17.2 Buffers

17.2 Buffers
Wat is een buffer?
Hoe reken je aan een buffer?
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

17.2 Buffers
Wat is een buffer?
Hoe reken je aan een buffer?

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een buffer?
  •  Een mengsel die de pH constant kan houden bij toevoeging van kleine hoeveelheden zuur of base
  • Vb: de pH van je bloed moet constant blijven, omdat te grote schommelingen in pH dodelijk kunnen zijn

Slide 2 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer met pH?
  • pH = -log [H3O+] <-> [H3O+] = 10-pH
  • pOH = -log [OH-] <-> [OH-] = 10-pOH
  • pH + pOH = 14,00 (Bij 298 K, Binas tabel 50)

Slide 3 - Tekstslide

pH significantie
  • Het aantal significante cijfers in [H3O+] is gelijk aan het aantal decimalen in de pH
  • Voorbeeld: [H3O+] = 2,4 *10-2 mol/L. Bereken de pH.
  • pH = -log (2,4*10-2) = 1,619788 = 1,62
    2 significantie in [H3O+], dus 2 decimalen

Slide 4 - Tekstslide

Samenstelling van buffer
Voor het maken van een buffer heb je een zwak zuur met zijn geconjugeerde base nodig. De hoeveelheid moet ongeveer gelijk zijn. Ideaal is een molverhouding van 1:1

Grens is molverhouding van 1:10 en 10:1

Slide 5 - Tekstslide

Geef de RV voor azijnzuur in water
  • heb je nu een buffer? 
  • hoe zou je hiervan een buffer kunnen maken?

Slide 6 - Tekstslide

Keuze van buffer
  • Als [HZ] = [Z-], dan is de Kz gelijk aan [H3O+]
  • -log Kz = -log [H3O+]
  • -log Kz = pKz en -log [H3O+] = pH
  • Dus pKz = pH 

Slide 7 - Tekstslide

Keuze van buffer
  • Dus pKz = pH (bij 1:1)
  • Als je dus een buffer van bepaalde pH nodig hebt, zoek je de pKz van zuur-basekoppel op die gelijk is aan de pH die je wilt

Slide 8 - Tekstslide

Keuze van buffer
  • Verhouding van 1:10 of 10:1 betekent dat de pH maximaal 1,0 zal afwijken

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Hoe zou ik een buffer met een pH =9,2 kunnen maken?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Buffer in je bloed
  • Worden veel zuren in je lichaam gevormd
  • pH mag niet te laag worden
  • H2CO3/HCO3- buffer werkt samen hemoglobine buffer 
  • Wel kunnen volgen, niet leren

Slide 13 - Tekstslide

Wat kan je nu gaan doen?
- H2CO3/HCO3- en hemoglobine buffer op blz 88 lezen
- Paragraaf 17.2 doorlezen
- Opdrachten uit studiewijzer maken
(weektaak: leer t/m par. 17.2 en  mk 9, 10 of 11, 12 of 13)


Slide 14 - Tekstslide