Quantum 14.2
1 / 44
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Lage snelheid
Hoge snelheid
De zwarte strepen zijn de plekken van verzwakking van het licht.
Sleep steeds de juiste keuze naar het oranje vlak.
Uit het plaatje blijkt dat verzwakkingen bij de hoge snelheid [A] elkaar liggen. Het hiervoor benodigde weglengteverschil wordt dus blijkbaar [B] bereikt.
De eerste verzwakking treedt op bij een weglengte- verschil van [C]. Bij een hogere snelheid is de Broglie-golflengte [D] en dit klopt [E] met het antwoord B.
Uit het plaatje blijkt dat verzwakkingen bij de hoge snelheid [A] elkaar liggen. Het hiervoor benodigde weglengteverschil wordt dus blijkbaar [B] bereikt.
De eerste verzwakking treedt op bij een weglengte- verschil van [C]. Bij een hogere snelheid is de Broglie-golflengte [D] en dit klopt [E] met het antwoord B.
A
B
C
D
E
dichter bij
verder van
eerder
later
1 λ
½ λ
groter
kleiner
wel
niet
Slide 2 - Sleepvraag
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Van welk materiaal kan het plaatje uit de figuur gemaakt zijn?
(Meerdere antwoorde mogelijk)
(Meerdere antwoorde mogelijk)
A
Cesium
B
Silicium
C
Berylium
D
Rubidium
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
NIET WAAR
WAAR
a
b
c
d
e
f
g
Slide 8 - Sleepvraag
Geef aan wat er niet waar is aan b en f.
Slide 9 - Open vraag
Lever hier (een foto van) je antwoorden van vraag 6 t/m 8 in.
Slide 10 - Open vraag
Lever hier (een foto van) je antwoorden van vraag 9 t/m 11 in.
Slide 11 - Open vraag
Geef hier aan wat je niet snapt van de theorie van 14.2 en/of opgave 5 t/m 11
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Lever hier (een foto van) je antwoorden van vraag 12 t/m 17 in.
Slide 15 - Open vraag
Geef hier aan wat je niet snapt van 14.2 en/of de opgaven 12 t/m 17.
Slide 16 - Open vraag
Lever hier (een foto van) je antwoorden van vraag 18 t/m 21 in.
Slide 17 - Open vraag
Geef hier aan wat je niet snapt van 14.2 en/of de opgaven 18 t/m 21.
Slide 18 - Open vraag
Geef hier aan wat je nog niet snapt van deze lessonup, de stof tot nu toe of het leven in het algemeen.
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Bij interferentie tussen twee golven, treedt versterking (constructieve interferentie) op als het weglengteverschil gelijk is aan...
A
0 of 1 λ
B
¼ λ
C
½ λ
D
¾ λ
Slide 22 - Quizvraag
Wat weet je nog over buiken en knopen?
I. Bij een buik treedt destructieve interferentie op
II. Bij een knoop is een mogelijk weglengteverschil 1 ½ λ
I. Bij een buik treedt destructieve interferentie op
II. Bij een knoop is een mogelijk weglengteverschil 1 ½ λ
A
Beide stellingen zijn waar.
B
Stelling I. is waar,
stelling II. is niet waar.
C
Stelling I. is niet waar,
stelling II. is waar.
D
Beide stellingen zijn niet waar.
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Open deze simulatie. Kies voor 'Golven', en lichtgolven (laserpen). Kies je favoriete kleur en druk op de groene knop van de laser. Kijk wat er gebeurt.
Gebruik de stopwatch en de schaal / het meetlint om de snelheid van de golven uit te rekenen. Zet het systeem eerst onderaan op 'pauze'. Maak een screenshot van je opstelling en meting (voorbeeld hiernaast). Lever je berekening van de snelheid in via het tekstvak. In het voorbeeld hiernaast zou het zijn 3430,7 nm / 11,65 fs.
Gebruik de stopwatch en de schaal / het meetlint om de snelheid van de golven uit te rekenen. Zet het systeem eerst onderaan op 'pauze'. Maak een screenshot van je opstelling en meting (voorbeeld hiernaast). Lever je berekening van de snelheid in via het tekstvak. In het voorbeeld hiernaast zou het zijn 3430,7 nm / 11,65 fs.
Slide 26 - Open vraag
Slide 27 - Video
Welke onderdeel van de proef van het foto-elektrisch effect kon alleen maar worden verklaard door aan licht deeltjes-eigenschappen toe te kennen?
Slide 28 - Open vraag
Wanneer treedt er bij golven veel of weinig buiging op? Geef in je antwoord de termen 'golflengte' en 'verstoring' (bijv. een spleet).
Slide 29 - Open vraag
In BiNaS tabel 35E4 vind je de formule voor de 'de Broglie' golflengte.
Schrijf de formule hieronder op, en geef ook de naam en de formule voor de p in deze formule (kan je eventueel afleiden uit de formule die in de BiNaS bij 'overige' staat).
Schrijf de formule hieronder op, en geef ook de naam en de formule voor de p in deze formule (kan je eventueel afleiden uit de formule die in de BiNaS bij 'overige' staat).
Slide 30 - Open vraag
Wanneer je twee identieke elementaire deeltjes vergelijkt, waarvan één deeltje een hogere snelheid heeft, dan weet je..
A
Dat deeltje heeft een grotere broglie-golflengte.
B
Dat deeltje heeft dezelfde broglie-golflengte.
C
Dat deeltje heeft een kleinere broglie-golflengte.
D
Niets over de brogliegolflengte.
Slide 31 - Quizvraag
Wanneer je twee identieke elementaire deeltjes vergelijkt, waarvan één deeltje een kleinere massa heeft, dan weet je..
A
Dat deeltje heeft een grotere broglie-golflengte.
B
Dat deeltje heeft dezelfde broglie-golflengte.
C
Dat deeltje heeft een kleinere broglie-golflengte.
D
Niets over de brogliegolflengte.
Slide 32 - Quizvraag
Wanneer je twee identieke elementaire deeltjes vergelijkt, waarvan één deeltje een grotere massa én een lagere snelheid heeft, dan weet je..
A
Dat deeltje heeft een grotere broglie-golflengte.
B
Dat deeltje heeft dezelfde broglie-golflengte.
C
Dat deeltje heeft een kleinere broglie-golflengte.
D
Niets over de brogliegolflengte.
Slide 33 - Quizvraag
Bereken de broglie-golflengte van een proton (BiNaS 7B) met een snelheid van 7,20 10^7 m/s.
Slide 34 - Open vraag
Slide 35 - Video
Als de snelheid van elektronen groter wordt, wordt de Broglie-golflengte...
A
Groter
B
Blijft gelijk
C
Kleiner
D
Weet ik niet
Slide 36 - Quizvraag
Lage snelheid
Hoge snelheid
De zwarte strepen zijn de plekken van verzwakking van het licht.
Sleepvraag antwoorden NA video.
Sleepvraag antwoorden NA video.
Sleep steeds de juiste keuze naar het oranje vlak.
Uit het plaatje blijkt dat verzwakkingen bij de hoge snelheid [A] elkaar liggen. Het hiervoor benodigde weglengteverschil wordt dus blijkbaar [B] bereikt.
De eerste verzwakking treedt op bij een weglengte- verschil van [C]. Bij een hogere snelheid is de Broglie-golflengte [D] en dit klopt [E] met het antwoord B.
Uit het plaatje blijkt dat verzwakkingen bij de hoge snelheid [A] elkaar liggen. Het hiervoor benodigde weglengteverschil wordt dus blijkbaar [B] bereikt.
De eerste verzwakking treedt op bij een weglengte- verschil van [C]. Bij een hogere snelheid is de Broglie-golflengte [D] en dit klopt [E] met het antwoord B.
A
B
C
D
E
dichter bij
verder van
eerder
later
1 λ
½ λ
groter
kleiner
wel
niet
Slide 37 - Sleepvraag
Lage snelheid
Hoge snelheid
De zwarte strepen zijn de plekken van verzwakking van het licht.
Sleep steeds de juiste keuze naar het oranje vlak.
Uit het plaatje blijkt dat verzwakkingen bij de hoge snelheid [A] elkaar liggen. Het hiervoor benodigde weglengteverschil wordt dus blijkbaar [B] bereikt.
De eerste verzwakking treedt op bij een weglengte- verschil van [C]. Bij een hogere snelheid is de Broglie-golflengte [D] en dit klopt [E] met het antwoord B.
Uit het plaatje blijkt dat verzwakkingen bij de hoge snelheid [A] elkaar liggen. Het hiervoor benodigde weglengteverschil wordt dus blijkbaar [B] bereikt.
De eerste verzwakking treedt op bij een weglengte- verschil van [C]. Bij een hogere snelheid is de Broglie-golflengte [D] en dit klopt [E] met het antwoord B.
A
B
C
D
E
dichter bij
verder van
eerder
later
1 λ
½ λ
groter
kleiner
wel
niet
Slide 38 - Sleepvraag
Geef hieronder aan wat je nog niet (goed) snapt van de theorie. Geef ook aan als je geen vragen hebt.
Slide 39 - Open vraag
Maak een samenvatting van de theorie met daarin minimaal (een antwoord op) de leerdoelen en lever een foto hiervan in.
Lever je samenvatting in. Denk aan de leerdoelen!
Extra informatie kan je vinden op Wetenschapsschool (Kwantum) en de Natuurkunde Uitgelegd app op je telefoon.
Slide 40 - Open vraag
Slide 41 - Tekstslide
Slide 42 - Tekstslide
I. Hoe kleiner de spleet, hoe groter de buiging.
II. Hoe kleiner de golflengte, hoe groter de buiging.
A
Beide stellingen zijn waar.
B
Stelling I. is waar.
Stelling II. is niet waar.
C
Stelling I. is niet waar.
Stelling II. is waar.
D
Beide stellingen zijn niet waar.
Slide 43 - Quizvraag
Bij interferentie tussen twee golven, treedt verzwakking (destructieve interferentie) op als het weglengteverschil gelijk is aan...
A
0 of 1 λ
B
¼ λ
C
½ λ
D
¾ λ
