KERN les 29 KB3
1 / 15
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is het onderwerp van een tekst?
Het onderwerp van een tekst...
Het onderwerp van een tekst...
A
... vertelt in één of enkele woorden waar de tekst over gaat.
B
... vertelt wat het belangrijkste van de tekst is.
C
... vertelt wat iemand ergens van vindt.
D
... vertelt wat waar of niet waar is.
Slide 2 - Quizvraag
Beeldspraak is...
A
figuurlijk taalgebruik om een speciale reden
B
beeldend taalgebruik
C
letterlijk taalgebruik met gebruik van beelden
D
letterlijk taalgebruik
Slide 3 - Quizvraag
Wat is het beeldspraak
A
ik schrok me een hoedje
B
Ik maak een ballon
C
Ik lik een ijsje
D
hij is mooi
Slide 4 - Quizvraag
Wat zijn tekstverbanden?
A
Een verbandje om een tekst
B
Een stukje tekst
C
Twee stukjes tekst
D
Verschillende stukjes tekst die iets met elkaar te maken hebben
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
In welke zin zie je het tekstverband 'oorzaak-gevolg'?
A
Ik heb mij verslapen, daardoor ben ik te laat
B
Ik heb me verslapen en ik ben mijn eten vergeten.
Slide 11 - Quizvraag
Welk tekstverband herken je?
Eerst zet je saldo op je ov-chipkaart, daarna activeer je de kaart en vervolgens kun je inchecken en naar je werk reizen.
Eerst zet je saldo op je ov-chipkaart, daarna activeer je de kaart en vervolgens kun je inchecken en naar je werk reizen.
A
tijdsvolgorde (chronologie)
B
oorzaak-gevolg
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed
hebt begrepen.
hebt begrepen.
Slide 14 - Open vraag
Ik heb de lesstof begrepen
😒🙁😐🙂😃
