H4 - D & E Speaking & Grammar

Articles
Welcome to our 
English class
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Articles
Welcome to our 
English class

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van de les kan ik:
  • Mijn huis omschrijven
  • aanwijzingen geven
  • the, a en an gebruiken 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Describe your room to your classmate
timer
1:30

Slide 4 - Tekstslide

Giving Directions

Slide 5 - Tekstslide

timer
1:00

Slide 6 - Tekstslide

Articles = Lidwoorden
Wanneer je in het Nederlands de of het voor een zelfstandig naamwoord zet, gebruik je in het Engels the. Het gaat om een specifiek persoon, dier of ding het gaat.

Wanneer je in het Nederlands een voor een zelfstandig naamwoord zet, gebruik je in het Engels a of an. Het gaat dan om algemene dingen. 

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld
Look! I flew the kite.
I saw a kite fly by.

Slide 8 - Tekstslide

Lidwoord: a
a gebruik je voor woorden die beginnen met een medeklinker:

a pet                                    a teacher                             a bycicle
a car                                    a door                                   a room
 

Medeklinker: b, c, d, f, g, h, j etc. 

Slide 9 - Tekstslide

Lidwoord: an
an gebruik je voor woorden die beginnen met een klinker:

an ear                           an investigation                         an officer
an apple                      an Englishman                           an answer
 

Klinker: a, e, i, o, u

Slide 10 - Tekstslide

Let op!
De keuze voor a of an hangt niet af van de (mede)klinker op papier, maar of je hem hoort.

Soms schrijf je een -h maar hoor je hem niet -> dan gebruik je an.

Soms schrijf je een -u, maar hoor je een -j -> dan gebruik je a.


 

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeelden
an hour  (je hoort our)
an honor (je hoort onour)
a university (je hoort juniversity)
a uniform (je hoort juniform)
a European (je hoort jeuropean)

Slide 12 - Tekstslide

a of an?
..... dog
A
a
B
an

Slide 13 - Quizvraag

a of an?
..... banana
A
a
B
an

Slide 14 - Quizvraag

a of an?
.... artwork
A
a
B
an

Slide 15 - Quizvraag

a of an?
..... house
A
a
B
an

Slide 16 - Quizvraag

a of an?
.... apple
A
a
B
an

Slide 17 - Quizvraag

a of an?
.... uniform
A
a
B
an

Slide 18 - Quizvraag

A
AN
table
house
egg
chicken
island
phone
orange

Slide 19 - Sleepvraag

a of an?
.... ear
A
a
B
an

Slide 20 - Quizvraag

a of an?
.... hero
A
a
B
an

Slide 21 - Quizvraag

a of an?
.... plant
A
a
B
an

Slide 22 - Quizvraag

a of an?
.... commercial
A
a
B
an

Slide 23 - Quizvraag

a of an?
.... hour
A
a
B
an

Slide 24 - Quizvraag

a of an?
.... game
A
a
B
an

Slide 25 - Quizvraag

a of an?
.... university
A
a
B
an

Slide 26 - Quizvraag

a of an?
.... avatar
A
a
B
an

Slide 27 - Quizvraag

a of an?
.... FM-radio channel
A
a
B
an

Slide 28 - Quizvraag

A of AN?
.... president
A
a
B
an

Slide 29 - Quizvraag

Huiswerk
Hoofdstuk 4 D & E
Blz. 22 t/m 29, opdrachten:
  • 25 a, b en d
  • 29  a (vertaal alle woorden) en c
  • 32, 33, 34, 35, 36 (a, b en c) en 37

Slide 30 - Tekstslide

Articles

Slide 31 - Tekstslide