Uitleg examen Spreken + oefeningen

Examenvoorbereiding Nederlands 
Nederlands
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Examenvoorbereiding Nederlands 
Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Hoe breng je de inhoud van je presentatie het beste over? 

1. Spreek tegen de beoordelaars
2. Gebruik je stem
3. Gebruik je lichaam
4. 'Wees het argument'

Slide 2 - Tekstslide

Opbouw
Je presentatie moet een heldere structuur bevatten. Dit kun je doen door je betoog in 3 onderdelen op te bouwen:
  • kop
  • romp
  • staart

Slide 3 - Tekstslide

Kop (inleiding)
  • Aandacht publiek trekken (citaat, anekdote, actualiteit)
  • Introductie van jezelf
  • Geef aan waar je presentatie over gaat

Slide 4 - Tekstslide

Romp (middenstuk)
  • Leg uit waarom je dit onderwerp gekozen hebt.
  • Vertel 6-8 minuten over je onderwerp.

Slide 5 - Tekstslide

Staart (slot)

  • Geef een samenvatting/conclusie
  • Uitsmijter (slotzin)

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 1 De overtuigende verkoper 
  1. Kies elk een willekeurig voorwerp dat voorhanden ligt (stift, telefoon, stoel, etc.)
  2. Bepaal het spreekdoel
  3. De verkoper probeert het voorwerp te ‘verkopen’ aan de klas. Neem drie minuten om het verkoopgesprek voor te bereiden. Let op humor en originaliteit, je presentatie is het belangrijkste bij deze opdracht.
  4. Voer het verkoopgesprek

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 2 Argumenteren 
1. Maak een groepje van vier personen
2. Kies een van de volgende stellingen:
- Alcoholreclame moet verboden worden
- Bibliotheken zijn overbodig
- De overheid moet de prijs van fastfood verhogen
- Alcoholproducten moeten twee keer zo duur worden.
- Alle wc’s op scholen moeten genderneutraal worden.
3.  Twee zijn voor de stelling en twee zijn tegen de stelling.
4. Beide tweetallen bedenken minimaal drie argumenten (gebruik hiervoor betrouwbare bronnen).
5. Leg elk argument uit en geef een voorbeeld waarmee je het argument concreet maakt.
6. Bedenk een pakkende opening en een uitsmijter.
7. Ga nu met elkaar debatteren over de stelling (voor de klas)!

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld
Stelling: Alcoholreclame moet verboden worden

  • standpunt: ik ben voor de stelling
  • argument: het is reclame voor iets ongezonds


Slide 9 - Tekstslide

Stelling: Alcoholreclame moet verboden worden
Argument: Het is reclame voor iets ongezonds
Uitleg: Reclame heeft als doel mensen meer van een product te laten kopen. Van alcoholreclame krijg je dus zin om bijvoorbeeld wijn te drinken. Dat is erg, want van alcohol is slecht voor je gezondheid.
Voorbeeld: Stel: in een reclame heb je de laatste tijd vaak Jillz voorbij zien komen. Daardoor denk je nu eerder aan Jillz en ben je sneller geneigd om dat te kopen. Je kiest dus eerder voor een ongezonde optie.
 

Slide 10 - Tekstslide

Objectieve of subjectieve argumenten?
Welke zijn beter?
-Objectief 
-Subjectief?

Slide 11 - Tekstslide

Beoordeling examen Spreken
  • Samenhang
  • Afstemming op doel
  • Afstemming op publiek
  • Woordgebruik en woordenschat
  • Vloeiendheid, verstaanbaarheid, grammaticale beheersing

Slide 12 - Tekstslide