weet je hoe je met synoniemen je woordkeus afwisselt.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1
In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom 1VMB
: )
Vrijdag
Planning van dit uur
Bespreken huiswerk
Uitleg over een verslag schrijven
Zelfstandig werken: verslag schrijven
Aan het einde van deze les
weet je hoe je een verslag schrijft;
weet je hoe je een goede titel bedenkt;
weet je hoe je een goede inleiding schrijft;
weet je hoe je met synoniemen je woordkeus afwisselt.
Slide 1 - Tekstslide
Huiswerk bespreken
timer
5:00
Wat
Huiswerk bespreken (Leestaak 3.3 Lezen)
Hoe
Klassikaal
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt
Tijd
Ongeveer vijf minuten
Uitkomst
Deze leerstof komt terug op de repetitie
Klaar
Hierna gaan we verder met de les
Slide 2 - Tekstslide
Heb je al veel verslagen geschreven?
Ja
Nee
Slide 3 - Poll
Waarover ging het laatste verslag dat je hebt geschreven?
Slide 4 - Open vraag
Heb je in dat verslag vooral feiten genoemd of je mening gegeven?
Feiten
Mening
Slide 5 - Poll
Voorlezen
Tekst 1
Slide 6 - Tekstslide
Individueel werken
timer
1:00
Wat
Schrijf in één minuut een antwoord op de volgende vragen:
1. Voor welk schoolvak is dit verslag geschreven?
2. Wat is het doel van dit verslag?
Hoe
Individueel, in stilte
Hulp
Geen
Tijd
Eén minuut
Uitkomst
Ik vraag straks leerlingen naar hun antwoord
Slide 7 - Tekstslide
Samenwerken
timer
1:00
Wat
Overleg met degene naast je over de volgende vragen:
1. Voor welk schoolvak is dit verslag geschreven?
2. Wat is het doel van dit verslag?
Hoe
Samen
Hulp
Geen
Tijd
Eén minuut
Uitkomst
Ik vraag straks leerlingen naar hun antwoord
Slide 8 - Tekstslide
Verslag
In een verslag beschrijf je wat je hebt meegemaakt, gehoord, gelezen of onderzocht
Doel: informeren over de feiten
Slide 9 - Tekstslide
Tips voor het schrijven van een verslag
Vertel in de eerste alinea waar het verslag over gaat
Schrijf in de volgende alinea's wat er allemaal gebeurde. Doe dat in de volgorde zoals alles gebeurd is. Gebruik daarvoor woorden zoals: eerst, daarna, vervolgens, verder, ten slotte, toen
Schrijf niet alle details op, maar alleen de belangrijke en interessante dingen
Schrijf het verslag in de verleden tijd
Zet je naam onder het verslag
Slide 10 - Tekstslide
Een goede inleiding
Schrijf op waar de tekst over gaat
Gebruik een binnenkomer (opvallend begin dat de lezer nieuwsgierig maakt), zoals een vraag of een kort, persoonlijk verhaaltje
Slide 11 - Tekstslide
Een goede titel
Trek de aandacht
Noem het onderwerp
Geef belangrijke informatie over het onderwerp
Gebruik nooit een punt, een vraagteken of uitroepteken mag wel
Slide 12 - Tekstslide
Individueel werken
timer
1:00
Wat
Open een Word-document
Schrijf een verslag van 100 tot 150 woorden (zie bladzijde 217)
Hoe
Individueel, in stilte
Hulp
Geen
Tijd
Tot het einde van de les
Uitkomst
Dit is huiswerk voor maandag
Klaar
Lees in je leesboek
Tips verslag
Blz. 210
Tips inleiding
Blz. 213
Tips titel
Blz. 215
Schrijfopdracht
Blz. 217
Beoordelingsformulier (check)
Blz. 219
Slide 13 - Tekstslide
Samenvatting van de les
Jij
weet hoe je een verslag schrijft;
weet hoe je een goede titel bedenkt;
weet hoe je een goede inleiding schrijft;
weet hoe je met synoniemen je woordkeus afwisselt.
Huiswerk
Open een Word-document
Schrijf een verslag van 100 tot 150 woorden (zie bladzijde 217)