week 18 (week 3 2025) klas 2 Modalverben + woorden leren K.8

Guten Tag
Wie geht es euch?
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 1 - Tekstslide


  • jas in de kluis of op de kapstok
  • pet/muts/capuchon af
  • oortjes uit
  • laptop dicht op tafel
  • boek/schrift/pen op tafel

Slide 2 - Tekstslide

Was machen wir heute?

Wiederholung: 
Grammatik - die Modalverben

Slide 3 - Tekstslide

Lernziele:
Am Ende dieser Stunde: .....

  • ken ik de betekenissen van alle modale werkwoorden en het werkwoord 'wissen';
  • Kan ik  modale werkwoorden n het werkwoord 'wissen' op de juiste manier vervoegen; 
  • kan ik de Modalverben in een zin gebruiken.

Slide 4 - Tekstslide



Aber zuerst.....ein Filmchen!



Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn Modalverben?
 Dit zijn hulpwerkwoorden die in een zin een extra lading/betekenis aan een ander werkwoord geven.
Ik kan goed schaatsen, ik moet werken, mag ik iets vragen?
In het Duits zijn dit de werkwoorden dürfen, können, mögen, müssen, sollen, wollen en wissen. 

Slide 6 - Tekstslide

Beispiele
Du musst jetzt Hausaufgaben machen.
Du kannst jetzt Hausaufgaben machen.
Du willst jetzt Hausaufgaben machen.
Du sollst jetzt Hausafgaben machen.
Du darfst jetzt Hausaufgaben machen.
Du magst jetzt Hausaufgaben machen.

Slide 7 - Tekstslide

wissen
weten
dürfen
mogen, toestemming
können
kunnen
mögen
lusten, houden van
müssen
moeten, noodzakelijk 
sollen
moeten, bevel
wollen
willen

Slide 8 - Tekstslide

Er zijn 2 kenmerken!
1: de klank (klinker) verandert in het enkelvoud (= ich, du en er/sie/es) (behalve bij sollen!)

2: de ich- en de er/sie/es- vorm zijn gelijk en krijgen GEEN uitgang!

Slide 9 - Tekstslide

Konjugation von Modalverben im Präsens
müssen
können
wollen
sollen
dürfen
mögen
wissen
ich
muss
kann
will
soll
darf
mag
weiß
du
musst
kannst
willst
sollst
darfst
magst
weißt
er/sie/es
muss
kann
will
soll
darf
mag
weiß
wir
müssen
können
wollen
sollen
dürfen
mögen
wissen
ihr
müsst
könnt
wollt
sollt
dürft
mögt
wisst
sie
müssen
können
wollen
sollen
dürfen
mögen
wissen
Sie
müssen
können
wollen
sollen
dürfen
mögen

Slide 10 - Tekstslide

even oefenen......
  • Pak je laptop en log in in deze LessonUp!

Slide 11 - Tekstslide

Wir dürfen morgen leider nicht zur Party.
A
durven
B
kunnen
C
mogen
D
willen

Slide 12 - Quizvraag

Ich mag diesen Salat wirklich nicht.
A
mag
B
lust
C
ken
D
wil

Slide 13 - Quizvraag

Wie spät sollst du morgen beim Training sein?
A
moet (noodzaak)
B
moet (wi/advies) van een ander)
C

Slide 14 - Quizvraag

Wollt ihr zusammen mit uns ins Kino?
A
mogen
B
kunnen
C
moeten
D
willen

Slide 15 - Quizvraag

Ich muss jetzt wirklich auf die Toilette!
A
moet (noodzaak)
B
moet (wi/advies) van een ander)
C

Slide 16 - Quizvraag

(können)
.........du mich heute Nachmittag abholen?
A
Kann
B
Kannst
C
Könnst
D
Könnt

Slide 17 - Quizvraag

(mögen)
Lieke und Jens ........ den neuen Lehrer nicht so.
A
mag
B
mogen
C
mögen
D
mochten

Slide 18 - Quizvraag

(mögen)
Lieke und Jens ............ den neuen Lehrer nicht so.
A
mag
B
mogen
C
mögen
D
mochten

Slide 19 - Quizvraag

(wissen)
Meine Mutter .......... noch nicht was sie heute Abend anzieht.
A
weiß
B
weißt
C
wiss
D
wisst

Slide 20 - Quizvraag

(dürfen)
Wer .......... zu deinem Geburtstag kommen?
A
darf
B
darft
C
dürf
D
dürft

Slide 21 - Quizvraag

(mögen)
Ich ......... Kiwi's sehr gerne.
A
möge
B
mag
C
mage
D
möchte

Slide 22 - Quizvraag

(müssen)
Mein Freund ...... morgen operiert werden.
A
müss
B
müsst
C
muss
D
musst

Slide 23 - Quizvraag

An die Arbeit!
An die Arbeit:

Was?     Online: Wiederholung 8: Aufgaben 1, 2, 3, 4, 5
Wie?      selbstständig, am Laptop
Hilfe?    Die Grammatik auf Seite 178, 179
Zeit?      15 Minuten
Fertig?  StudyGo: woorden hoofdstuk 8 leren





Slide 24 - Tekstslide

Lernziele erreicht?

  • ken ik de betekenissen van alle modale werkwoorden en het werkwoord 'wissen?
  • Kan ik  modale werkwoorden n het werkwoord 'wissen' op de juiste manier vervoegen?
  • kan ik de Modalverben in een zin gebruiken?

Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk
HAUSAUFGABEN:

Online: Wiederholung 8: Aufgaben 1, 2, 3, 4, 5

Lernen:
StudyGo Woorden H8

Slide 26 - Tekstslide

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 27 - Tekstslide

Tschüss!
Bis zum nächsten Mal!

Slide 28 - Tekstslide

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 29 - Tekstslide


  • jas in de kluis of op de kapstok
  • pet/muts/capuchon af
  • oortjes uit
  • laptop dicht op tafel
  • boek/schrift/pen op tafel

Slide 30 - Tekstslide

Was machen wir heute?

  • Sprechfertigkeit

Slide 31 - Tekstslide

Lernziele:

Am Ende dieser Stunde:.....

..... kun je de -p-, -t- en -k- goed uitspreken;
..... kun je vragen stellen en antwoord geven over kleding en 
       uiterlijk


Slide 32 - Tekstslide



Aber zuerst.....ein Filmchen!



Slide 33 - Tekstslide

Die Aussprache

K
P                 deze klanken spreek je uit
T                  met een -h- erachter


Slide 34 - Tekstslide

An die Arbeit!
An die Arbeit: 

Was?  Sprechen: Aufgabe 27 und 28 (vorlesen)
Wie?   zuzweit (in tweetallen)
Hilfe?  Die Ausspracheregeln auf Seite 84
Zeit?    5 Minuten
Fertig? StudyGo: die Wörterliste Kapitel 7 lernen




Slide 35 - Tekstslide

An die Arbeit!
An die Arbeit: 

Was?  Sprechen: Aufgabe 29: Gespräch hören
Wie?   selbstständig
Hilfe?  keine
Zeit?    5 Minuten
Fertig? weiter mit den Sprachmittel




Slide 36 - Tekstslide

An die Arbeit!
An die Arbeit: 

Was?  Sprachmittel lesen und Aufgabe 31 machen
Wie?   zuzweit (in tweetallen)
Hilfe?  die Sprachmittel auf Seite 86
Zeit?    5 Minuten
Fertig? StudyGo: Wörter Kapitel 8 lernen



Slide 37 - Tekstslide

Lernziele erreicht?

..... kun je de -p-, -t- en -k- goed uitspreken?
..... kun je vragen stellen en antwoord geven over kleding en
       uiterlijk?


Slide 38 - Tekstslide

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 39 - Tekstslide

Tschüss!
Bis zum nächsten Mal!

Slide 40 - Tekstslide

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 41 - Tekstslide


  • jas in de kluis of op de kapstok
  • pet/muts/capuchon af
  • oortjes uit
  • laptop dicht op tafel
  • boek/schrift/pen op tafel

Slide 42 - Tekstslide

Was machen wir heute?



  • Lesen
  • Hören
  • Wörter lernen

Slide 43 - Tekstslide

Lernziele:

Am Ende dieser Stunde:.....

..... kan ik een luisterfragement begrijpen;
..... kan ik een eenvoudige tekst over het thema "Aussehen" begrijpen;
..... heb ik woorden van hoofdstuk 8 geleerd.

Slide 44 - Tekstslide



Aber zuerst.....ein Filmchen!



Slide 45 - Tekstslide



Luistertoets oefenen



Slide 46 - Tekstslide

An die Arbeit!
Aan het werk:

Was?   Aufgabe 11 auf Seite 73 machen 
Wie?     im Buch
Hilfe?    Die Wörterliste auf Seite 96, 97
Zeit       8 minuten
Fertig?  Weiter mit Aufgabe 15 auf Seite 77
               




 

Slide 47 - Tekstslide

An die Arbeit!
Aan het werk:

Was?   Aufgabe 15 auf Seite  77 machen 
Wie?     im Buch
Hilfe?    Die Wörterliste auf Seite 96, 97
Zeit       8 minuten
Fertig?  StudyGo: woorden Hoofdstuk 8 leren
               




 

Slide 48 - Tekstslide

Lernziele erreicht?

..... kan ik een luisterfragemebt begrijpen?
..... kan ik een eenvoudige tekst over het thema "Aussehen" begrijpen?
..... heb je woorden van hoofdstuk 8 geleerd?



Slide 49 - Tekstslide

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 50 - Tekstslide

Tschüss!
Bis zum nächsten Mal!

Slide 51 - Tekstslide