7.4

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

In deze les

• Beginnen we weer met een startopdracht
• Bespreken we het huiswerk opg. 35 t/m 41
• Leer je 2 formules voor het berekenen van de inhoud van ruimtefiguren
• Ontdek je dat het nog steeds belangrijk is dat je de oppervlakte van verschillende figuren goed kunt uitrekenen.

startopgave (wisbordjes)

noteer het metriek stelsel voor inhoud

noteer ook    L    dL    cL   mL

• Bereken de inhoud in m
• Hoeveel dm is dat?
• Hoeveel liter is dat?
• Er ligt 3 cm zand op de bodem. Hoeveel dm zand is dat?
• Hoeveel cm is dat?

0,48 m^3

480 dm^3

480 L

1,6 x 0,5 x 0,03 = 0,024 dm^3 zand

opg. 39

a. 

b. 

c. 

d. 

a. 95cm^2

b. 34,6 cm

c 34,6 x 20 = 692 cm^2

d.  2 x 95 cm^2  + 692 =882cm^2 

totale oppervlakte

foutje ontdekt?

• 1,3 m ^2
• 4,58 m ^2

Nieuwe lesstof:

De inhoud van ruimtefiguren

2 formules

inhoud = oppervlakte grondvlak x hoogte

inhoud = 1/3 x oppervlakte grondvlak x hoogte

zelf maken:

opg. 49, 50, 51, 52 en 53

In deze les:

• Bespreken we huiswerk opgave: 48 t/m 53
• Leer je de inhoud van een samengesteld figuur berekenen
• Ga je zelfstandig werken aan opg. 55 t/m 59
• Sluiten we samen de les af.

2 formules

inhoud = opp. grondvlak x hoogte 

• cilinder: 15,7 cm
• prisma: 24 cm

inhoud = 1/3 x opp. grondvlak x hoogt

• piramide: 14 cm
• kegel: 2,5 cm

• 9x9=81 - (4 x 4,5) = 63 m^2
• formule:                                        inhoud is opp. grondvlak x hoogte
• 63 x 0,9 = 56,7 m^3
• 90 - 20 = 70 cm hoog
• 63 x 0,70 = 44,1 m^3 =             L

• inhoud = opp. grondvlak x hoogte
• opp. grondvlak =     x straal x straal
• 113,1 x 14 = 1583,4 cm^3

π

• 1/3 x 225 x 20 = 1500 cm^3

• 1/3 x      x 7,5 x 7,5 x 20 =1178 cm^3

π

gebruik de formules

omtrek =      x diameter

• 20 = 3,14 x diameter
• diameter = 6,36 cm
• straal = 3,18
• invullen: 135

π

• 1/3 x 50 x 50 x 22 = 
• 18333 m^3

maken in de les:

opg. 55, 56, 57, 58 en 59

huiswerk: opg. 60, 61 en 62

afsluiting

• hoe ging het huiswerk bespreken?
• Wat vind je daar nuttig aan?
• Hoe heb je kunnen werken in deze les?
• Waar gaat de volgende les over?