Les 1

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Les 1

Good to see you all!

   This lesson:

        1.  Speaking: How did you spend the holidays? 

        2. Check homework ex. 2ab, 3ab (p.160-161)         

        3. Recap: the future + practise!

        4. Have you studied your stones? Let's find out!   

        5. Work to do!      

          

       

At the end of this lesson

1. I know how to use the future 

2. I have studied and practised the stones.  

Goals (Leerdoelen)

At the end of the lesson you can:

- recognise the 4 forms of the future tense.

- you can use the 4 forms of the future tense.

Future Simple

Vorm	Gebruik	Example:
Infinitief + (s)	Vaststaande gebeurtenissen in de toekomst die onderdeel zijn van een dienstregeling, rooster, of ander schema.	The train arrives at six o'clock. Does the supermarket close at 6 o'clock? Our next class starts in twelve minutes.

Future: Present Simple

Future Simple

Vorm	Gebruik	Example:
to be (not) + infinitief + ing	Afspraken in de nabije toekomst waarvan tijd en/of plaats al vaststaat.	I am visiting the dentist after school. He is running a marathon this weekend. I am celebrating my birthday tomorrow.

  Future: Present Continuous

Future Simple

Vorm	Gebruik	Example:
am/is/are + (not) going to + hele werkwoord	Iets (niet) van plan zijn	Ronan is going to visit his grandparents next week.
am/is/are (not)+ voornaamwoord + hele werkwoord ?	Voorspelling met bewijs	Look at those dark clouds. It is going to rain.

Future: going to

Future Simple

Vorm	Gebruik	Example:
Will (not) + Infinitief	Iets aanbieden	I will do the dishes for you.
	Beloftes	I will call you soon, I promise.
	Aankondigingen	Stacy will arrive at 2 o'clock.
	Besluiten	We will go to your place then.
	Voorspellingen (GEEN bewijs)	I think, the corona virus will go away soon.

Future: Will

Future: als je spontaan iets besluit, gebruik je...

1. present simple
2. will+hele ww
3. is/am/are going to + hele ww
4. present continuous

Welke vorm van de future is correct hier?

1. The train is leaving at 8.15 a.m.
2. The train leaves at 8:15 a.m.
3. The train is going to leave at 8.15 a.m.
4. The train will leave at 8:15 a.m.

Wanneer gebruik je de Present Continuous vorm voor de Future?

1. Bij voorspellingen die zijn gebaseerd op een aanwijzing
2. Wanneer dingen volgens schema gaan gebeuren
3. Wanneer dingen gepland zijn en vrijwel zeker gaan gebeuren
4. Bij feiten

Cars ____ (fly) in the future.

1. are flying
2. will fly
3. will flying
4. are going to fly

Which tenses are future?

1. I will help you tomorrow.
2. I'm playing football Saturday.
3. I am going to play football.
4. He helps you every day

Ik weet nu wanneer ik welke optie voor de future gebruik.

😒🙁😐🙂😃

   Reading!

What do you need to prepare for the test?

Test Chapter 4:

1. Theme words NE/EN - EN/NE (p. 48)

2. Vocabulary NE/EN - EN/NE (p. 48/49)

3. Stone 10, 11, 12 (p. 50) (NE-EN)

4. Grammar 7, 8 (p. 27, 43, 51)

Overhoren stones Chapter 4 - In the city.

Stones

You have 10  minutes to study the stones.

Vertaal:

Kun je mij de snelste weg daarheen vertellen?

Vertaal:

Maak eerst om te beginnen een nieuw account.

Vertaal:

Als u vragen heeft, ga dan naar de pagina met veelgestelde vragen.

Vertaal:

Ik zou dit product graag willen ruilen. 

Vertaal:

Weet u hoe ik bij het stadscentrum kom?

Vertaal:

De bus komt later door een verkeersopstopping.

Vertaal:

Als u vragen heeft, ga dan naar de pagina met veelgestelde vragen.

Vertaal:

Maak eerst om te beginnen een nieuw account.

Vertaal:

Weet u hoe ik bij het stadscentrum kom?

Vertaal:

De bus komt later door een verkeersopstopping.

Les 1

Good to see you all!

   This lesson:

        1.  Reading!

        2. Watch Newsround + make notes!

        3. Do 'extra opdrachten' Chapter 4.   

            Finished? 

         - Study test Chapter 4.

         - Slim stampen

         - Read your book.    

          

       

   Reading!

Good to see you all!

   This lesson:

    

        1. Introductie: mondeling Engels (Tuesday April 8th)

        2. Preparation time oral exam.

        3. Blooket!

     

   This lesson: hh3a

        1. Introduction writing assignment (practise)

        2. Work on writing assignment.

        3. Blooket!