2B De Industriële Revolutie in Nederland

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

De industriële samenleving in Nederland

2. De Industriële Revolutie in Nederland

Wat gaan we doen?

We starten met herhaling

Daarna nieuwe uitleg 

* Textielindustrie. Katoen en wol

* Wereldhandel

* Philips 

• Demografische revoluie 

• Huisnijverheid 

• Stoommachine 

• Industriële revolutie 

Afbeelding hoort bij de agrarische revolutie

Uitleg H2 deel 2

Industriële revolutie in Nederland

• Textielindustrie
• Wereldhandel
• Philips

Aan het eind van de 19e eeuw ontstonden Nederlandse bedrijven die over de hele wereld handelden. 

Voorbeelden van drie grote Nederlandse bedrijven die internationaal handelen: 

• Philips
• Shell
• Unilever 

Waardoor zijn deze bedrijven zo groot geworden?

Unilever

• 1871:  Anton Jurgens naar Frankrijk (boter)

• Margarinefabriek 

• Gaat zelf 'kunstboter' maken

• Concurrentie leidt tot fusie ⮕ Unilever 

Stelling: Nederland liep inderdaad achter, andere landen waren verder ontwikkeld.

a Geef een argument vóór de stelling.
b Geef een argument tegen de stelling.

Philips 

• 1891: fabrieksgebouw 

• Zoon start met lampenfabriek 

• Gloeilampen ontwikkelen en verkopen 

Weinig industrie in Nederland

• Sommige Nederlandse bedrijven deden het enorm  goed.  Toch was er in Nederland minder industrie dan in veel andere Europese landen.  
• In 1880 was fabrieksproductie in België 4x groter en in   Engeland wel 70x groter.
• Tussen 1880 en 1913 groeide de Nederlandse industrie snel,   maar het verschil met de buurlanden bleef groot.
  

Op de afbeelding zie je arbeiders in een textielfabriek (1878). In welke regio in Nederland vond je eind 19e eeuw veel textiel- industrie?

1. Zuid- Limburg (vooral rondom Maastricht)
2. Twente
3. de Randstad
4. Nabij Rotterdam

Welk deel van Nederland was gespecialiseerd in het Leerlooien?

1. Twente
2. Noord-Brabant
3. Groningen
4. Zeeland

Huiswerk

Maak nu H2 opdracht 12 t/m 21

Ik teken het volgende week af