H6 licht - deel 2 (2021)

§6.4 oogafwijkingen
Aan het einde van de paragraaf kan je ...
  1. uitleggen wat de volgende drie oogafwijkingen inhouden: oudziend, verziend en bijziend;
  2. uitleggen welke hulplenzen bij bepaalde oogafwijkingen nodig zijn.
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

§6.4 oogafwijkingen
Aan het einde van de paragraaf kan je ...
  1. uitleggen wat de volgende drie oogafwijkingen inhouden: oudziend, verziend en bijziend;
  2. uitleggen welke hulplenzen bij bepaalde oogafwijkingen nodig zijn.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Werkblad scherp zien
Weektaak
Maken en nakijken:
  • §6.3 opgave 28, 30, 33 en 34
  • Werkblad scherp zien
  • §6.4 37 t/m 40

Slide 4 - Tekstslide

Verziend

Slide 5 - Tekstslide

Bijziend

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Is de persoon die deze bril nodig heeft verziend of bijziend?
A
verziend
B
bijziend

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

oudziend

Slide 10 - Tekstslide

§6.4 opgave 42, 45, 46 en 49
klaar?! Vergeet niet de opgaven na te kijken
Weektaak
Maken en nakijken:
  • §6.3 opgave 28, 30, 33 en 34
  • Werkblad scherp zien
  • §6.4 37 t/m 40

Slide 11 - Tekstslide

Lesplanning
  1. Uitleg lenssterkte
  2. Maken opgave 41 t/m 49
  3. Evaluatie:
    - Formatief SO bespreken

Slide 12 - Tekstslide

Lenssterkte

Slide 13 - Tekstslide

Lenssterkte
  • Een kleine brandpuntsafstand is een sterkte lens.
  • Een grote brandpuntafstand is een zwakke lens.

Slide 14 - Tekstslide

Hoe reken je met lenssterkte

  • Brandpuntsafstand altijd in meter !!!

  • S = +2 dpt, dan is f = 0,5 m  = 50 cm

  • Bolle lens: S is positief, holle lens S is negatief.
S(dpt)=f(m)1

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeldopgave

Een leesbril heeft een brandpuntsafstand van 33 cm. Bereken de lensterkte.

Gegeven:  f = 33 cm = 0,33 m. Want f moet altijd in meters!!

Gevraagd: S = ... dpt

Oplossing:



Antwoord:  S = +3,0 dpt.

S=f1
S=0,331=3,0

Slide 16 - Tekstslide

De brandpuntsafstand van onze ooglens is 16 mm. Bereken de sterkte van onze lens.

Slide 17 - Open vraag

§6.4 opgave
klaar?! Vergeet niet de opgaven na te kijken

Slide 18 - Tekstslide

Is de persoon die deze bril nodig heeft verziend of bijziend?
A
verziend
B
bijziend

Slide 19 - Quizvraag

Als je bijziend bent zie je voorwerpen dichtbij / ver weg niet scherp
A
Dichtbij
B
Ver weg

Slide 20 - Quizvraag


Deze situatie hoort bij een:
A
Verziend persoon
B
Bijziend persoon

Slide 21 - Quizvraag

Als je bijziend bent heb je een:
A
Positieve bril nodig
B
Negatieve bril nodig

Slide 22 - Quizvraag

Hiernaast zie je het oog van iemand die
A
bijziend is.
B
verziend is.
C
blind is.
D
oudziend is.

Slide 23 - Quizvraag

Als je negatieve brillenglazen hebt, dan ....
A
ben je bijziend
B
ben je blind
C
ben je verziend
D
heb je een leesbril

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Het beeld is 3x vergroot. Hoe groot is de beeldafstand?
A
30 cm
B
60 cm
C
90 cm
D
120 cm

Slide 26 - Quizvraag

§6.5 Rekenen aan lenzen
Aan het einde van deze paragraaf kan je...
  • rekenen met de lenzenformule. 

Slide 27 - Tekstslide

Lenssterkte

Slide 28 - Tekstslide

Lenssterkte
  • Een kleine brandpuntsafstand is een sterkte lens.
  • Een grote brandpuntafstand is een zwakke lens.

Slide 29 - Tekstslide

Hoe reken je met lenssterkte

  • Brandpuntsafstand altijd in meter !!!

  • S = +2 dpt, dan is f = 0,5 m  = 50 cm

  • Bolle lens: S is positief, holle lens S is negatief.
S(dpt)=f(m)1

Slide 30 - Tekstslide

Voorbeeldopgave

Een leesbril heeft een brandpuntsafstand van 33 cm. Bereken de lensterkte.

  • Gegeven:  f = 33 cm = 0,33 m. Want f moet altijd in meters!!
  • Gevraagd: S = ... dpt
  • Oplossing:
    S = 1 / f      S = 1 / 0,33 = 3,0 
  • Antwoord: S = + 3,0 dpt

Slide 31 - Tekstslide

De brandpuntsafstand van onze ooglens is 16 mm. Bereken de sterkte van onze lens.

Slide 32 - Open vraag

Practicum lenzenformule

Slide 33 - Tekstslide

Welk antwoord heb je in de laatste kolom van de tabel staan? Noteer bij de antwoord de lens die je gebruikt hebt (A, B of C).

Slide 34 - Open vraag

Hoe groot is de beeldafstand bij een voorwerpafstand van 20 cm. Noteer bij de antwoord de lens die je gebruikt hebt (A, B of C).

Slide 35 - Open vraag

Lenzenformule
f1=v1+b1
Met de lenzenformule kun je de brandpuntsafstand (f), de voorwerpafstand (v) of de beeldafstand (b) berekenen als je twee van de drie gegevens hebt.

Slide 36 - Tekstslide

Huiswerk
§6.4 opgave 43, 44 en 52 maken en nakijken.

Slide 37 - Tekstslide

Lenzenformule
f1=v1+b1
Met de lenzenformule kun je de brandpuntsafstand (f), de voorwerpafstand (v) of de beeldafstand (b) berekenen als je twee van de drie gegevens hebt.

Slide 38 - Tekstslide

De lenzenformule omschrijven
f1=v1+b1
v1=f1b1
b1=f1v1

Slide 39 - Tekstslide

Voorbeeldopgave 
40 cm achter de lens wordt een scherp beeld geprojecteerd. Het voorwerp staat op 1,0 m voor de lens. Bereken de sterkte van de lens. 

Slide 40 - Tekstslide

Een projectielens van de beamer heeft een brandpuntsafstand van 15,0 cm. De afstand tussen de lens en de muur is 4,35 m. Bereken de voorwerpsafstand.
f1=v1+b1
[?]1=[?]1+v1
v1=[?]1[?]1
v =            cm 
15
15
4,35
4,35
435
435
15,5
6,43
0,155
0,643

Slide 41 - Sleepvraag

Aan de slag
Maken en nakijken
§6.5 opgave 56, 60, 61abc, 62 en 63
timer
20:00

Slide 42 - Tekstslide

Virtueel beeld
  • Kan je niet projecteren
  • staat niet op zijn kop
  • negatieve lens of positieve lens waarbij
    v < f
  • lenzenformule 
    b is negatief 

Slide 43 - Tekstslide

Aan de slag
Maken en nakijken
§6.5 opgave 61d
Huiswerk
§6.5 opgave 56, 60, 61, 62 en 63

Slide 44 - Tekstslide

Een voorwerp staat 50 cm voor een lens met een sterkte van 2,4 dpt. Achter de lens ontstaat op een scherm een scherp beeld. Bereken op welke afstand (in meter) dit scherpe beeld ontstaat.

Slide 45 - Open vraag

Slide 46 - Video

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Video

Een lens met een brandpuntsafstand van 50 cm vormt een scherp beeld op 2,5 meter. Bereken de voorwerpsafstand.
Noteer je berekening.

Slide 50 - Open vraag