In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Verpleegtechnische vaardigheden
module 9 Les 4 medicijnen en injecteren
Slide 1 - Tekstslide
korte herhaling vorige lessen
Slide 2 - Tekstslide
Kies uit parenteraal/ enteraal
oogdruppels toedienen= een vorm van .....toediening
medicatie via poederinhalator= een vorm van... toediening
een dragee toedienen= een vorm van...toediening
een klysma toedienen= een vorm van ... toediening
Slide 3 - Tekstslide
Leg uit wat interactie is
Slide 4 - Tekstslide
interactie is
de zorgvrager krijgt verschillende medicijnen die elkaars werking beïnvloeden
er kan ook interactie met bepaalde voedingsmiddelen zijn
Slide 5 - Tekstslide
Leg uit wat gewenning is
Slide 6 - Tekstslide
gewenning is
de zorgvrager heeft steeds een hogere dosering nodig om hetzelfde effect te bereiken
Slide 7 - Tekstslide
Wat zijn cytostatica
Slide 8 - Tekstslide
cytostatica
cytostatica zijn medicijnen die de groei remmen van snelgroeiende, kwaadaardige cellen. Zij remmen de groei van zowel tumorcellen als ook gezonde snelgroeiende cellen. Hierdoor treedt o.a. haarverlies op
Slide 9 - Tekstslide
Subcutaan injecteren
Slide 10 - Tekstslide
Leerdoelen van de les
De student ;
kan het verschil benoemen tussen subcutaan en intramusculair injecteren
kan uitleggen waarom je medicatie parenteraal zal moeten toedienen
kan vertellen in welk deel van de huid geïnjecteerd wordt bij subcutaan injecteren
kan uitleggen wat een voorbehouden handeling is
kan uitleggen hoe je moet handelen bij het maken van een medicatiefout
Slide 11 - Tekstslide
Is injecteren een risicovolle of een voorbehouden handeling?
A
Risicovol
B
Voorbehouden
C
geen van beide
Slide 12 - Quizvraag
Voorbehouden handeling
Veel handelingen zijn risicovol.
Een aantal zijn voorbehouden.
Niet elke risicovolle handeling is dus voorbehouden.
Injecteren is een voorbehouden handeling. Deze staan in de wet BIG
Slide 13 - Tekstslide
Waarom parenterale toediening?
het maag-darmstelsel werkt niet goed ( bv bij hevig braken)
het medicijn wordt afgebroken in het maag-darmstelsel b.v. insuline
het medicijn moet snel in de bloedbaan komen
Slide 14 - Tekstslide
Subcutaan = S.C.
Medicijnen worden geïnjecteerd in het onderhuids weefsel
Medicijnen die langzaam moeten worden opgenomen, worden zo toegediend. B.v. insuline
Slide 15 - Tekstslide
Waarom subcutaan = indicaties
bijvoorbeeld: .... ?
Slide 16 - Tekstslide
Waarom subcutaan = indicaties
Kijk in je theorieboek en vul de indicaties het 2e lesuur aan
Slide 17 - Tekstslide
Injectie technieken sc
Loodrecht met huidplooi
45 graden techniek
loodrecht zonder huidplooi ( kant en klare spuit)
Slide 18 - Tekstslide
Intramusculair = i.m.
Medicijnen worden geïnjecteerd in een spier
intra= in/binnen
musculus= spier
Onze spieren zijn goed doorbloed- snelle opname van het medicijn
Slide 19 - Tekstslide
Waarom intramusculair = indicaties
bijvoorbeeld: .... ?
Slide 20 - Tekstslide
Waarom intramusculair = indicaties
Kijk in je theorieboek en vul de indicaties het 2e lesuur aan
Slide 21 - Tekstslide
Jij hebt per ongeluk de medicatie voor mw de Boer van 20.00 al om 14.00 gegeven, wat doe je....
Slide 22 - Open vraag
Antwoord
Check om welke medicatie het gaat
Check hoe het met de zorgvrager gaat en doe evt. controles
Overleg met collega(s)/ werkbegeleider
Bel eventueel arts bellen
MIC-melding maken
Transparant zijn naar zorgvrager
Slide 23 - Tekstslide
Huiswerk
Maak in Edition Module 9:
richtlijnen omtrent medicijnen alle verwerkingsopdrachten (vr. 2, 3 en 4 was al huiswerk)