Periode 2, les 2 instructie deel 1

Nederlands
Periode 2, les 2 
Instructies schrijven
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Periode 2, les 2 
Instructies schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Werkhouding en inzet
  • Geen boek mee = niet welkom, na 45 minuten wel
  • Te laat = niet welkom, na 45 minuten wel
  • Grijs gebied = telefoon in telefoontas, boek en laptop op tafel, stil
  • Lezen = lezen
  • Uitleg = stil
  • Werkmoment = werken
  • Oefening = meedoen
  • Eten = niet

Slide 3 - Tekstslide

Welke afspraak vind jij het meest belangrijk?
Geen boek mee = niet welkom
Te laat = niet welkom
Lezen = lezen
Uitleg = stil
Werkmoment = werken
Oefening = meedoen
Eten = niet

Slide 4 - Poll

Lesdoelen
Aan het eind van deze les...
  • heb je je woordenschat vergroot en verrijk je je eigen taalvaardigheid. 
  • heb je gewerkt aan jouw concentratie en spanningsboog. 
  • heb je geleerd hoe je een instructietekst in een lesvoorbereidingsformulier moet schrijven. 

Slide 5 - Tekstslide

In deze les
  • 20 minuten lezen
  • Herhaling model van Van Gelder
  • Uitleg en oefening
  • Opdrachten in Motile maken

Slide 6 - Tekstslide

Wat ga jij doen tijdens het leesmoment?
Ik kies ervoor om te gaan lezen.
Ik kies ervoor om naar de gang te gaan.

Slide 7 - Poll

Lezen
20 minuten lezen in je eigen boek, tijdschrift of strip. 

Slide 8 - Tekstslide

Hoe heb jij gelezen?
Ik heb me de hele tijd goed kunnen concentreren.
Ik heb me een groot deel van de tijd goed kunnen concentreren.
Ik werd af en toe afgeleid.
Ik had een slechte concentratie vandaag.

Slide 9 - Poll

In deze les
  • 20 minuten lezen
  • Herhaling model van Van Gelder
  • Uitleg en oefening
  • Opdrachten in Motile maken

Slide 10 - Tekstslide

model van Van Gelder
Het model geeft het lesgeefproces weer​.


Het model kent vier onderdelen: ​
  • De beginsituatie​
  • De doelstelling​
  • De les of training​
  • De evaluatie





Slide 11 - Tekstslide

Beginsituatie
Doelstelling
Les / training
Evaluatie

Slide 12 - Sleepvraag

model van Van Gelder
  • De lesopbouw​
  • De organisatie​
  • De bewegingsvormen​
  • De didactische werkvormen (de manieren van lesgeven)​







Als sport- en bewegingsleider moet je goed kunnen uitleggen waarom je bepaalde dingen juist op die manier doet. ​
Dit kun je goed doen aan de hand van een duidelijke doelstelling.





Slide 13 - Tekstslide

model van Van Gelder
  • Lesopbouw: De structuur van de les, van inleiding tot afsluiting.
  • Organisatie: De praktische organisatie van de les, inclusief tijd, materiaal en klassenmanagement.
  • Bewegingsvormen: Actieve betrokkenheid van leerlingen, zowel fysiek als mentaal.
  • Didactische werkvormen: De specifieke manieren waarop de docent lesgeeft, variërend van instructie tot interactieve werkvormen.





Slide 14 - Tekstslide

lesopbouw
organisatie
bewegings-vormen
didactischewerkvormen
differentiatie
reflectie
motivatie
communicatie
leeromgeving

Slide 15 - Sleepvraag

SMART
  • Specifiek: Ik wil vijf kilo afvallen. Ik weeg nu 72 kilo, dus na 10 weken weeg ik minder dan 67 kilo.​
  • Meetbaar: Binnen tien weken.​
  • Acceptabel: Ik doe het voor mijn gezondheid. Ik wil me beter in mijn vel voelen.​
  • Realistisch: Iedere week wil ik 0,5 kilo afvallen, want dat is nog gezond en te doen. Dit doe ik door te sporten en gezond te eten.​
  • Tijdgebonden: Binnen tien weken. Iedere week 0,5 kilo.​

Slide 16 - Tekstslide

Maak een SMART-doel

Slide 17 - Open vraag

Evaluatie
Belangrijk onderdeel bij jouw leerproces.
 

Slide 18 - Tekstslide

Welke vragen stel je bij een evaluatie?

Slide 19 - Woordweb

In deze les
  • 20 minuten lezen
  • Herhaling model van Van Gelder
  • Uitleg en oefening
  • Opdrachten in Motile maken

Slide 20 - Tekstslide

Instructie
  • Hoe werkt het? Hoe doe je het? ​
  • Doel = instrueren
  • Een instructie moet duidelijk zijn voor de lezer. ​
  • Geschreven of gesproken (audio-opname of filmpje) ​

Voorbeelden
Fitness work-out, handleiding, gebruiksaanwijzing, recept, ontruimingsplan en .... jouw lesvoorbereidingsformulier





Slide 21 - Tekstslide

Kenmerken en opbouw
  • Titel
  • Materialenlijst, benodigde ruimte, voorbereiding, tijdsduur of regels            -> net als in je lesvoorbereidingsformulier​
  • Gebiedende wijs 
  • In stapjes: stap 1, stap 2 of 1, 2, 3
  • Opsommingstekens​
  • Foto's, afbeeldingen ter verduidelijking 



Slide 22 - Tekstslide

Kenmerken en opbouw

Slide 23 - Tekstslide

Wat is GEEN instructie?
A
lesvoorbereidingsformulier
B
handleiding
C
recept
D
recensie

Slide 24 - Quizvraag

Tekstverbanden & signaalwoorden in een instructietekst
  • Voorbeeld: zoals, bijvoorbeeld, dat wil zeggen, namelijk enz.​
  • Opsomming: ook, en, verder, bovendien, ten eerste, tot slot enz.​
  • Volgorde van tijd (chronologie): vroeger, nu, toen, straks, ondertussen, vervolgens, zodra, nadat, voordat, tijdens, daarna, ten slotte enz.​
  • Conclusie: dus, concluderend, al met al enz. ​

Slide 25 - Tekstslide

ook, en, verder, bovendien, ten eerste, tot slot
A
voorbeeld
B
opsomming
C
volgorde van tijd
D
conclusie

Slide 26 - Quizvraag

vroeger, nu, toen, straks, ondertussen, vervolgens, zodra, nadat, voordat, tijdens, daarna, ten slotte
A
voorbeeld
B
opsomming
C
volgorde van tijd
D
conclusie

Slide 27 - Quizvraag

Wat is een signaalwoord dat valt onder de noemer 'voorbeeld'?
A
nadat
B
dus
C
namelijk
D
daarna

Slide 28 - Quizvraag

conclusie
dus
concluderend
al met al
straks
namelijk
bovendien
toen
nu

Slide 29 - Sleepvraag

Instructie zelf maken
stap 1
Goede titel

stap 2
Welk publiek? 
Ontruimen gebouw = u
Balspel = je

Slide 30 - Tekstslide

Instructie zelf maken
stap 3
Handelingen in logische volgorde. Zet voor elke stap een nummer of zet “stap 1” ervoor. ​

stap 4
Gebiedende wijs = Kijk hier..., Schud..., Loop..., Rijd..., Pak nu..., Voeg…toe...

Slide 31 - Tekstslide

Instructie zelf maken
stap 5
Verwijswoorden = voorkom herhalingen
Voorbeelden: het, dit, dat, die, deze, hij, ze, hem.​


stap 6
Signaalwoorden = samenhangende tekst

Slide 32 - Tekstslide

Instructie zelf maken
stap 5
1. Pak de schep uit de schuur. 
2. Zet de schep in de grond. 
3. Duw de schep aan. 
4. Buig de schep wat naar achteren. 
5. Neem de grond met de schep mee. 
6. Leg de grond van de schep naast het gat. 

Slide 33 - Tekstslide

Instructie zelf maken
stap 5
1. Pak de schep uit de schuur. 
2. Zet hem in de grond. 
3. Duw hem vervolgens aan. 
4. Buig de schep wat naar achteren. 
5. enz. 

Slide 34 - Tekstslide

Instructie zelf maken
stap 5
Verwijswoorden = voorkom herhalingen
Voorbeelden: het, dit, dat, die, deze, hij, ze, hem.​


stap 6
Signaalwoorden = samenhangende tekst

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

instructie
instructie

Slide 38 - Sleepvraag

In deze les
  • 20 minuten lezen
  • Herhaling model van Van Gelder
  • Uitleg en oefening
  • Opdrachten in Motile maken

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Aan het werk
  • Maak in Motile het onderdeel "instructie"
  • Niet bezig met de opdrachten? Verlaat het lokaal. 
  • Klaar? 

3 keuzes:
  1. Ga bezig met de modules waar jouw naam bij staat. 
  2. Ga bezig met een ander vak. 
  3. Verlaat het lokaal. 

Slide 44 - Tekstslide