 6
Op tafel
Slide 1 - Tekstslide
Lezen
timer
5:00
Slide 2 - Tekstslide
Vandaag
Korte herhaling vorige keer
Bespreking van het huiswerk
Samenvattend werkblad maken
Slide 3 - Tekstslide
Vertepunt en nabijheidspunt
Als je oogspieren zijn ontspannen
kan je ver kijken. Het verste punt
wat je kunt zien heet het
vertepunt.
Het punt het dichtste bij wat
je nog scherp kan zien heet
het
nabijheidspunt.
Slide 4 - Tekstslide
Accommoderen
Slide 5 - Tekstslide
1) Oudziend
De lens in je oog verliest flexibiliteit
als je ouder wordt. Hierdoor kan de lens
in je oog niet goed bol meer worden.
Dingen van dichtbij bekijken wordt dan
moeilijker
Een bril met een
positieve
lens kan dan helpen.
Slide 6 - Tekstslide
2) Verziend
Jonge mensen kunnen ook al moeite hebben met dingen dichtbij zien. Ook zij hebben baat bij hulp van een
positieve lens
.
Anders dan oudziende mensen hebben mensen
die verziend zijn ook moeite met scherp naar
de horizon kijken.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
6.1
Slide 9 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen spiegelend en diffuus weerkaatsen?
A
Spiegelend weerkaatsen is een heldere reflectie en diffuus weerkaatsen is een wazige reflectie
B
Spiegelend weerkaatsen is een kleurrijke reflectie en diffuus weerkaatsen is een saaie reflectie
C
Spiegelend weerkaatsen is een wazige reflectie en diffuus weerkaatsen is een heldere reflectie
D
Spiegelend weerkaatsen is altijd wit en diffuus weerkaatsen is altijd zwart
Slide 10 - Quizvraag
Wat zijn de drie dingen die een voorwerp kan doen als licht erop schijnt?
A
Doorlaten, reflecteren, absorberen
B
Zingen, dansen, springen
C
Lachen, huilen, schreeuwen
D
Groter worden, krimpen, verdwijnen
Slide 11 - Quizvraag
Wat zijn de twee soorten licht?
A
Primair en secundair
B
Groot en klein
C
Warm en koud
D
Wit en zwart
Slide 12 - Quizvraag
6.1 Licht en beeld
Begrippen:
primair en secundair licht
spiegelend en diffuus weerkaatsen
Vaardigheden:
Een weerkaatste lichtstraal tekenen met behulp van de spiegelwet.
Een weerkaatste lichstraal tekenen met behulp van het spiegelbeeld.
Slide 13 - Tekstslide
6.2
Slide 14 - Tekstslide
Wat is breking?
A
Het buigen van licht
B
Het absorberen van licht
C
Het weerkaatsen van licht
D
Het verspreiden van licht
Slide 15 - Quizvraag
Wat bepaalt de mate van breking?
A
De vorm van het object, de lichtintensiteit en de temperatuur
B
De afstand van de lichtbron, de luchtvochtigheid en de lichtgolflengte
C
De dichtheid van de stof, de lichtsnelheid en de lichtsterkte
D
De hoek van inval, kleur van het licht en soort stof
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de normaal?
A
Een lijn schuin op het reflecterende oppervlak
B
Een lijn die de hoek van inval meet
C
Een lijn loodrecht op het reflecterende oppervlak
D
Een lijn parallel aan het reflecterende oppervlak
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de hoek van terugkaatsing?
A
De hoek tussen de lichtstraal en de normaal aan de brekende zijde van het oppervlak
B
De hoek tussen de lichtstraal en de normaal op het punt van inval
C
De hoek tussen de lichtstraal en de normaal aan de reflecterende zijde van het oppervlak
D
De hoek tussen de lichtstraal en de horizon
Slide 18 - Quizvraag
6.2 Breking
Begrippen:
breking
normaal
optische as
brandpunt
Vaardigheden:
Schetsen wat er met een lichstraal gebeurt als het een doorschijnen de stof in of uit gaat.
Slide 19 - Tekstslide
6.3
Slide 20 - Tekstslide
Wat is de derde tekenregel bij lenzen?
A
Lichtstralen die door de lens gaan worden altijd gebroken.
B
Lichtstralen die door het midden van de lens gaan worden niet gebroken.
C
Lichtstralen die vanuit een punt vertrekken, komen ook weer in een punt samen.
D
Lichtstralen die evenwijdig op de lens vallen breken door het brandpunt.
Slide 21 - Quizvraag
Wat is de eerste tekenregel bij lenzen?
A
Lichtstralen die door vanuit een punt vertrekken komen samen in een punt.
B
Lichtstralen die door het midden van de lens gaan worden niet gebroken.
C
Lichtstralen die door de lens gaan worden altijd gebroken.
D
Lichtstralen die evenwijdig op de lens vallen breken door het brandpunt.
Slide 22 - Quizvraag
Wat gebeurt er met lichtstralen die evenwijdig op een bolle lens vallen?
A
Ze worden niet gebroken.
B
Ze breken naar binnen.
C
Ze breken naar buiten.
D
Ze breken door het brandpunt.
Slide 23 - Quizvraag
Wat gebeurt er als lichtstralen door het midden van een lens gaan?
A
Ze worden niet gebroken.
B
Ze breken evenwijdig aan elkaar.
C
Ze breken door het brandpunt.
D
Ze divergeren.
Slide 24 - Quizvraag
6.3 Construeren bij lenzen
Begrippen:
convergeren
divergeren
vergrotingsfactor
Vaardigheden:
De drie tekenregels gebruiken om lichstralen en beelden te tekenen bij een positieve lens.
De formule gebruiken om de vergrotingsfactor te berekenen.
N
=
L
v
L
b
Slide 25 - Tekstslide
6.4
Slide 26 - Tekstslide
Wat is een oplossing voor bijziendheid?
A
Een bril met een positieve lens
B
Een bril met een negatieve lens
C
Een bril zonder lens
D
Een oogoperatie
Slide 27 - Quizvraag
Wat is een oplossing voor ouderdomsverziendheid?
A
Een bril met een negatieve lens
B
Een bril zonder lens
C
Een bril met een positieve lens
D
Een oogoperatie
Slide 28 - Quizvraag
Wat is het nabijheidspunt?
A
Het punt waarop je ogen beginnen te tranen
B
Het punt het dichtste bij wat je nog scherp kan zien
C
Het verste punt wat je kunt zien
D
Het punt waarop je ogen beginnen te knipperen
Slide 29 - Quizvraag
Wat is het vertepunt?
A
Het punt waarop je ogen beginnen te tranen
B
Het punt het dichtste bij wat je nog scherp kan zien
C
Het verste punt wat je kunt zien
D
Het punt waarop je ogen beginnen te knipperen
Slide 30 - Quizvraag
6.4 Oogafwijkingen
Begrippen:
accomoderen
oudziend
verziend
bijziend
vertepunt
nabijheidspunt
Vaardigheden:
Vertellen over de drie soorten oogafwijkingen en welke soort lenzen hierbij helpen.
Vertellen wat er met je oog gebeurt bij het accomoderen.
Slide 31 - Tekstslide
Aan de slag
Maak het werkblad
timer
10:00
Klaar? Maak een begrippenlijst aan de hand van de begrippen in deze LessonUp.
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
608
Mei 2022
- Les met
10 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
GPL - 3HV - 8 mei
April 2023
- Les met
12 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
6.4 deel 2 H3B, Oogafwijkingen
Juni 2024
- Les met
34 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
608
Mei 2022
- Les met
12 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Overal 3 havo 6.4 oogafwijkingen
Mei 2020
- Les met
36 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Herhaling les 1 + §6.4 Oogafwijkingen
Februari 2022
- Les met
17 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
606b
Augustus 2022
- Les met
25 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
606b
Augustus 2022
- Les met
25 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3