soort= organismen die kunnen voortplanten en vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen.
wetenschappelijke naam: geslacht + soort
Slide 4 - Tekstslide
symbiose
mutualisme
commensalisme
parasitisme
Slide 5 - Tekstslide
termen
habitat, levensgemeenschap, populatie, ecosysteem
Er is veel concurrentie om het voedsel, zowel binnen de soort,
intraspecifiek, als tussen verschillende soorten, interspecifiek.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
bruto primaire productie= alle gemaakte organische stoffen
netto primaire productie= alle organische stoffen die behouden blijven
secundaire productie= opgenomen organische stoffen geschikt als bouwstof
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
biomassa= hoeveelheid organische stoffen
Slide 13 - Tekstslide
De volwassen nijlbaars is tegenwoordig de belangrijkste consumptievis (foto rechtsboven). In de vorige eeuw waren dat de veel kleinere cichlidensoorten (foto rechtsonder). Door het uitzetten van nijlbaars werd het systeem verstoord en verdwenen veel soorten cichliden, waaronder soorten die van muggenlarven leefden. De getallen in zwart geven de hoeveelheid vis in het meer aan (in tonnen), in rood de vangst door mensen (in tonnen/jaar).
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
koolstofkringloop en stikstofkringloop bekijken in binas
Slide 16 - Tekstslide
vangen, merken en terugvangen
vangen, merken en terugvangen: je vangt en merkt een aantal (M) dieren en zet die terug. Vang je na een tijd opnieuw een aantal dieren (Nv), dan zitten daar gemerkte (Mv) tussen.
Je berekent de populatiegrootte (N) als volgt: aantal individuen in populatie / aantal gemerkte individuen bij eerste keer vangen = aantal individuen bij tweede keer vangen / aantal gemerkte dieren bij tweede keer vangen. In formulevorm: N/M = Nv/Mv oftewel N = Nv/Mv × M.
Slide 17 - Tekstslide
Een biologiestudent in de werkgroep wil weten hoe groot de populatie bij benadering is. Hij merkt 28 gevangen woelmuizen met een watervaste feloranje verfstip op de rug en laat ze los. Een week later vangt hij met de valletjes 10 woelmuizen, hiervan zijn er 4 gemerkt.
(2p) 7 Bereken de populatiegrootte van noordse woelmuizen.
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Biodiversiteit per stadium
ccds
De biodiversiteit is hoger in het subclimax stadium: streven bij natuurbeheer