AF 5 Urinewegestelsel

M1W1
3
urinewegstelsel
VPTH 5
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
AFPMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

M1W1
3
urinewegstelsel
VPTH 5

Slide 1 - Tekstslide

5
urinewegstelsel
LEERDOELEN...
  • Je benoemt de bouw en de functies van de nieren en urinewegen
  • Je vertelt wat er gebeurt bij de vorming van urine in de nieren
  • Je benoemt de samenstelling van urine
  • Bij een lege blaas, aandrang en een volle blaas noem je de stand van de twee sluitspieren










Slide 2 - Tekstslide

Dag en nacht is het lichaam bezig stoffen uit het lichaam te krijgen, dit gebeurt door...
  • nieren (afval uit bloed)
  • longen (water en CO2)
  • lever (gal)
  • huid (zweet)

uitscheidingsorganen

Slide 3 - Tekstslide

het urinewegstelsel kan je verdelen in...
  • nieren
  • urinewegen (urineleiders, blaas en urinebuis)

uitscheidingsorganen

Slide 4 - Tekstslide


de nieren

Slide 5 - Tekstslide

de nieren (renes) liggen hoog en achterin de buikholte...
  • aan de holle kant zit de nierpoort (bloed gaat hier in en uit, urine gaat hier uit)
1.2
de nieren

Slide 6 - Tekstslide

  • de nieren krijgen het zuurstofrijke en vieze bloed van de aorta)
  • de nieren geven het zuurstofarme en schone bloed aan de holle ader

de nieren

Slide 7 - Tekstslide

het nierkapsel is de verpakking van de nier...
  • stevig bindweefsel
  • het geeft bescherming

bouw van de nieren (grof)
nierkapsel

Slide 8 - Tekstslide

de nierschors is de buitenste rand van de nier...
  • hier wordt het bloed gefilterd

bouw van de nieren (grof)
nierschors

Slide 9 - Tekstslide

onder de nierschors ligt het niermerg, de middelste rand van de nier...
  • groepjes niermerg vormen een nierpiramide
  • hier wordt urine gemaakt

bouw van de nieren (grof)
niermerg
nierpiramide

Slide 10 - Tekstslide

de urine wordt verzameld in de binnenste rand, nierbekken...
  • om de punt van de piramide zit een nierkelk, dat uitkomt in het nierbekken

bouw van de nieren (grof)
nierkelk
K
nierbekken
B

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

een nierpiramide bestaat uit een groep filter installaties...
  • een deel ligt in de nierschors
  • een deel ligt in het niermerg

bouw van de nieren (fijn)
filter installaties

Slide 13 - Tekstslide

  • een filter installatie ontvangt bloed (slagader) en maakt hiervan urine
  • nefron

bouw van de nieren (fijn)

Slide 14 - Tekstslide

elke filter installatie bestaat uit...
  • een nierlichaampje (L) in de nierschors
  • een nierkanaaltje (K) in het niermerg

bouw van de nieren (fijn)
nierlichaampje
L
nierkanaaltje
K

Slide 15 - Tekstslide

een nierlichaampje bestaat uit twee onderdelen...
  • een kluwen (bloedvat)
  • een kapsel of omhulsel
nierlichaampje

Slide 16 - Tekstslide

een nierkanaaltje is een lange kronkelbuis met in het midden een lus

nier kanaaltje

Slide 17 - Tekstslide

opdrachten...
een nierkanaaltje is een lange kronkelbuis met in het midden een lus
opdracht

Slide 18 - Tekstslide

de filter installaties zuiveren het bloed...
  • het haalt afvalstoffen uit het bloed
  • het maakt er urine van

taken en werking van de nieren

Slide 19 - Tekstslide

het vaatkluwen heeft een filterfunctie...
  • alle kleine stoffen gaan door de filters
  • grote stoffen niet

taken en werking van de nieren

Slide 20 - Tekstslide

belangrijke kleine stoffen zijn...
  • water
  • zouten (mineralen)
  • glucose (voedingsstoffen)
  • aminozuren en vitaminen 
  • afvalstoffen

  • deze belanden in de urineweg

taken en werking van de nieren

Slide 21 - Tekstslide

belangrijke grote stoffen zijn...
  • eiwitten
  • bloedcellen

  • deze blijven in de bloedbaan
taken en werking van de nieren

Slide 22 - Tekstslide

de vloeistof in het kapsel heet voorurine...
  • zowel afval als nuttige stoffen zitten in de voorurine

taken en werking van de nieren
voorurine

Slide 23 - Tekstslide

  • nuttige stoffen worden in het nierkanaaltje terug gehaald naar de bloedbaan
  • dit heet terugresorptie

taken en werking van de nieren
start  2:00 - stop 2:13, sound off

Slide 24 - Tekstslide

het maken van urine gaat dus in twee stappen...
  1. filtratie (van bloed naar voorurine)
  2. terugresorptie (van voorurine naar urine)

taken en werking van de nieren
filtratie
F
terugresorptie
T

Slide 25 - Tekstslide

verschillende dekcellen in het nierkanaaltje nemen de stoffen op...
  • water (99%)
  • veel zouten
  • alle glucose
  • aminozuren
  • vitamines

taken en werking van de nieren

Slide 26 - Tekstslide

de afvalstoffen blijven in het nierkanaaltje...
  • samen met wat water en zouten gaan deze stoffen naar een verzamelbuis

taken en werking van de nieren

Slide 27 - Tekstslide

  • hormonen in de verzamelbuis bepalen hoeveel water en zouten nog worden vastgehouden
  • hierna verandert de samenstelling niet meer: definitieve urine

taken en werking van de nieren
hormonale invloed
H
definitieve urine
U

Slide 28 - Tekstslide

  • het nierbekken vangt de definitieve urine op
  • de urine verlaat de nier via de urineleider

taken en werking van de nieren

Slide 29 - Tekstslide

de nieren regelen...
  1. de water- en zoutbalans
  2. de bloeddruk
  3. de aanmaak van rode bloedcellen
  4. de stofwisseling van vitamine D
.2.3
overige taken
1
2
3
4

Slide 30 - Tekstslide

3

Slide 31 - Video

00:24
welke genoemde stoffen kunnen het filter niet passeren?

Slide 32 - Open vraag

00:33
hoe wordt het water- en zoutpeil geregeld?

Slide 33 - Open vraag

00:56
welk onderdeel van de nieren loopt schade op bij hoge bloeddruk of diabetes?

Slide 34 - Open vraag


urinewegen

Slide 35 - Tekstslide

de urinewegen starten in het nierbekken (pyelum)...
  • dit is de grootste opvangruimte voor urine
  • de cellen van de wand maken veel slijm, zodat de urine niet kan inbijten

urinewegen

Slide 36 - Tekstslide

de urineleider (ureter) is een gespierd buisje dat urine leidt van het bekken naar de blaas...
  • via peristaltiek 
  • de wand bestaat uit slijmvliesglad spierweefsel en een vlies

urineleiders
slijmvlies
gladde spieren
vlies

Slide 37 - Tekstslide

de urineleider loopt schuin door de blaaswand naar binnen...
  • als de blaas volloopt, drukken spieren de buis dicht
  • dit voorkomt terugstroom richting de nier

urineleiders
urineleider
blaasspier

Slide 38 - Tekstslide

de urineblaas (vesica urinaria) is een opslagplaats voor urine...
  • het ligt in het kleine bekken, achter het schaambeen

urineblaas

Slide 39 - Tekstslide

de blaas heeft op de bodem (blaasdriehoek) druk gevoelige cellen...
  • hoe meer druk (urine),  hoe sterker deze cellen prikkels geven om de blaas te legen

urineblaas

Slide 40 - Tekstslide

de wand bestaat uit...
  • slijmvlies
  • de blaasspier
  • een beschermend vlies

urineblaas
slijmvlies
blaasspier
vlies

Slide 41 - Tekstslide

er zijn twee kringspieren die het plassen regelen...
  1. in de blaas zit een onwillekeurige kringspier
  2. in de bekkenbodem zit een willekeurige kringspier

urineblaas
kringspier in de blaas
1
kringspier in de bekkenbodem
2

Slide 42 - Tekstslide

de blaas werkt als volgt...
  • standaard is 1 dicht, 2 open
  • bij vulling krijgt men aandrang: 1 open, 2 gaat dicht (bekkenbodem wordt aangespannen)

urineblaas
1
1
2
2

Slide 43 - Tekstslide

de blaas werkt als volgt...
  • is de blaas echt vol, dan gaat ook 2 open en kan urine het lichaam verlaten

urineblaas
2

Slide 44 - Tekstslide

de urinebuis (urethra) is bij vrouwen korter dan bij mannen en bestaat uit dezelfde weefsels als de rest van de urinewegen

urinebuis

Slide 45 - Tekstslide

bij de man ligt onder de blaas nog de prostaat...
  • dit orgaantje heeft een aandeel bij de voortplanting (het maakt hulpstoffen voor het sperma)

urinebuis

Slide 46 - Tekstslide

Bestanddelen die normaal in urine zitten...
  • water (95%)
  • zouten, zoals NaCl
  • afvalstoffen uit de eiwit stofwisseling
  • te veel aan vitaminen en andere overtollige stoffen

samenstelling van de urine

Slide 47 - Tekstslide

nierlichaampje
nierkanaaltje
nierbekken
bloed
definitieve urine
filteren
terugresorptie

Slide 48 - Sleepvraag

de nieren maken het hormoon renine...​

  • cellen reageren op een laag zout gehalte (Na+)​
  • renine zorgt voor stijging van de bloeddruk

1.2.3
overige taken
cellen maken renine

Slide 49 - Tekstslide

de nieren maken het hormoon erytropoëtine (EPO)...​

  • cellen reageren op een laag zuurstof gehalte​
  • EPO stimuleert beenmerg om meer rode bloedcellen te maken

1.2.3
overige taken
cellen maken epo

Slide 50 - Tekstslide

door zonlicht wordt vitamine D onder de huid gevormd​...

  • van vitamine D maakt de nier actief vitamine D3
  • de kalkopname in botten neemt hiermee toe​
  • kalk wordt uit de nierfilters gehaald (ontkalken)​


1.2.3
overige taken
cellen veranderen D in D3

Slide 51 - Tekstslide