02-12-2024

02-12-2024
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansBeroepsopleiding

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

02-12-2024

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Mirar Deberes

Slides 10, 11, 12, 13
Unidad 2: Te lo compro
Vocabulario ejs.1 t/m3
TB: p.19, ej.1a, ej.1 b: Responder

WB:
p. 13, 14: Reglas y Sistemas
p.15: Test
TB: p.17, De Fiesta
¿Qué sabes de estas fiestas?: comentar 

Slide 3 - Tekstslide

WB:
p. 13, 14: Reglas y Sistemas
p.15: Test
TB: 
p.17, De Fiesta
La Navidad y Los Reyes Magos: ¿Qué sabes de estas fiestas?. ¿Qué es nuevo para ti?

Slide 4 - Tekstslide

TB: p. 19 : Unidad 2 : Te lo compro

Slide 5 - Tekstslide

TB: p. 19 , ej. 1a
8
9
1. ¿ Qué compran y cuánto pagan?
2. welke uitdrukkingen hoor je?

Slide 7 - Tekstslide

TB: p. 19, ej.1b  ¿ Dónde compras tú?

Slide 8 - Tekstslide

TB: p.20, ej.2a: Comprando con gusto
Doe het interview in tweetallen

Slide 9 - Tekstslide

Comprando con gusto

¿Cuándo se usa qué y cuándo se usa cuál / cuáles?

  • vertaal ej. 2b
  • en vul in de kantlijn de  regel in.

Slide 10 - Tekstslide

Het gebruik van ¿qué? en ¿cuál / cuáles?
tb p. 128 11.1.1
QUÉ wordt gebruikt om een keuze te maken tussen verschillende zaken of om een open vraag te stellen: 
- ¿Qué prefieres: ir de compras o nadar?          = qué + ww 
Wat wil je liever: winkelen of zwemmen? 
- ¿Qué productos compras por Internet?           = qué + zelfst,nw 
welke producten koop je via Internet? 
 
QUÉ wordt ook gebruikt om te vragen naar een definitie
- ¿Qué es un teléfono?                                          = qué+ser+definitie 
Wat is een telefoon? Een telefoon is een communicatiemiddel.

Slide 11 - Tekstslide

Het gebruik van ¿qué? en ¿cuál / cuáles? 

CUÁL / CUÁLES  wordt gebruikt om een keuze te maken tussen verschillende soorten van één zaak of categorie
- Tengo muchas camisetas, ¿Cuál te gusta más? = Welke (van de T-shirts) vind je   het leukst?


CUÁL / CUÁLES wordt vaak in combinatie met het werkwoord SER (es, son) gebruikt (behalve bij het vragen naar definitie) 
- ¿Cuál es tu canción (liedje) favorita?








OJO:  Na CUÁL / CUÁLES komt NOOIT een zelfstandig naamwoord

Slide 12 - Tekstslide

Completar las preguntas con "qué, cuál o cuáles?

1.¿.............tipo de tiendas de ropa prefiere usted?  
 2.¿............son las tiendas donde compra      regularmente?
3.¿............tiendas de música me puede                  recomendar? 
  4.¿............es la tienda que está más cerca de su casa?      
5.¿.............compra usted por internet?                                   

Slide 13 - Tekstslide

Deberes
Slides 10, 11, 12: mirar
Slide 13: Intentar hacer ejercicio
TB:
p.20, ejs.2b, 2c
p. 21, ej. 4a
WB:
p. 17, ejs.2
p.22, ej.16

Slide 14 - Tekstslide

Adiós

Slide 15 - Tekstslide