H2 De Industriële Revolutie in Nederland

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

H2 De Industriële Revolutie in Nederland

Hoofdstuk 2 

De industriële revolutie in Nederland

Hoofdstuk 1: de industriële revolutie in Engeland

Hoe verliep de Industriële revolutie in Nederland?

Tekst 'Liep Nederland achter?' tot en met 'kwaliteitsproducten'

- Nederlandse industrie en huisnijverheid

Geschiedenis

Opdrachten bij paragraaf 2

Is het gelukt met de opdrachten? 

Leerdoel

Je weet welke industrie belangrijk was in Nederland voor de Industriële Revolutie

Landbouw in Nederland

• 50% bevolking Nederland werkt in Landbouw

• Specialisatie op één product 

• Groot deel producten naar buitenland

Nederlandse nijverheid

• Kleinschalige bedrijven 

• Gespecialiseerd in één product 

Opdrachten

Maken opdracht 3 t/m 9 

Nijverheid in Nederland, kleinschalige productie

Hoe verliep de Industriële Revolutie in Nederland? 

- Herhaling Nederland 19e eeuw 

- Leerlooien, katoen en Philips 

Geschiedenis

Opdrachten maken bij hoofdstuk 2 

Is het gelukt met de opdrachten? Is alle leerstof duidelijk? 

Leerdoel

Je weet hoe de Industriële Revolutie verliep in Nederland, en welke industrie belangrijk was voor Nederland

Kwaliteitsproducten 

• Nederland ⮕ kleinschalige bedrijven 

• Specialisatie in één product 

• Kwaliteitsproducten

Leerlooien

• Boerenzoons hebben aanvullend beroep 

• Huisnijverheid of werken in de werkplaats 

• Belangrijk beroep: leerlooien  

Leerlooien

• Leerlooien Noord-Brabant 

• Genoeg vee, stromend water, schors van bomen 

•  Ook veel schoenmakers 

Nieuwe technieken 

• 1860: nieuwe schoenmachine 

• Betere kwaliteit en veel goedkoper 

• Schoenmakerij wordt groter 

• Werplaatsten ⮕ fabrieken 

Textielindustrie 

• Textielindustrie erg belangrijk (katoen en wol)

•  Katoenindustrie ⮕ Twente 

• Meeste katoenen kleding voor export 

Wol uit Tilburg 

• 2/3 wolfabrieken in Tilburg 

• Eerste fabriek met stoommachine: 1827 

• Huisnijverheid bleef lang bestaan  

Opdrachten bij H2

Maken: 1, 2, 4, 6, 8, 9, 11, 12, 15, 17, 19, 20, 21 

Leerlooien

• Leerlooien Noord-Brabant 

• Genoeg vee, stromend water, schors van bomen 

•  Ook veel schoenmakers 

Nieuwe technieken 

• 1860: nieuwe schoenmachine 

• Betere kwaliteit en veel goedkoper 

• Schoenmakerij wordt groter 

• Werplaatsten ⮕ fabrieken 

Textielindustrie 

• Textielindustrie erg belangrijk (katoen en wol)

•  Katoenindustrie ⮕ Twente 

• Meeste katoenen kleding voor export 

Opdrachten

Afmaken opdracht: 8, 9, 10, 11, 12, 13

Unilever

• 1871:  Anton Jurgens naar Frankrijk (boter)

• Margarinefabriek 

• Gaat zelf 'kunstboter' maken

• Concurrentie leidt tot fusie ⮕ Unilever 

Wereldhandel

• Nederlands bedrijf: verwerken aardolie 

• Engels bedrijf: transport en  handel 

• 1907 fusie bedrijven ontstaan Shell

Philips 

• 1891: fabrieksgebouw 

• Zoon start met lampenfabriek 

• Gloeilampen ontwikkelen en verkopen 

Filmpje over Philips