Fabel

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 4

https://www.scoutsengidsenvlaanderen.be/totemzoeker

Totem: 
- dier
- eigenschap 

hard werken

macht, overwinning

onschuld

veel kinderen krijgen

De wolf is hier een gemeen en moordlustig wezen, terwijl het lam onschuldig en hulpeloos is.

Dieren spelen de hoofdrol in het verhaal en deze beschikken over menselijke eigenschappen. Zo kunnen de wolf en het lam in de gelijknamige fabel spreken en discussiëren zoals mensen.

Hoewel het lam gelijk heeft en de wolf dus terecht tegenspreekt, wordt hij toch verscheurd door de wolf.

Latijn voor: een verhaal dat ons iets leert en entertaint. Het verhaal van de wolf en het lam bevat agressie en geweld om het interessant te maken, maar wil de lezer ook iets leren: sommige mensen zijn nu eenmaal van slechte wil en vinden altijd wel een reden om geweld te gebruiken.

Antropomorfisme

fabula docet et delectat

slechte afloop

stereotypen

De krekel en de mier

De krekel sjirpte dag en nacht, zo lang het zomer was,

Wijl buurvrouw mier bedrijvig op en neer kroop door 't gras

"Ik vrolijk je wat op," zei hij. "Kom, luister naar mijn lied."

Zij schudde nijdig met haar kop: "Een mier die luiert niet!"

Toen na een tijd de vrieswind kwam, hield onze krekel op.

Geen larfje of geen sprietje meer: droef schudde hij zijn kop.

Doorkoud en hongerig kroop hij naar 't warme mierennest.

"Ach, juffrouw mier, geef alsjeblieft wat eten voor de rest

Van deze barre winter. Ik betaal met rente terug,

Nog vóór augustus, krekelwoord en zweren doe 'k niet vlug!"

"Je weet dat ik aan niemand leen,"

Zei buurvrouw mier toen heel gemeen.

"Wat deed je toen de zon nog straalde

En ik mijn voorraad binnenhaalde?"

"Ik zong voor jou," zei zacht de krekel.

"Daaraan heb ik als mier een hekel!

Toen zong je en nu ben je arm.

Dus dans nu maar, dan krijg je 't warm!"

Wie leeft van kunst gaat door voor gek.

Vaak lijdt hij honger en gebrek.

Welk kenmerk van de fabel kan je afleiden uit "De krekel en de mier".

Welke uitspraak/uitspraken is/zijn correct?

1. Sprookjes en fabels bevatten beide een moraal (levensles) die expliciet wordt vermeld.
2. Antropomorfisme komt altijd voor in fabels, maar kan ook in sprookjes voorkomen. De dieren in sprookjes beelden ook vaak stereotypen uit (bv: de boze wolf).
3. Zowel fabels en sprookjes zijn korte verhalen die weleens op rijm worden gezet.

1) Sprookjes en fabels bevatten beide een moraal (levensles) die expliciet wordt vermeld.

FOUT: 

Enkel in fabels wordt de moraal expliciet vermeld op het einde. Bij sprookjes met je de levensles zelf zien te achterhalen uit het verhaal. 

2) Antropomorfisme komt altijd voor in fabels, maar kan ook in sprookjes voorkomen. De dieren in sprookjes beelden ook vaak stereotypen uit (bv: de boze wolf)


JUIST 

3) Zowel fabels en sprookjes zijn korte verhalen die weleens op rijm worden gezet.

FOUT:
fabels bestaan telkens uit drie à vier strofen en is er vaak ook sprake van rijm. Sprookjes zijn verhalen die meestal meer dan één bladzijde in beslag nemen en zijn niet op rijm gezet.