Grammaire Havo 1 voor PW februari

Werkwoorden op -er

1 / 49

Slide 1: Tekstslide

FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Werkwoorden op -er

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Schrijf de juiste vorm op:
Vous (parler) ------ le français?

Slide 4 - Open vraag

Schrijf de juiste vorm op:
Je (manger) ------ une pizza.

Slide 5 - Open vraag

Schrijf de juiste vorm op:
Mes parents (habiter) ------ en France.

Slide 6 - Open vraag

Schrijf de juiste vorm op:
Nous (chercher) ------ une place.

Slide 7 - Open vraag

Schrijf de juiste vorm op:
Tu (aime) ------ de la glace?

Slide 8 - Open vraag

Le verbe avoir

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Schrijf de juiste vorm op van avoir:
Tu (avoir) ------ une glace?

Slide 12 - Open vraag

Schrijf de juiste vorm op van avoir:
(Ik heb) ______ un cadeau pour toi.

Slide 13 - Open vraag

Schrijf de juiste vorm op van avoir:
Mes amis ---une bonne note en biologie.

Slide 14 - Open vraag

Schrijf de juiste vorm op van avoir:
Pierre --- un stylo rouge.

Slide 15 - Open vraag

Schrijf de juiste vorm op van avoir:
Nous --- un chat.

Slide 16 - Open vraag

Schrijf de juiste vorm op van avoir:
Vous --- aussi un chat ou un chien?

Slide 17 - Open vraag

Le verbe être

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Schrijf de juiste vorm op van 'être':
Vous --- aussi au supermarché?

Slide 21 - Open vraag

Schrijf de juiste vorm op van 'être':
Non, nous --- à l'école!

Slide 22 - Open vraag

Schrijf de juiste vorm op van 'être':
Je --- au collège Trevianum.

Slide 23 - Open vraag

Schrijf de juiste vorm op van 'être':
Tu --- en cinquième?

Slide 24 - Open vraag

Schrijf de juiste vorm op van 'être':
Non, Pierre --- en terminale?

Slide 25 - Open vraag

De getallen van 0 - 100

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Noteer het getal in cijfers:
zéro

Slide 29 - Open vraag

Noteer het getal in cijfers:
trente-six

Slide 30 - Open vraag

Noteer het getal in cijfers:
cinquante-trois

Slide 31 - Open vraag

Noteer het getal in cijfers:
soixante-dix

Slide 32 - Open vraag

Noteer het getal in cijfers:
soixante-quatorze

Slide 33 - Open vraag

Noteer het getal in cijfers:
quatre-vingt-sept

Slide 34 - Open vraag

Noteer het getal in cijfers:
quatre-vingt-dix-neuf

Slide 35 - Open vraag

Noteer het getal voluit:
23

Slide 36 - Open vraag

Noteer het getal voluit:
48

Slide 37 - Open vraag

Noteer het getal voluit:
52

Slide 38 - Open vraag

Noteer het getal voluit:
soixante-dix-neuf

Slide 39 - Open vraag

Noteer het getal voluit:
82

Slide 40 - Open vraag

Noteer het getal voluit:
100

Slide 41 - Open vraag

Kloktijden

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Vertaal de zin, schrijf de getallen voluit:
Het is 10:20 uur

Slide 44 - Open vraag

Vertaal de zin, schrijf de getallen voluit:
Het is 12:00 uur (overdag)

Slide 45 - Open vraag

Vertaal de zin, schrijf de getallen voluit:
Het is 16:15 uur

Slide 46 - Open vraag

Vertaal de zin, schrijf de getallen voluit:
Het is 18:45 uur

Slide 47 - Open vraag

Vertaal de zin, schrijf de getallen voluit:
Het is 19:30 uur

Slide 48 - Open vraag

Vertaal de zin, schrijf de getallen voluit:
Het is 05:35 uur

Slide 49 - Open vraag