Hoe schrijf je een verslag? - les 72

Hoe schrijf je een verslag?
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoe schrijf je een verslag?

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van de les
  • hoe je een verslag schrijft;
  • hoe je een goede titel bedenkt;
  • hoe je een goede inleiding schrijft;
  • hoe je met synoniemen je woordkeus afwisselt.

Slide 2 - Tekstslide

Tips voor het schrijven van een verslag
vertel in de eerste alinea waar het over gaat;
schrijf in de volgende alinea's wat er gebeurde;
schrijf alleen de belangrijke en interessante dingen;
schrijf in de verleden tijd;
zet je naam onder het verslag.

Slide 3 - Tekstslide

5W1Hvragen blz. 212
Wie
wat
waar
wanneer
waarom en hoe

Slide 4 - Tekstslide

Denk aan
signaalwoorden van opsomming: eerst, ten eerste, daarna, vervolgens, verder, ook, bovendien, tenslotte;
signaalwoorden van reden: want, omdat, daarom, namelijk, om die reden;
signaalwoorden van tegenstelling: maar, echter, toch;

Slide 5 - Tekstslide

Denk verder aan
signaalwoorden van conclusie: dus, kortom, al met al;
synoniemen: afwisseling in woordkeuze.

Slide 6 - Tekstslide

Toets verslag
Schrijf een verslag over je eerste dag op het Bindelmeer College
Titel
Inleiding: maak duidelijk waarover je gaat schrijven ( alinea 1 );
Kern: geef zoveel mogelijk informatie over je eerste dag ( alinea 2, 3 en 4 ); K 2/ TL 3

Slide 7 - Tekstslide

Ga verder
Slot: geef je mening over de eerste dag.
Ben je klaar?
Lees je verslag en let op: formulering, spelfouten/ hoofdletters en leestekens.
Plaats je naam onder jouw verslag.

Slide 8 - Tekstslide

Verslag schrijven
In een verslag beschrijf je iets dat je hebt meegemaakt of dingen die je hebt gedaan.

In een verslag staan veel feiten. Vaak geef je ook je mening.

Soms is het handig om eerst kort op te schrijven wat in het verslag moet, voordat je het hele verslag schrijft.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?
Maak een woordweb

Slide 11 - Tekstslide